Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2012
Bij brief van 21 december 2011 (Tweede Kamer 2011–2012, 25 232, nr. 59) heb ik u geïnformeerd over de in gang gezette geïntensiveerde aanpak van voetbalvandalisme.
In deze brief informeer ik u over het in die brief genoemde Landelijk actieplan Voetbal
en Veiligheid1.
Op 8 februari 2012 heb ik mij samen met de burgemeesters van gemeenten met een betaald
voetbalorganisatie (bvo), de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, het Openbaar Ministerie,
de politie en het Auditteam Voetbal en Veiligheid verbonden aan de uitvoering van
het Landelijk actieplan Voetbal en Veiligheid.
Het Landelijk actieplan Voetbal en Veiligheid is gericht op eenheid van optreden en
bevat concrete acties voor de korte en middellange termijn, die leiden tot het terugdringen
van crimineel gedrag, overlast en onveiligheid rondom het betaald voetbal. Ook zorgt
het Landelijk actieplan Voetbal en Veiligheid er voor dat het voetbal een (gastvrij)
feest kan zijn, waarbij de goeden niet onder de kwaden mogen lijden.
Alle partijen willen een veilig voetbalklimaat realiseren en nemen hun verantwoordelijkheid
ten behoeve van de versterking van de operationele aanpak. Op lokaal niveau zullen
alle gemeenten met een betaald voetbalorganisatie in afstemming met alle ketenpartners
een plan van aanpak maken om voetbalgerelateerde overlast terug te dringen als onderdeel
van het lokaal convenant betaald voetbal. Dit plan van aanpak is vóór de start van
het nieuwe voetbalseizoen gereed en bevat in ieder geval een uitwerking van de volgende
actiepunten uit het Landelijk actieplan Voetbal en Veiligheid:
-
– Het bepalen van het regime, waarbij op basis van een gedegen en actuele risicoanalyse,
heldere afspraken over de veiligheidsmaatregelen worden gemaakt voor elke wedstrijd;
-
– Veiligheid in het stadion (betreft onder andere stewards, camera’s, vuurwerk);
-
– Verbeterd gastheerschap uitsupporters;
-
– Betrokkenheid en actieve dialoog supporters;
-
– Verhoging van het aantal A-wedstrijden;
-
– Vervoersregelingen.
Alle betrokkenen streven er naar om hooligans gericht aan te pakken. De politie stelt
voor elke bvo een «top 10» samen van de meest notoire voetbalhooligans. Overeenkomstig
de werkwijze in het Veiligheidshuis, leveren alle partners informatie aan over deze
hooligans, zodat er een stevig dossier ligt op het moment dat een van hen wordt aangehouden.
Zowel het strafrecht, als het bestuurs- en het civielrecht worden ingezet. De huidige
«sanctiemenukaart» van het Openbaar Ministerie zal op korte termijn – vóór 1 april
aanstaande – worden aangepast aan de Wet invoering vrijheidsbeperkende maatregelen.
Met deze wet kan de strafrechter – als maatregel naast een straf – aan een te veroordelen
persoon een vrijheidsbeperkende maatregel opleggen in de vorm van een gebiedsverbod,
een contactverbod of een meldplicht voor maximaal twee jaar. Ook is een belangrijke
rol weggelegd voor de voetbalclubs zelf. Bij overtreding van de huisregels, zullen
juist zij hun supporters moeten aanspreken, dan wel straffen.
De Regiegroep Voetbal en Veiligheid (met vertegenwoordigers van burgemeesters, KNVB,
politie, Openbaar Ministerie, het Auditteam Voetbal en Veiligheid en het ministerie
van Veiligheid en Justitie) ziet toe op de uitvoering van het Landelijk actieplan.
De leden van de Regiegroep zullen – indien nodig – de eigen achterban (Openbaar Ministerie,
politie, burgemeesters, betaald voetbalorganisaties) aanspreken. Bij actuele problemen
kan de Regiegroep de lokale aanpak met kennis en ervaring ondersteunen. De Regiegroep
rapporteert periodiek aan mij over de voortgang van het Landelijk actieplan Voetbal
en Veiligheid.
Tot slot merk ik op dat alle betrokken partijen onderkennen dat de aanpak van voetbalgerelateerde
overlast en criminaliteit een voortdurend aandachtspunt is en niet stopt bij de afronding
van alle in het Landelijk actieplan Voetbal en Veiligheid opgenomen actiepunten.
De minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten