24 724 Studiefinanciering

Nr. 194 MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER PLAS EN DASSEN

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 4 april 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een bedrag van 1 miljard euro gereserveerd is voor de tegemoetkoming van studenten die onder het leenstelsel vielen;

constaterende dat de Minister aangeeft gebonden te zijn aan dit bedrag;

overwegende dat een student onder het leenstelsel zonder studievoucher maximaal € 1.436 ontvangt, terwijl een student onder het leenstelsel mét studievoucher maximaal € 3.206 ontvangt;

overwegende dat een student onder het oude basisbeursstelsel € 13.735 aan studiefinanciering kon ontvangen;

overwegende dat de gemiddelde studieschuld per student in 2020 zo'n € 15.200 bedroeg;

overwegende dat de toegenomen schulden drukken op de mentale gezondheid van jongeren en dat jongeren ook in het algemeen een nog grotere prestatiedruk ervaren door de omvangrijke studielening;

verzoekt het kabinet om gezamenlijk met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport concrete plannen uit te werken met bijbehorende kosten om tot een integrale aanpak te komen om de generatie die heeft geleden onder het leenstelsel op bredere manieren tegemoet te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Plas

Dassen

Naar boven