24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 112 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2020

Tijdens het AO Vliegen boven conflictgebieden op 29 januari 2020 kwamen de rollen en verantwoordelijkheden aan de orde in relatie tot de uitbraak van een nieuw Coronavirus in China en de luchtvaart. Zoals toegezegd informeer ik u in deze brief over de verdeling van de rollen en verantwoordelijkheden bij het bestrijden van deze infectieziekte.

De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft internationale regels opgesteld om de verspreiding van infectieziekten, waaronder via de luchtvaart, tegen te gaan. In Nederland zijn deze regels geïmplementeerd in de Wet Publieke Gezondheid, waarvoor de Minister van Medische Zorg en Sport verantwoordelijk is. Vanuit ICAO worden de WHO regels ondersteund met verplichtingen en aanbevelingen gericht op het voorbereid zijn op en het beheersen van gezondheidscalamiteiten in de luchtvaart. De ICAO-regels zijn grotendeels via Europese verordeningen geïmplementeerd. Deze betreffen onder andere voorschriften over voorzorgmaatregelen aan boord van vliegtuigen, faciliteiten op luchthavens, passagiersinformatie en noodplannen.

Het Ministerie van VWS is primair verantwoordelijk voor de bestrijding van infectieziekten in Nederland. VWS werkt hierbij nauw samen met andere departementen, waaronder Buitenlandse Zaken en mijn ministerie. In Nederland monitort het RIVM de situatie nauwlettend en adviseert, samen met een team van deskundigen, over de benodigde maatregelen in Nederland. De operationele uitvoeringsverantwoordelijkheid ligt bij de GGD’s. GGD Kennemerland heeft een regierol bij maatregelen op Schiphol. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken geeft algemene veiligheidsadviezen over landen. Het reisadvies over China is een hulpmiddel om de risico’s in te schatten. De EU geeft via het Healthy Gateways programma, waarin het RIVM participeert, operationele adviezen aan luchtvaartmaatschappijen met betrekking tot het Coronavirus.

Luchtvaartmaatschappijen zijn verantwoordelijk voor aanpassingen in het vluchtschema om de gezondheid van personeel en passagiers te waarborgen. Luchtvaartmaatschappijen gebruiken informatie van nationale en internationale gezondheids- en luchtvaartinstanties, waaronder het RIVM, ICAO en de WHO. Op grond van de luchtvaart-overeenkomsten tussen staten geldt dat luchtvaartmaatschappijen onder andere moeten voldoen aan alle nationale voorschriften voor de toelating, verblijf en vertrek van passagiers en vracht. Dit betreft onder andere verplichtingen aan vervoersexploitanten op grond van de Wet Publieke Gezondheid. Ook is het de verantwoordelijkheid van transportondernemingen om de reizigersadviezen van Buitenlandse Zaken te betrekken bij hun operationele afwegingen.

Voor de gezondheid en veiligheid van Nederlandse burgers volgt VWS de adviezen van de WHO en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC). De WHO roept expliciet op om geen disproportionele maatregelen te nemen. Restricties op reizen of handel moeten aan de WHO gemeld worden met een onderbouwing en de WHO kan de lidstaat, als zij de onderbouwing onvoldoende vinden, vragen deze maatregelen terug te draaien. In het, zeer onwaarschijnlijke, geval dat de WHO of het ECDC zou adviseren om het vliegverkeer naar een land of regio op te schorten, kan hiervoor noodwetgeving in het leven geroepen worden.

Vervoerstoestemmingen die luchtvaartmaatschappijen op grond van de luchtvaartverdragen hebben, kunnen alleen worden ingetrokken wanneer exploitanten de nationale voorschriften voor de toelating, verblijf en vertrek van passagiers en vracht niet opvolgen. Dit vereist overleg met het andere verdragsland. Gelet op het bovenstaande vergen de gezondheidsvoorschriften op dit moment geen intrekking van vervoerstoestemmingen.

Op 4 februari a.s. staat een technische briefing gepland in de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Tijdens deze briefing wordt uw Kamer nader geïnformeerd over het Coronavirus en de wijze waarop daar in Nederland mee wordt omgegaan.

In aanvulling op de vragen tijdens het AO Vliegen over conflictgebieden hebben de leden Kröger en Renkema (GroenLinks) en de leden Kuik, Van den Berg, Amhaouch en Omtzigt (CDA) schriftelijke vragen gesteld over het Coronavirus en de luchtvaart. Deze worden separaat beantwoord (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nrs. 1606 en 1605).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven