Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2013
Tijdens de regeling van de werkzaamheden op 6 februari hebben de leden Klaver en Omtzigt,
gesteund door mevrouw Neppérus, mij gevraagd naar de gevolgen van de recente ontwikkelingen
rond de stichting Holland Financial Centre (HFC) voor het onderzoek naar de non-bank
finance sector dat SEO Economisch Onderzoek in opdracht van HFC uitvoert.
De herbezinning bij het Ministerie van Financiën over zijn betrokkenheid bij HFC en
de mogelijke conclusies die HFC zelf daaruit trekt hoeven in mijn overtuiging geen
gevolg te hebben voor dat onderzoek. Ik heb van HFC begrepen dat het de bedoeling
is dat het onderzoek volgens planning afgerond zal worden. Dat verheugt mij, want
ik vind, met uw Kamer, nog steeds dat de uitkomsten van dat onderzoek van belang zijn
voor het vervolg van onze gedachtewisseling over de belastingheffing bij internationale
ondernemingen.
Zoals ik al eerder heb aangegeven zie ik verder in het feit dat HFC opdracht heeft
gegeven voor dit onderzoek, dat wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau,
geen reden om te twijfelen aan de objectiviteit van het onderzoek noch, op voorhand,
aan de waarde van de uitkomst ervan.
Tenslotte laat ik u weten dat ik evenmin aanleiding heb om de deelname van het Ministerie
van Financiën in de klankbordgroep bij dit onderzoek te beëindigen. Ik merk daarbij
op dat ook DNB deelneemt aan die klankbordgroep en zijn deelname ook voortzet.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben ingelicht
De staatssecretaris van Financiën,
F.H.H. Weekers