Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 21 april 2011.
De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens
een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer worden gegeven
uiterlijk op 21 mei 2011.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 april 2011
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel
7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging
van de volgende verdragen:
Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Benin betreffende de status van civiel
en militair personeel van het Nederlandse Ministerie van Defensie, aanwezig op het grondgebied van Benin voor de oefening
«DASSA 2009»; Cotonou, 7 juli 2009 (Trb. 2009, 120) Dit verdrag, dat reeds een keer is verlengd, wordt verlengd met een jaar tot 7 juli 2012.
Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese deel van Nederland. Het verdrag behoefde
destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van
de Staten-Generaal.
Briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Burundi betreffende de status van
het burgerlijke en militaire personeel van de Nederlandse en de Burundese ministeries van Defensie, aanwezig op hun onderscheiden
grondgebieden, in het kader van het partnerschap voor de ontwikkeling van de veiligheidssector in Burundi; Bujumbura, 17 augustus
2009 (Trb. 2009, 134). Dit verdrag, dat reeds een keer is verlengd, wordt verlengd met een jaar tot 17 augustus 2012.
Met deze verlenging zal het werkingsgebied van het verdrag worden aangepast zodat het verdrag niet alleen geldt in het kader
van het partnerschap voor de ontwikkeling van de veiligheidssector in Burundi, maar eveneens in het kader van militaire samenwerking.
Met de verlenging wordt ook de periode overbrugd tot de afsluiting van een meerjarig verdrag met dezelfde strekking waarover
de onderhandelingen thans lopen. Dit meerjarige verdrag zal uiteraard parlementaire goedkeuring behoeven.
Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese deel van Nederland. Het verdrag behoefde
destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van
de Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal