24 212
Vaststelling en invoering van afdeling 7.1.12 (huurkoop onroerende zaken) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 januari 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd.

A. In artikel I, onderdeel A, wordt lid 1 van artikel 7.1.12.7 vervangen door:

1. Van artikel 7.1.12.5 kan niet ten nadele van de koper worden afgeweken.

B. Na artikel II wordt een nieuw artikel IIA ingevoegd dat als volgt komt te luiden:

ARTIKEL IIA

In Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht:

Voor de tekst van artikel 282 wordt het cijfer 1 geplaatst. Ingevoegd wordt een nieuw lid 2 dat als volgt komt te luiden:

2. Indien in geval van executie een huurkoper van een onroerende zaak zijn recht niet kan inroepen tegen een hypotheekhouder of een beslaglegger, wordt aan de huurkoper uit de netto-opbrengst van het goed, met voorrang onmiddellijk na de vorderingen van degenen tegen wie hij zijn recht niet kan inroepen, een vergoeding uitgekeerd ten bedrage van de schade die hij als gevolg van de executie lijdt.

C. Na artikel VI wordt een nieuw artikel VIA ingevoegd dat als volgt komt te luiden:

ARTIKEL VIA

Indien het bij koninklijke boodschap van 30 november 1992 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met de bevoorrechting van vorderingen en de invoering van de mogelijkheid van een vereenvoudigde afwikkeling van faillissement (22 942) tot wet wordt verheven, wordt met ingang van het tijdstip waarop die wet in werking treedt, dan wel indien deze wet op een later tijdstip in werking treedt, met ingang van dat latere tijdstip, deze wet als volgt gewijzigd:

In artikel IIA worden de woorden «artikel 282» vervangen door: artikel 279.

D. In artikel VII worden de woorden «wordt met ingang van het tijdstip waarop de wet in werking treedt» vervangen door: wordt met ingang van het tijdstip waarop die wet in werking treedt.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven