nr. 344
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2009
In de brief van 26 mei 2009 verzocht de vaste commissie voor Justitie
van uw Kamer mij om informatie over de groepsopstand die op 12 mei jl.
in justitiële jeugdinrichting (jji) De Sprengen heeft plaatsgevonden.
Met deze brief kom ik aan dit verzoek tegemoet.
Beschrijving incident
Op 12 mei jl. is het onrustig op twee groepen in jji De Sprengen
te Zutphen.
Tijdens het luchten staat een aantal jongens voortdurend met hun rug naar
de beveiligingscamera. De pedagogisch medewerkers halen de jongens eerder
naar binnen. Als alle jongens binnen zijn, blijft de sfeer onrustig en opstandig.
Er wordt een radio, die steeds harder wordt gezet, in beslag genomen door
de groepsleiding en drie jongens moeten de rest van de avond op hun kamer
blijven.
Bij een tweede luchtmoment groepeert een aantal jongens zich weer met
de rug naar de beveiligingscamera. De sfeer wordt grimmiger. Alle jongens
worden de rest van de avond naar de kamer gestuurd. Een aantal jongens weigert
dit en richt vernielingen aan op de luchtplaats en bedreigt de pedagogisch
medewerkers. Hierop wordt alarm geslagen. Een paar jongens worden direct op
de kamer geplaatst. De andere jongens gooien ramen in waardoor twee jongens
zich weten te bevrijden en zich bij de groep voegen. Daarna klimmen de vijf
jongens op het dak dat aan de luchtplaats grenst.
Die dag heeft een gevelreinigingsbedrijf werkzaamheden verricht op het
dak en is een ladder op het dak blijven liggen. De jongens klimmen daarmee
op een hoger gelegen dak. Op dat moment wordt het incident voor de omgeving
zichtbaar. Op het dak liggen stenen ter verzwaring van onder andere een bliksemafleider
en brandveiligheidmateriaal. De jongens gooien daarmee naar omstanders en
auto’s.
Vanaf het moment dat de jongens op het dak zijn, houdt een beveiligingsmedewerker
van de inrichting, bijgestaan door twee onderhandelaars van de politie, continu
contact met de jongens. Omdat de jongens begrijpen dat door hun actie verder
verblijf binnen deze inrichting onmogelijk is, proberen zij daarover een afspraak
te maken. Dit verzoek wordt afgewezen. Na enige tijd komen de jongens van
het dak en worden door de politie meegenomen naar het bureau en in verzekering
gesteld.
Ondernomen acties
Bij de start van het incident is meteen de politie gealarmeerd. Ook is
het Intern Bijstandsteam van P.I. Zutphen ingeschakeld. Deze P.I. is gelegen
tegenover De Sprengen en heeft een samenwerkingsovereenkomst voor de inschakeling
van dit bijstandsteam.
Evaluatie
De inrichting heeft het incident geëvalueerd. Daaruit blijkt dat
er tijdens het incident conform protocollen en trainingen is gehandeld. De
afstemming tussen de inrichting, de sectordirectie JJI, de directie Voorlichting
en de politie ter plaatse is goed verlopen. Wel is geconstateerd dat verbetering
van communicatie tussen het crisis- en operationele team mogelijk is. Daardoor
kan bij incidenten mogelijk nog sneller worden gehandeld.
Ook is gesproken over het feit hoe het heeft kunnen gebeuren dat er een
ladder op het dak lag. De beveiliging heeft de ladder tijdens de dagelijkse
controle niet opgemerkt. De betreffende medewerkers zijn hier op aangesproken.
Bij de beveiligingscontrole zal nog scherper worden gelet op eventuele onveilige
situaties.
Binnenkort wordt een bredere evaluatie gehouden met externe betrokkenen
bij dit incident. Mogelijk leidt dit tot verbeteracties. Daarnaast wordt met
een deskundige van de Dienst Justitiële Inrichtingen een inspectie van
het gebouw uitgevoerd om te toesten of extra veiligheidsmaatregelen nodig
zijn.
Vervolg
Tijdens het gooien van de stenen zijn er auto’s beschadigd. Ook
het dak is beschadigd. De jongens zijn hiervoor aangehouden en in verzekering
gesteld.
Alle vijf de jongens zijn overgeplaatst naar andere inrichtingen.
Samen met de sectordirectie justitiële jeugdinrichtingen vind ik
dit een ernstig incident. Toch ben ik tevreden over het snelle en deskundige
opgetreden, over de evaluatie die meteen heeft plaatsgevonden en het feit
dat betrokken medewerkers van het gevelreinigingsbedrijf en de beveiliging
zijn aangesproken op het laten liggen van de ladder en op het niet opmerken
van deze ladder tijdens de controle. Door nog alerter optreden en verbetering
van de communicatie kan er bij dergelijke incidenten sneller worden gehandeld
en kan de ernst ervan worden beperkt.
De staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak