24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 481 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2013

1. Inleiding

Hierbij ontvangt u mijn reactie op het onderzoeksrapport van de vier samenwerkende rijksinspecties over de (brand)veiligheid bij particuliere justitiële inrichtingen1. Het onderzoeksrapport is het resultaat van onderzoek bij dertien particuliere justitiële inrichtingen door de Inspectie Leefomgeving en Transport, de Inspectie Veiligheid en Justitie, en de Inspectie SZW2.

Het onderzoek betreft zowel het huidige brandveiligheidsniveau van de particuliere justitiële inrichtingen alsook de borging daarvan op langere termijn. Het onderzoek vloeit voort uit de toezegging aan uw Kamer3 naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek dat de rijksinspecties in 2010 uitvoerden. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in 2011 en 2012.

De gezamenlijke rijksinspecties komen in hun slotbeschouwing tot de conclusie dat de brandveiligheid in de particuliere inrichtingen ten opzichte van het onderzoek in 2010 aanmerkelijk is verbeterd. Ten aanzien van de organisatorische kant is eveneens verbetering waarneembaar maar blijft borging en beheer aandacht vragen. In eerdere beleidsreacties is ingegaan op opmerkingen die zijn gemaakt over het proces dat dit resultaat heeft mogelijk gemaakt.

Ik spreek waardering uit over de wijze waarop de vier rijksinspecties dit onderzoek opnieuw in gezamenlijkheid hebben uitgevoerd. Ik onderschrijf de conclusies en de hiervoor genoemde slotbeschouwing en geef uitvoering aan de hierna vermelde aanbevelingen van de inspecties. Hiermee beschouw ik de periode van bijzondere en gerichte aandacht voor de verbetering van de brandveiligheid bij DJI als afgerond.

2. Aanbevelingen

Er zijn vier aanbevelingen die volgens de Inspecties binnen afzienbare tijd binnen de inrichtingen moeten worden aangepakt:

  • 1. Zorg voor een betere analyse van de risico’s van (het gebruik van) een gebouw en de afstemming van de BHV-organisatie daarop;

  • 2. Zorg voor een groter bewustzijn over de risico’s van teveel persoonlijke goederen binnen de beperkte verblijfruimte van een justitiabele, inclusief eenduidigheid over de handhaving daarvan;

  • 3. Maak duidelijke en eenduidige afspraken met de brandweer over opkomsttijden en taakuitvoering bij optreden binnen een inrichting;

  • 4. Permanente aandacht voor de borging van het brandveiligheidsconcept is noodzakelijk om de brandveiligheid ook voor de toekomst te verzekeren.

3. Beleidsreactie op de aanbevelingen

DJI is zich zeer bewust van zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van het op peil brengen en houden van het brandveiligheidniveau in de inrichtingen en instellingen waar justitiabelen aan zijn zorg zijn toevertrouwd. DJI zal in de komende periode de maatregelen nemen die nodig zijn om op alle aspecten tot het vereiste niveau van brandveiligheid binnen de particuliere inrichtingen te komen.

Daartoe zullen – waar nog nodig – op onderdelen aanvullende bouwkundige voorzieningen worden getroffen. Daarnaast zullen vergunningen, certificaten en bouwtekeningen die nog niet geheel op orde waren geactualiseerd worden. DJI zal er voor zorgen dat de brandveiligheid van de particuliere inrichtingen in het algemeen via de jaarlijkse verantwoordingscyclus steviger wordt geborgd.

In 2013 zullen de particuliere inrichtingen een systematiek gebruiken waarbij brandveiligheid, BHV-organisatie, informatiebeveiliging, beveiliging en arbeidsomstandigheden gemonitord zullen worden. Ook het monitoren van de brandveiligheid in het algemeen en van de specifieke risico’s ten aanzien van het gebruik van een gebouw in het bijzonder zal daardoor sterk verbeteren.

De cellen en kamers zijn allemaal uitgevoerd als subbrandcompartiment met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van 30 minuten, ongeacht de hoeveelheid inventaris die zich erin bevindt. Daarbij is de vaste inventaris waar mogelijk brandvertragend uitgevoerd. Dit neemt niet weg dat de geconstateerde onvolkomenheden ten aanzien de brandveilige inrichting van cellen en kamers meer aandacht zullen krijgen. DJI zal er voor zorg dragen dat in de particuliere inrichtingen het lokale beleid ten aanzien van het brandveilig inrichten van cellen en kamers consequent wordt uitgevoerd. Onmisbare schakel hierbij is het regelmatig uitvoeren van inspecties en een eenduidige toepassing van het rookbeleid.

Waar afspraken met de brandweer inzake opkomsttijden en taakuitvoering ontbreken of nog onvolledig zijn, zal DJI er op toezien dat deze door alle particuliere inrichtingen gemaakt worden. Hierbij zal het ook gaan om de juiste toerusting van de BHV-organisatie zodat de mogelijkheid tot ontruiming gewaarborgd is.

Voor de borging van de brandveiligheid op langere termijn bij de particuliere inrichtingen zal DJI inzetten op periodieke evaluatie van het brandveiligheids-beleid in het algemeen en op versteviging van de verantwoordingscyclus op dit punt in het bijzonder. Lokaal zal het uitgevoerde brandveiligheidsbeleid geëvalueerd en bijgesteld worden, waarbij de evaluaties en te nemen maatregelen in logboeken worden opgenomen. Ook het bijhouden van een registratie van uitgevoerde (ver)bouwwerkzaamheden en controle op de naleving van gebruiksvoorschriften maakt daar onderdeel vanuit. Jaarlijks worden nu reeds locatiebezoeken en audits gehouden om het niveau van de bouwkundige brandveiligheidsvoorzieningen op peil te houden. Daarnaast zijn binnen DJI verschillende vormen van veiligheidsoverleg op landelijk, regionaal en lokaal niveau ingesteld die helpen de borging en het bewustzijn van brandveiligheid bij deze inrichtingen te bevorderen.

4. Tot slot

Er is in afgelopen periode veel werk verzet. Ik zie met de slotbeschouwing in het inspectierapport het beeld bevestigd dat de aanpak heeft geleid tot een verantwoord brandveiligheidsniveau. Er zal binnen de reguliere werkprocessen bij DJI continue aandacht blijven voor borging en beheer. De aanbevelingen uit het rapport van de gezamenlijke inspecties zijn dan wel zullen worden verwerkt in de aanpassingen van het werkproces.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

De Arbeidsinspectie is met ingang van 1 januari 2012 met de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst samengevoegd tot de Inspectie SZW. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid en de Inspectie voor de Sanctietoepassing zijn met ingang van 1 januari 2012 samengevoegd tot de Inspectie Veiligheid en Justitie. De VROM-Inspectie is met ingang van 1 januari 2012 met de Inspectie Verkeer en Waterstaat samengevoegd tot de Inspectie Leefomgeving en Transport.

X Noot
3

Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2010–2011, nr. 24 587, nr. 431

Naar boven