25 000 X
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1997

nr. 55
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 14 februari 1997

Inleiding

Nadat ik u op 20 december 1996 schriftelijk heb geïnformeerd (Kamerstuk 25 500 X nr. 43) over de stand van zaken van het project NH-90 helikopters, heb ik op 24 januari een onderhoud gehad met mijn Franse collega. Op 29 januari zijn de «Heads of delegation» van het NH-90 Steering Committee bijeen geweest. De stand van zaken is nu als volgt.

Bilateraal overleg

Mijn Franse collega en ik zijn het eens over de noodzaak vast te houden aan het voornemen de eerste helikopters vanaf het jaar 2003 af te leveren. Het is daarom van belang tijdig overeenstemming te bereiken over een gecombineerd Memorandum of Understanding (MOU) voor de pre-productie- en de productiefase van de NH-90. Mijn Franse ambtgenoot zal daartoe in juni van dit jaar politiek vierlandenoverleg initiëren, om de standpunten van de deelnemende landen vast te leggen en zo onnodig tijdverlies te voorkomen.

Overleg met de industrie

«NATO Helicopter Industries» heeft onder druk van de «Heads of delegation» toegezegd vóór 29 april 1997 een offerte te zullen indienen. Deze offerte zal gelden voor de pre-productiefase en een eerste productie-serie. Het is de bedoeling dat van deze eerste productieserie de Nederlandse behoefte (20 helikopters) deel uitmaakt. De prijs in de offerte zal zijn gebaseerd op afname van het thans toegezegde totale aantal helikopters. Tijdens het «Heads of delegation»-overleg met «NATO Helicopter Industries» op 29 januari bleken de in mijn brief van 20 december gemelde meningsverschillen over de werkverdeling in de productiefase grotendeels oplosbaar. Verder hebben, met name Nederland en Duitsland, onderstreept dat aan het tijdschema van aflevering zou moeten worden vastgehouden. Dit pleidooi is door overige delegaties ondersteund. In de vergadering zijn door de «Heads of delegation» organisatorische maatregelen genomen die de voorbereidingen van het MOU op schema moeten houden.

Risico

Aan een complex en innoverend project zoals de NH-90 kleven altijd risico's waar het de ontwikkeling en fasering in tijd betreft. Zo is de voorgenomen eerste vlucht van het tweede prototype in verband met een technisch probleem uitgesteld van december 1996 tot maart 1997.

Het grootste technische risico op dit moment betreft de ontwikkeling en de werking van het missiesysteem van de maritieme versie van de NH-90. Het missiesysteem is het integrale sensorbedienings- en verwerkingssysteem van de maritieme versie. De voortgang van dit traject wordt dan ook met grote aandacht gevolgd.

Hoewel de offerte nog moet worden afgewacht, zijn er tot nu toe geen tekenen die erop duiden dat de productieprijs zal leiden tot een bijstelling van de financiële omvang van het project.

Voortgang

Mede op basis van de offerte van «NATO Helicopter Industries» zal overeenstemming moeten worden bereikt over het MOU in de tweede helft van 1997. Voorwaarde is dat de industrie kan aantonen dat de eventuele technische risico's aanvaardbaar zijn. De precieze inhoud van het MOU zal bepalen of daarmee de verwervingsvoorbereidingsfase kan worden afgesloten en tot besluitvorming kan worden overgegaan.

Overigens blijft het tijdschema van het NH-90-project onder druk staan. Het zal van alle partijen veel vragen om het schema te realiseren.

Overige aspecten

Volgens het huidige afleverschema zullen Nederland en Duitsland gelijktijdig de NH-90 in gebruik nemen. Nederland zal, zoals voorzien, als eerste de maritieme versie krijgen en Duitsland de transportversie.

Fokker was onderaannemer van en partner in het consortium dat de NH-90 ontwikkelt. De NH-90-activiteiten zijn na het faillissement van Fokker ondergebracht bij Fokker Aerostructures B.V., waarvan DAF en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium onderaannemer zijn. Er zijn goede garanties dat de Nederlandse industrie een aantrekkelijk werkpakket krijgt in de productiefase.

Slotopmerkingen

Alvorens het MOU te tekenen zal ik u informeren. Dit wordt thans voor eind 1997 voorzien.

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Naar boven