24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 625 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2015

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie naar aanleiding van het bericht «Alarmerend: jonge criminelen krijgen geen behandeling». Op verzoek van de commissie beantwoord ik deze vragen voorafgaand aan het algemeen overleg over justitiële jeugdinrichtingen op 11 november 2015.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Vraag 1

Deelt u de mening dat het van het grootste belang voor de jongere zelf maar ook voor de veiligheid van de samenleving is dat behandeling plaatsvindt, zeker wanneer de rechter dit expliciet heeft bepaald in zijn vonnis?

Antwoord vraag 1

Ja, deze mening deel ik.

Vraag 2

Kan geïnventariseerd worden hoeveel behandelingen momenteel vertraagd zijn of niet worden uitgevoerd en wat de gemiddelde duur is van wanneer een behandeling van start gaat na een vonnis van de rechter?

Antwoord vraag 2

Er zijn nu geen gegevens bekend over de start van behandelingen van jeugdigen in strafrechtelijk kader. Ik overleg met Jeugdzorg Nederland of in de nabije toekomst deze gegevens tegen reële inspanningen geleverd kunnen worden.

Vraag 3

Hoe verloopt het proces van plaatsing door een officier van justitie en wat zijn de stappen die hij kan of moet nemen indien een instelling opname weigert vanwege financiële redenen, dan wel niet aan het vereiste beveiligingsniveau voldoet?

Antwoord vraag 3

De rechter baseert het vonnis op een advies door de Raad voor de Kinderbescherming (Raad) of (bij meerderjarige verdachten) de volwassenenreclassering. De Raad overlegt hierover vooraf met de gemeente. Na het onherroepelijk worden van het vonnis wordt dit vonnis aan de desbetreffende gecertificeerde instelling (GI) verstuurd om de behandeling in te zetten. De gecertificeerde instelling verzorgt de aanmelding bij de behandelaar. Van het opleggen van jeugdreclassering en de start van de behandeling gaat een melding naar de betreffende gemeente die daarmee op de hoogte is gebracht van haar betalingsplicht. De gemeente heeft een verplichting om iedere jeugdige te plaatsen.

Het OM ziet bij een terugmelding dat een begeleiding van de (jeugd)reclassering mislukt is vanwege een nieuw strafbaar feit of gefaalde begeleiding en via de informele weg en goede relatie tussen de coördinerend jeugdofficier en de betrokken jeugdreclasseringswerker. Als blijkt dat de noodzakelijke behandeling niet van de grond komt, geeft het OM invulling aan haar executerende functie. Daarover vindt altijd overleg plaats tussen OM en GI.

Vraag 4

Klopt het dat gemeenten voor vertraging zorgen door onderling te steggelen over de te plaatsen jongeren?

Antwoord vraag 4

Er zijn signalen dat de kennis over de financiële verplichtingen van de gemeente in deze context nog onvoldoende is. De complexiteit van het geheel speelt daarin een belangrijke rol. Dit kan op casusniveau leiden tot onduidelijkheid bij gemeenten over de financieringsverplichting van de in een strafrechtelijke beslissing opgenomen behandeling. De onduidelijkheid lijkt in het bijzonder te spelen bij jongvolwassenen die meerderjarig zijn en veroordeeld zijn via het jeugdstrafrecht.

Op de website van de VNG staat alle benodigde informatie om vast te stellen welke gemeente de financiële en bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt om de passende zorg te leveren.

Vraag 5

Welke maatregelen gaat u nemen om te zorgen dat behandelingen (tijdig) worden uitgevoerd?

Antwoord vraag 5

Door de VNG en het Rijk is er in verschillende factsheets en andere communicatiemiddelen zoals werkateliers en de Voordejeugd-website uitleg gegeven over de financieringsverplichting van gemeenten. Omdat er toch onduidelijkheid bij gemeenten bleef bestaan, heeft de VNG recent met financiering van het Rijk het initiatief genomen om een nieuwe factsheet voor gemeenten op te stellen over jeugdreclassering1 waarin dit vraagstuk tevens aan de orde komt.

Op mijn initiatief hebben de VNG, het OM en Jeugdzorg Nederland inmiddels de afspraak gemaakt om een gedragslijn te ontwikkelen die er voor zorgt dat vertragingen in dit soort situaties zoveel als mogelijk voorkomen wordt. Tevens kunnen gemeenten met vragen terecht bij zowel het ondersteuningsteam van de VNG op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering als bij het accountteam Jeugd van VWS en VenJ.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven