24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 190 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2019

Op 13 december 2018 heb ik, naar aanleiding van het SCP-rapport «Net als thuis», met uw Kamer een debat gevoerd over ouderinitiatieven. Dit zijn woonvormen opgezet door ouders, voor kinderen met een beperking die recht hebben op ondersteuning op grond van de Wmo2015 en zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Tijdens dit debat heb ik uw Kamer twee brieven toegezegd over mijn inzet op het terrein van ouderinitiatieven. In deze brief geef ik aan welke acties ik al heb ingezet en welke ik ga uitvoeren op gebied van ouderinitiatieven. Voor het zomerreces informeer ik uw Kamer met een (tweede) brief over de voortgang en resultaten.

In het eerste deel van deze brief ga ik in op de definitie van (kleinschalige) woon- en ouderinitiatieven en het al door mij ingezette beleid op het terrein van wooninitiatieven. In het tweede deel ga ik in op aanvullende acties op terrein van ouderinitiatieven die door mij, in samenwerking met de veldpartijen en cliënten, worden uitgevoerd.

Ouder- en wooninitiatieven

In het debat heb ik aangegeven dat ik in voorliggende brief in zou gaan op wat ik versta onder een ouderinitiatief. In lijn met het SCP-rapport, zie ik ouderinitiatief als een woonvorm die is opgezet door ouders van (meestal volwassen) kinderen met een beperking die niet zelfstandig kunnen wonen.

Deze ouders verrichten diverse taken: zij regelen een geschikte woonvorm, vormen met elkaar een bestuur, dragen zorg voor het onderhoud van de woonvorm, overleggen met de verhuurder, kopen ondersteuning of zorg in met een persoonsgebonden budget of maken met de gemeente of het zorgkantoor afspraken over zorg in natura, organiseren activiteiten en blijven zodoende regie voeren over het leven van hun kind.

Er kan sprake zijn van hulp of ondersteuning op basis van de Wmo2015 of zorg op grond van de Wlz. Beide wetten bieden de ruimte ouderinitiatieven te ondersteunen. Op grond van de Wmo2015 bestaat de mogelijkheid lokaal maatwerk te bieden, terwijl de Wlz meer landelijke regels kent.

De wooninitiatieven ondersteun ik met de uitvoering van de Agenda pgb en het programma «Onbeperkt meedoen». Daarnaast is in het programma «Volwaardig leven» aandacht voor wonen voor mensen met een complexe zorgvraag. Er zijn diverse acties en activiteiten aangekondigd wooninitiatieven te ondersteunen:

  • De Agenda pgb heeft als doel het instrument pgb verdergaand te verbeteren. In deze agenda is ook een aantal ambities opgenomen over wooninitiatieven en pgb. In 2019 gaat gewerkt worden aan voorlichting over wooninitiatieven (wat komt er allemaal bij kijken), eenduidigere financiering tussen verschillende leveringsvormen in de Wlz en wordt inzicht vergaard over wat de consequenties zijn van het bundelen van pgb’s.

  • Vanuit het programma «Onbeperkt meedoen» wordt samen met de VNG ingezet gemeenten te stimuleren bij de lokale implementatie van het VN-verdrag ook aandacht te besteden aan goede voorbeelden van wooninitiatieven en deze voorbeelden onder gemeenten te laten delen.

  • Ook in het programma «Volwaardig Leven» is aandacht voor de woonsituatie voor mensen met een beperking. Over huisvesting is opgenomen dat dat één van de contextfactoren is die invloed heeft op mensen met een complexe zorgvraag. Als de woonsituatie niet aansluit bij de zorgvraag van deze mensen, kan probleemgedrag worden versterkt. Dit geldt zowel voor mensen die zorg in een instelling krijgen, als voor mensen met een complexe zorgvraag die thuis wonen. De relatie tussen optimale, persoonsgerichte zorg en de gebouwde omgeving wordt onderzocht om hier meer kennis over te ontwikkelen. De onderzoeksresultaten zijn naar alle waarschijnlijkheid in 2019 beschikbaar.

In diverse programma’s wordt dus al ingezet op het aanpakken van knelpunten bij wooninitiatieven. Maar de knelpunten bij ouderinitiatieven, zeker voor de initiatieven die met een pgb gefinancierd zijn, vragen om een aanvullende aanpak De acties die ik hieronder benoem, richten zich specifiek op ouderinitiatieven. Bij de uitvoering van deze acties wordt waar mogelijk zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande uitvoeringsstructuren die voor de lopende programma’s zijn ontwikkeld.

Acties en tijdpad

In het SCP-rapport «Net als thuis» is een aantal knelpunten genoemd waardoor ouderinitiatieven niet of onvoldoende van de grond komen. Uw Kamer heeft in het debat van 13 december 2018 verzocht concrete acties te ondernemen zodat ouders eenvoudiger een woonvorm op kunnen zetten voor hun kinderen. Op basis van het rapport, het debat met uw Kamer en de door uw Kamer aangenomen moties ben ik tot drie actielijnen gekomen:

  • 1. Toerusting van ouders;

  • 2. Versterking van zorg in natura;

  • 3. Verduidelijking financiën.

Actielijn 1 – Toerusting van ouders

De eerste actielijn betreft het beter toerusten van ouders om een ouderinitiatief te starten. Uit het SCP-rapport is gebleken dat ouders zich vaak onvoldoende geholpen voelen bij het starten van een initiatief of ervaren over onvoldoende informatie te beschikken. Hierbij gaat het concreet om de volgende onderwerpen:

  • Begrijpelijke voorlichting over de vigerende wet- en regelgeving;

  • Informatieverstrekking door gemeenten en zorgkantoren;

  • Het delen van goede voorbeelden;

  • Informatie voor ouders over het opzetten van een ouderinitiatief en de continuïteit hiervan;

  • Het verminderen van regeldruk.

Actie 1.1 – het ontwikkelen van een toolkit

Het is mijn ambitie voor de zomer van 2019 in samenspraak met alle betrokken partijen een toolkit te laten ontwikkelen voor ouders die een wooninitiatief willen starten. Hierin wordt informatie opgenomen over de Wmo2015 en de Wlz, goede voorbeelden, alsmede informatie ten behoeve van ouders over het opzetten van een ouderinitiatief.

Met het opzetten van deze toolkit geef ik tevens invulling aan de motie van de leden Hijink en Slootweg over het verspreiden van goed functionerende ouderinitiatieven1.

Actie 1.2 – het verminderen van regeldruk

In het programma Ontregel de zorg heb ik ambities geformuleerd de regeldruk bij de uitvoering van de Wmo2015, de Jeugdwet, de Wlz en de Zvw te verminderen. Hierbij is «snappen of schrappen» het credo. Dit geldt wat mij betreft ook bij het opzetten van ouderinitiatieven. In het SCP-rapport is aandacht gevraagd voor de toenemende regeldruk doordat zorgkantoren en gemeenten een ouderinitiatief gaan benaderen als zijnde instellingszorg waardoor het kleinschalige karakter (kan) verdwijnen. Ik ga verkennen welke regels onnodig zijn en geschrapt kunnen worden. Dat geef ik concreet vorm door het organiseren van een schrapsessie. Specifiek is door uw Kamer verzocht te onderzoeken of de verantwoording rondom pgb’s bij ouderinitiatieven kan worden vereenvoudigd. Dit punt bespreek ik en werk ik uit met de betrokken actoren. Met het uitvoeren van deze acties geef ik uitvoering aan de motie van de leden Ellemeet en Bergkamp over het verminderen van administratieve lasten2.

Uw Kamer heeft de motie van de leden Bergkamp en Hermans3 aangenomen waarin de regering wordt verzocht samen met KansPlus, Naar Keuze, Per Saldo en een aantal ouderinitiatieven (bijv. vanuit belangenvereniging RPSW) in kaart te brengen, welke wet- en regelgeving op ouderinitiatieven van toepassing is, en te bezien of een lichter regime qua wet- en regelgeving, met behoud van de kwaliteit van zorg, mogelijk is. Dit ga ik doen in de eerste helft van 2019.

Actielijn 2 – Versterking van zorg in natura

Als een ouderinitiatief wordt gestart is het van belang dat de zorg en ondersteuning goed is geregeld voor de burger. Dit kunnen ouders zelf verzorgen door middel van het inkopen van de zorg met een pgb of laten verzorgen door de gemeente of het zorgkantoor met zorg in natura. In de afgelopen jaren was het pgb vooral de manier voor ouders regie te behouden over het eigen zorg- en ondersteuningsaanbod. Het is mijn ambitie het aanbod, ook voor ouderinitiatieven, in natura te versterken.

Actie 2.1 – het aanbod in natura versterken

Samen met het Ministerie van BZK en Iederin wordt een onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de aard en omvang van de vraag en het aanbod naar specifieke woningen of woonzorgarrangementen voor mensen met een beperking en de knelpunten in de match tussen vraag en aanbod. Het onderzoek richt zich op de leeftijdsgroep tot 67 jaar met specifieke aandacht voor jongeren in de leeftijd van 15–30. De resultaten van het onderzoek zijn medio 2019 beschikbaar. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek wordt in overleg met VNG en gemeenten bezien in welke mate en op welke wijze ondervonden knelpunten kunnen worden opgelost. Ook ga ik in gesprek met ZN en zorgkantoren over de resultaten van het onderzoek. Deze gesprekken richten zich niet enkel op de vraag en aanbod van woonzorgvormen, maar ook op het zorg- en ondersteuningsaanbod in natura. Ik informeer uw Kamer voor de VWS-begrotingsbehandeling 2020 over de resultaten en de vervolgaanpak.

Hiermee geef ik invulling aan de motie van het lid Hijink over het stimuleren van ouderinitiatieven bij zorg in natura4 en de motie van de leden Bergkamp en Dik-Faber over een onderzoek naar woonzorgarrangementen voor mensen met een beperking5.

Actielijn 3 – Verduidelijking financiën

Een terugkerend probleem van ouderinitiatieven is dat ouders kampen met onduidelijkheid over de financiële situatie van de woonvorm als geheel of die van hun kind waar het gaat om zorg en ondersteuning. Het betreft hier de kortlopende beschikkingen die worden verstrekt door gemeenten en de toereikendheid van pgb-tarieven. Het is mijn ambitie om deze onrust weg te nemen.

Actie 3.1 – kortdurende beschikkingen in de Wmo2015

In de afgelopen periode is door diverse organisaties (Iederin, Per Saldo) en uw Kamer aandacht gevraagd voor de kortdurende beschikkingen die worden verstrekt in het kader van de Wmo2015. Deze situatie is naar de mening van Iederin en Per Saldo onwenselijk als het gaat om mensen met een levenslange beperking. Gemeenten moeten, volgens deze partijen, langduriger financiële zekerheid bieden, omdat de situatie van betrokkenen, bijvoorbeeld iemand met een autistische stoornis, niet (snel) zal verbeteren. Ik ben van mening dat waar beperkingen levenslang van aard zijn zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat mensen in onzekerheid verkeren over de continuïteit van zorg en ondersteuning. Ik wil graag tot een oplossing komen die zich verhoudt met de uitgangspunten van de Wmo2015.

Vanuit diverse programma’s en trajecten besteed ik aandacht aan dit punt. Zo ben ik samen met Ieder(in), VNG en diverse overige belangenorganisaties een verdiepingstraject gestart rondom jongeren met een levenslange en levensbrede beperking die zorg en ondersteuning nodig hebben voor hun kwaliteit van leven en het vervullen van hun wensen om naar vermogen mee te kunnen doen in de samenleving. Eén van de rode draden in dit traject is het wegnemen van knelpunten op het gebied van de toegang, waar een passende beschikking (naar aard, omvang en duur) een belangrijk aspect van is. Het is mijn voornemen in overleg met de betrokken organisaties, op basis van een nadere analyse te bezien op welke wijze aan mensen met een beperking van niet-tijdelijke aard langduriger zekerheid kan worden gegeven over de zorg en ondersteuning waarop zij zijn aangewezen. Ik informeer uw Kamer over de uitkomsten in de eerstvolgende brief over ouderinitiatieven.

Hiermee geef ik invulling aan de motie van het lid Bergkamp c.s. over het afgeven van toekenningsbesluiten voor langere duur6.

Actie 3.2 – pgb-tarieven ouderinitiatieven in de Wmo2015

Uw Kamer heeft mij verzocht om de toereikendheid van pgb-tarieven voor ouderinitiatieven te onderzoeken. Ik ga dit doen in 2019 door middel van een kwalitatieve verkenning. Hierbij wordt op basis van concrete signalen, bezien welke overwegingen hebben plaatsgevonden om te komen tot de toegekende pgb-tarieven. Uit het SCP-rapport is gebleken dat deze tarieven in veel gevallen als onvoldoende worden ervaren om bijvoorbeeld te kunnen investeren in domotica. Deze verkenning wordt samen met de VNG, KansPlus, Naar-Keuze, Per Saldo en ouderinitiatieven uitgevoerd en is voor de zomer van 2019 gereed.

Met de uitvoering van deze actie wordt invulling gegeven aan de overgenomen motie Bergkamp en Ellemeet7.

Actie 3.3 – wooninitiatieven-toeslag

Ook wil ik de onduidelijkheid wegnemen over het besteden van de wooninitiatieven-toeslag in de Wlz. Inmiddels is gerealiseerd dat de Vergoedingenlijst pgb zodanig is aangepast dat hierop staat vermeld dat de huur van de gemeenschappelijke ruimte, mits deze is gelieerd aan zorg, mag worden bekostigd uit het pgb. De nieuwe Vergoedingenlijst is o.a. op de website van de ZN gepubliceerd. Daarmee is duidelijkheid gerealiseerd die nodig was voor alle betrokkenen en is deze actie afgerond.

De acties in schema:

Actielijn

Actie

Gereed

Toerusting van ouders

Ontwikkelen toolkit

Tweede kwartaal 2019

 

Schrapsessie ouderinitiatieven

Tweede kwartaal 2019

 

Verkenning lichter regime wet- en regelgeving ouderinitiatieven

Tweede kwartaal 2019

Versterken zorg in natura

Onderzoek naar woonzorgarrangementen

Derde kwartaal 2019

 

Opstellen vervolgaanpak

Derde kwartaal 2019

Financiën

Stand van zaken kortdurende beschikkingen Wmo2015

Tweede kwartaal 2019

 

Kwalitatieve verkenning naar pgb-tarieven bij ouderinitiatieven

Tweede kwartaal 2019

 

Wooninitiatieventoeslag Wlz

Afgerond

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 24 170, nr. 185.

X Noot
2

Kamerstuk 24 170, nr. 189.

X Noot
3

Kamerstuk 24 170, nr. 183.

X Noot
4

Kamerstuk 24 170, nr. 184.

X Noot
5

Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 43.

X Noot
6

Kamerstuk 24 170, nr. 188.

X Noot
7

Kamerstuk 24 170, nr. 182.

Naar boven