Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 januari 2022
Op 10 december 2021 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd het vaccin van BioNTech/Pfizer
in kinderdosering beschikbaar te stellen aan (de ouders van) alle kinderen van 5 tot
en met 11 jaar die dit willen. In dit advies benoemde de raad ook dat ontwikkelingen
rondom de toen nog niet dominante omikronvariant aanleiding zouden kunnen geven tot
een aanvullend advies. Vandaag, 19 januari 2022, is deze actualisatie van het eerdere
advies gepubliceerd (zie bijlage)1. De Gezondheidsraad herbevestigt in deze actualisatie het belang om vaccinatie van
kinderen van 5 tot en met 11 jaar mogelijk te maken; in het bijzonder voor kinderen
die nog geen SARS-CoV-2-infectie hebben doorgemaakt. In deze brief reageer ik op het
advies.
Samenvatting advies
De Gezondheidsraad schrijft in deze actualisatie dat de omikronvariant van het SARS-CoV-2-virus
minder ernstige ziekte veroorzaakt in vergelijking tot de deltavariant. De kans op
een ziekenhuisopname na infectie met de omikronvariant is ongeveer 40–70% lager dan
de kans na infectie met de deltavariant. Ook bij kinderen is het risico op ernstige
ziekte kleiner. Een overweging om vaccinatie ook aan gezonde kinderen van 5- tot en
met 11-jarigen aan te bieden, is de heel kleine kans dat een SARS-CoV-2-infectie leidt
tot de ernstige complicatie MIS-C. De Gezondheidsraad geeft aan dat vaccinatie beschermt
tegen MIS-C en dat er geen reden is om aan te nemen dat dit voor de omikronvariant
anders is.
De raad geeft verder aan dat kinderen die een reeds doorgemaakte, door middel van
een PCR-test bevestigde, SARS-CoV-2-besmetting hebben gehad waarschijnlijk beschermd
zijn tegen MIS-C. Zij hoeven zich dus niet om deze reden te laten vaccineren. De raad
geeft aan dat er wel andere redenen kunnen zijn waarom ouders deze kinderen toch willen
laten vaccineren, zoals het voorkomen van besmetting van kwetsbare huisgenoot en anderen.
Omdat het vaccin voldoende veilig is, en ook bij de omikronvariant bescherming kan
bieden, blijft de Gezondheidsraad bij het advies om het BioNTech/Pfizer-vaccin beschikbaar
te stellen voor deze jonge leeftijdsgroep.
Reactie
De Gezondheidsraad heeft gekeken naar de directe meerwaarde van vaccineren voor het
kind zelf. De omikronvariant lijkt voor nog minder klachten te zorgen bij kinderen.
Ook heeft een groot deel van de kinderen al een SARS-CoV-2-infectie doorgemaakt. In
dergelijke gevallen zorgt vaccinatie voor beperkte gezondheidswinst. Tegelijkertijd
bestaat er na een SARS-CoV-2-infectie een heel kleine kans op ernstige complicaties
zoals MIS-C. De Gezondheidsraad heeft de kans op deze aandoening zorgvuldig afgewogen
tegen de mogelijke risico’s van vaccinatie, en komt tot de conclusie dat vaccineren
met name voor kinderen die nog geen COVID-19 hebben gehad in het bijzonder van meerwaarde
kan zijn. Vaccinatie verkleint immers de kans op deze ernstige aandoening.
Ik vind het belangrijk dat ouders de mogelijkheid hebben om voor een vaccinatie te
kiezen, onder meer vanwege de heel kleine kans dat kinderen na een SARS-CoV-2-besmetting
ernstig ziek worden. Daarnaast kunnen, zoals de Gezondheidsraad schrijft, ook andere
overwegingen een rol spelen bij de keuze van ouders om hun kind te laten vaccineren.
Een voorbeeld daarvan is het beter kunnen beschermen van kwetsbare gezinsleden. Ook
het verkleinen van de kans op besmetting en verspreiding van het virus kunnen een
rol spelen bij deze keuze. Ik wil benadrukken dat dit een persoonlijke afweging is.
Ik vind het belangrijk dat ouders, op basis van de meest recente gegevens, zelf een
goede afweging kunnen maken over het laten vaccineren van hun kind. Deze actualisatie
door de Gezondheidsraad draagt hieraan bij. Ik zal dit betrekken in de verdere publiekscommunicatie,
langs verschillende kanalen. Zo is er op www.coronavaccinatie.nl/kinderen speciale informatie voor kinderen en hun ouders te vinden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers