Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2020
Hierbij kom ik terug op de toezegging van de Minister van BZ tijdens het notaoverleg
Consulaire Zaken van 29 juni jongstleden (Kamerstuk 35 300 V, nr. 72). De toezegging hield in u te informeren over de mogelijkheden voor een regeling
voor het laten inreizen van geliefden in een langeafstandsrelatie, nu in verband met
COVID-19 een inreisverbod voor derde landen1 geldt. Deze brief verstuur ik mede namens Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid.
Deense regeling m.b.t. buitenlandse geliefden
In het Deense model kan een geliefde (niet getrouwd of geen geregistreerd partner)
van een Deense burger of een buitenlandse ingezetene die in Denemarken woont, vanuit
zowel een EU- als niet EU-land inreizen, zolang aangetoond kan worden dat het koppel
in kwestie een relatie heeft van minimaal drie maanden waarbij het koppel elkaar «regelmatig»
in persoon heeft gezien. De personen in kwestie moeten een handgeschreven verklaring
ondertekenen waarin zij verklaren, op straffe van meineed, inderdaad zo’n relatie
te hebben. Deze verklaringen dienen zij uit te printen en te overhandigen aan de grensautoriteiten
bij aankomst in Denemarken.
Situatie in Nederland
In Nederland zijn in verband met COVID-19 restricties ingevoerd met betrekking tot
inreizen van personen uit derde landen. Voor personen uit landen die onder het inreisverbod
vallen zijn er, sinds 19 maart, uitzonderingscategorieën ingesteld. Familieleden van
Nederlanders en EU-burgers vallen hier ook onder, net als Nederlanders met een duurzame
relatie. Er is sprake van een duurzame relatie indien er direct voorafgaand minimaal
6 maanden een gezamenlijke huishouding is geweest. De partner (de referent) die in
Nederland verblijft moet een vragenlijst invullen waarna de IND toetst of de relatie
daadwerkelijk duurzaam (en exclusief) is.
Conclusie
Ik begrijp dat het inreisverbod lastige situaties met zich brengt en ik heb daar begrip
voor. Toch acht ik de huidige uitzonderingscategorieën passend en zie ik geen noodzaak
het bestaande beleid verder te verruimen. De ratio achter het inreisverbod is de reizigersstroom
zoveel mogelijk te beperken, om verdere verspreiding van COVID-19 tegen te gaan. Het
Deense model voor geliefden zou hier niet goed mee verenigbaar zijn.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus