25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1774 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 10 februari 2022.

De vastgestelde ministeriële regeling kan niet eerder inwerking treden dan op 18 februari 2022.

De vastgestelde ministeriële regeling vervalt van rechtswege indien de Kamer, op voorstel van vijftig leden uiterlijk 17 februari 2022 te kennen geeft niet in te stemmen met de regeling.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2022

Het is inmiddels duidelijk dat corona nog enige tijd onder ons zal blijven en dat we zullen moeten leven met het virus. Afgelopen dinsdag, 8 februari, heb ik u de korte termijn aanpak Covid-19 gestuurd, waarin ook een doorkijk naar de lange termijn wordt geschetst1. Hierin wordt uiteengezet hoe het kabinet de komende periode voor zich ziet en wat daarvoor nodig is. Het is daarin zaak een balans te vinden in hoe we omgaan met het virus én het vormgeven van een open samenleving. Het beleid zal daarom niet meer primair gevoerd worden vanuit de belasting van de zorg, maar vanuit een breder perspectief, met ook oog voor de maatschappelijke en sociaaleconomische continuïteit. Deze notie komt tot uiting in de twee nieuwe, gelijkwaardige en nevengeschikte, kabinetsdoelen:

  • a) sociaalmaatschappelijke en economische continuïteit/vitaliteit en

  • b) toegankelijkheid van de gehele zorgketen voor iedereen.

Met de besluitvorming van 25 januari 2022 (Kamerstuk 25 295, nr. 1746) heeft het kabinet een eerste stap gezet in deze verandering. Het kabinet heeft voor deze werkwijze gekozen gelet op het huidige epidemiologische beeld en tegen de achtergrond van de ambitie van het kabinet om het openhouden van de samenleving als uitgangspunt te hanteren.

Uit de wekelijkse duiding van het RIVM blijkt dat het aantal besmettingen hoog is2. Wel lijkt de stijging van het aantal mensen met een bevestigde SARS-CoV-2-besmetting de afgelopen week af te vlakken. Met betrekking tot de situatie in de zorg zien we het volgende. Afgelopen week werden 1.266 patiënten met een SARS-CoV-2-besmetting in het ziekenhuis opgenomen. Dit is een stijging van 7% vergeleken met de week ervoor. Ook op de IC steeg het aantal nieuwe opnames naar 118 (+42%). Deze stijging is procentueel hoog, maar het gaat hier om relatief kleine aantallen.

Op basis van het epidemiologische beeld en tegen de achtergrond van de twee nieuwe kabinetsdoelen, stelt het kabinet nu een aantal versoepelingen voor per vrijdag 18 februari; het OMT is gevraagd deze te beoordelen en komt begin volgende week met zijn advies.

Het kabinet is zich zeer bewust van het feit dat maatregelen diep ingrijpen in de samenleving, en dat er sectoren zijn die al sinds de start van de coronacrisis, nu bijna twee jaar geleden, verregaande beperkingen en sluiting kennen. Om deze reden heb ik het OMT ook gevraagd of zij verwacht dat er epidemiologische ruimte is om de sluitingstijd en de veilige afstandsnorm van 1,5 meter, generiek vanaf vrijdag 25 februari 2022 los te laten. Daarnaast is het OMT gevraagd – mede op verzoek van uw Kamer – of het toepassen van testen voor toegang op basis van 1G een toevoeging kan zijn voor het veilig en verantwoord samen laten komen van grotere, ongeplaceerde groepen, waarmee bijvoorbeeld ook de nachthoreca heropend kan worden.

De versoepelingen die het kabinet per 18 februari voorstelt en waarover het OMT gevraagd is te adviseren, bieden perspectief voor grote groepen in de samenleving. Dit kan omdat we inmiddels een hoge mate van immuniteit opgebouwd hebben door middel van vaccinatie en door het op een natuurlijke wijze doormaken van de infectie. De hoge vaccinatiegraad vertaalt zich door in de beperkte stijging van ziekenhuisopnames. Ook maakt de omikronvariant minder ziek. Tegelijkertijd acht het kabinet de risico’s nog dusdanig groot dat niet alle maatregelen tegelijkertijd versoepeld kunnen worden.

Het kabinet blijft de situatie daarom nauwlettend in de gaten houden. Ook omdat het onzeker blijft of een nieuwe virusvariant nog opduikt en welke kenmerken deze zal hebben en omdat het aantal besmettingen op dit moment nog steeds hoog is.

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, welke versoepelingen we voor ons zien om recht te doen aan de sociaal-maatschappelijke effecten van de huidige maatregelen, alsook het borgen van de toegankelijkheid van de gehele zorgketen.

Aanbieding regeling

Tevens bied ik u hierbij mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de navolgende regeling aan3:

  • Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 10 februari houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband met aanpassing van de maatregelen ten aanzien van openingstijden, het coronatoegangsbewijs, de placeringsplicht, de bezoekersnorm en de mondkapjesplicht.

De overlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven nahangprocedure (artikel 58c, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid). Op grond van de aangehaalde bepaling treedt de regeling niet eerder in werking dan een week na deze overlegging. Indien de Tweede Kamer binnen die termijn besluit niet in te stemmen met deze regeling, vervalt deze van rechtswege. In verband met de beoogde inwerkingtredingsdatum van 18 februari 2022 is het van belang om deze regeling vandaag naar u toe te zenden.

Toelichting op de gevolgde procedure

Op het moment dat de noodzaak tot het verzwaren van maatregelen bestaat kan het kabinet alleen binnen de grenzen van artikel 58c, derde lid, Wpg een beroep doen op de spoedprocedure. Bij versoepeling van maatregelen bestaat deze mogelijkheid niet; in dat geval geldt er een nahangprocedure en heeft uw Kamer een week de tijd om al dan niet met de ministeriële regelingen in te stemmen.

Voor het aankondigen van de versoepelingen op dit moment, is gekozen om twee redenen. Ten eerste omwille van het feit dat uw Kamer op deze wijze meer tijd heeft om, alvorens het geplande coronadebat van volgende week, de regeling te bestuderen. Dit zodat uw Kamer kan bevestigen dat zij zich in deze maatregelen kan vinden, dan wel deze versoepelingen tegen kan houden wanneer zij deze ongewenst acht.4 Ten tweede vanwege de sociaal-maatschappelijke effecten die het gevolg zijn van de geldende beperkingen. Het kabinet acht het wenselijk om zo snel mogelijk na 15 februari versoepelingen door te kunnen voeren. Bij eerste besluitvorming op 15 februari 2022 zouden eventuele versoepelingen daardoor op zijn vroegst op 23 februari 2022 in werking kunnen treden.

Het kabinet is – behoudens het OMT-advies, de Sociaal Maatschappelijke en Economische Reflectie (SME Reflectie), Uitvoeringstoets en gesprekken met het Veiligheidsberaad – voornemens de generieke sluitingstijden te verruimen van 22:00 tot 05:00 naar 01:00 tot 05:00. Voor toegang tot, onder meer, eet- en drinkgelegenheden, pret- en dierenparken, professionele sportwedstrijden, sportbeoefening binnen en de vertoning van kunst en cultuur blijft een coronatoegangsbewijs verplicht. Het CTB op basis van 3G is een mitigerende maatregel die mogelijk maakt dat op de CTB-plichtige locaties verder versoepeld kan worden. Met de inzet van het coronatoegangsbewijs kunnen de veilige afstandsnorm, placeringsplicht en mondkapjesplicht op deze locaties worden losgelaten, indien er niet meer dan 500 bezoekers per zelfstandige ruimte binnen en buiten zijn. Indien meer dan 500 personen worden toegelaten blijft de placeringsplicht en mondkapjesplicht bij verplaatsing van kracht. Dit betekent dat geplaceerde activiteiten geen capaciteitsbeperking meer kennen en ongeplaceerde activiteiten tot max 500 bezoekers met inzet van CTB weer mogelijk zijn. Ongeplaceerde activiteiten met meer dan 500 bezoekers zijn nu nog niet toegestaan. Geplaceerde bijeenkomsten vanaf 500 personen zijn toegestaan met inzet van een CTB.

Tevens wil ik uw Kamer langs deze weg informeren dat er gestart is met de procedure voor het loslaten van de veilige afstandsnorm. Daarvoor is het OMT om advies gevraagd. Indien het OMT adviseert dat de veilige afstandsnorm kan worden losgelaten, dan zal deze wijziging per algemene maatregel van bestuur op zijn vroegst op vrijdag 25 februari in werking kunnen treden.

Door nu deze voorbereidende regeling aan uw Kamer aan te bieden wordt het voor het kabinet mogelijk om op het aangekondigde weegmoment van 15 februari reeds per 18 februari a.s. versoepelingen door te voeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Kamerstuk 25 295, nr. 1780

X Noot
2

Zie ook het nieuwsbericht van het RIVM van 8 februari: Stijging ziekenhuisopnames COVID-19, aantal positieve testen vlakt af op hoog niveau | RIVM

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Conform nader gewijzigd amendement van het lid Buitenweg c.s., Kamerstuk 35 526, nr. 48.

Naar boven