Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2020
Uw Kamer, en meer specifiek het lid Marijnissen, heeft mij verzocht om uw kamer voor
het debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus te informeren (Handelingen
II 2020/21, nr. 19, Regeling van Werkzaamheden) over de aangenomen motie van het lid
Kox c.s. in de Eerste Kamer.1 Met uw Kamer hecht het Kabinet aan de beloning en de waardering van mensen die werken
in de zorg. Het Kabinet realiseert zich het belang hiervan en ziet dat ook bevestigd
in diverse aangenomen en verworpen Kamermoties. Indachtig het belang wat het Kabinet
met uw beide Kamers hecht aan de beloning van zorgverleners reageren wij als volgt
op deze en vergelijkbare eerdere moties.2
Laat ik voorop stellen dat werknemers in de zorg belangrijk en verantwoordelijk werk
doen. Daar moet ook een fatsoenlijke beloning tegenover staan. Met de jaarlijkse overheidsbijdrage
in arbeidskostenontwikkeling (OVA), maakt de overheid reeds een concurrerende salarisontwikkeling
in de zorg mogelijk. Met deze robuuste systematiek stelt het kabinet ieder jaar extra
geld beschikbaar voor arbeidsvoorwaardenruimte in de zorg. Deze kabinetsperiode gaat
dat tot nu toe om bijna 5 miljard euro in de periode 2018–2020. Voor 2021 gaat het
– bij huidige inzichten met betrekking tot ontwikkeling van de lonen en sociale lasten
in de markt – om circa 1 miljard euro structureel.
Dit vertaalt zich ook in goede cao’s. We zien dat de salarissen in de zorg de afgelopen
jaren mee zijn gestegen met de ontwikkeling in de markt en veelal zelfs daar wat boven.
Ook voor 2020 en 2021 zijn behoorlijke cao-loonstijgingen afgesproken. Zo zijn de
cao-lonen in de ziekenhuizen en ambulancezorg per 1 januari 2020 met 5% gestegen en
gaan ze per 1 januari 2021 met nog eens 3% omhoog. In de VVT was sprake van een loonsverhoging
van 3,5% per juni en komt daar volgend jaar juli nog eens 3% bij.
Daarenboven vraagt het kabinet de SER om een verkenning te laten uitvoeren gericht
op specifieke knelpunten én kansen die bij kunnen dragen aan instroom, behoud, werkplezier
en waardering in de brede zin van het woord. Ook als het gaat om arbeidsvoorwaarden.
De verkenning vindt plaats in een context waarbij de economie een uitzonderlijke krimp
laat zien en de overheidsfinanciën fors zijn verslechterd. De commissie wordt gevraagd
om meerdere varianten te doordenken en uit te werken. De resultaten van de verkenning
van de SER verwacht ik uiterlijk 1 april 2021.
In aanvulling op het voorgaande en bovenop de reguliere loonstijgingen krijgen zorgmedewerkers
van wie een uitzonderlijke inspanning is gevraagd als waardering voor de extra inspanning
in verband met corona in 2020 een bonus van 1.000 euro netto. Voor 2021 zijn ook middelen
gereserveerd voor een bonus van 500 euro netto.
Verder stelt het kabinet de komende jaren aanvullende middelen beschikbaar oplopend
tot 130 miljoen euro per jaar vanaf 2023 voor een brede aanpak gericht op aantrekkelijk
werken in de zorg. Bij deze aanpak ligt de focus op het verminderen van de werkdruk,
meer loopbaan-perspectief, verbetering van contracten en meer regie en zeggenschap.
Bovengenoemde acties zijn allen gericht om de waardering voor onze zorgprofessionals
tot uiting te laten komen en de personeelstekorten aan te pakken.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark