24 095 Frequentiebeleid

Nr. 338 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2013

In de brief van 11 oktober 2011 (Kamerstuk 24 095, nr. 291) heb ik aangegeven welke acties er door Agentschap Telecom zouden worden ondernomen om de relatie tussen het agentschap en omroepmarktpartijen te verbeteren. Tijdens het AO van 21 november jl. (Kamerstuk 24 095, nr. 327) heb ik melding gemaakt van de voortgang in dit proces en toegezegd de resultaten per brief met u te delen.

In deze brief zet ik uiteen welke activiteiten het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden, welke concrete afspraken er met de omroepsector zijn gemaakt en welke onderwerpen in 2013 verder worden opgepakt.

1. Overzicht activiteiten 2011–2012

In juli en september 2011 zijn, als start van het proces, twee dialoogsessies gehouden onder voorzitterschap van voormalig staatssecretaris mevrouw Medy van der Laan. Doel van deze sessies was het identificeren en concretiseren van de belangrijkste knelpunten bij de markpartijen uit de omroepsector. Over deze knelpunten heb ik u in de eerder genoemde brief van 11 oktober 2011 geïnformeerd. Deze punten komen ook aan de orde bij de beschrijving van de resultaten van de dialoogsessies onder punt 2.

In de periode september 2011 – november 2012 is vervolgens door het agentschap een tiental themabijeenkomsten georganiseerd. In een aantal gevallen betrof het bijeenkomsten voor alle betrokkenen uit de omroepsector. In andere gevallen waren de bijeenkomsten gericht op een deelsector, zoals de houders van een middengolfvergunning of lokale publieke omroepen.

Eind 2012 is er een afrondende bijeenkomst georganiseerd, wederom onder voorzitterschap van mevrouw Van der Laan. Tijdens deze bijeenkomst is met de aanwezigen besproken welke resultaten zijn geboekt en zijn afspraken gemaakt voor de toekomst. Zowel de omroepmarktpartijen als Agentschap Telecom hebben de contacten in het afgelopen jaar als positief ervaren. Daarom is afgesproken dat Agentschap Telecom in het vervolg minstens één keer per jaar met alle omroepmarktpartijen overleg zal voeren. Daarnaast vindt zo vaak als nodig overleg per deelsector plaats.

Op die manier worden tijdig relevante thema’s en onderwerpen met de sector besproken en kunnen oplossingen voor gesignaleerde knelpunten in gezamenlijkheid worden verkend.

2. Resultaten dialoogsessies 2011–2012

a. Opstelling van het agentschap inzake zenderverplaatsingen, netwerkverbetering en internationale coördinatie

Met de omroepsector heeft het agentschap afspraken gemaakt over de wijze waarop de bescherming van de verzorging van de radionetten, zowel publieke als commerciële radionetten, verbeterd kan worden. Het betreft de wijze waarop door het agentschap rekening wordt gehouden met bestaande vergunningen in het geval een vergunninghouder een verzoek tot een zenderverplaatsing en/of netverbetering indient. Tot nu toe werd alleen het ontvangstgebied van andere vergunningen volgens de gebruikte frequentieplanningsnorm beschermd. Dit jaar wordt er een pilot gehouden waarin op verzoek van de sector het gebied net buiten de frequentieplanningsnorm, het zogenaamde «paarse gebied»1 ook wordt beschermd. In die (paarse) gebieden is in de praktijk in meer of mindere mate ontvangst mogelijk. Door een groter ontvangstgebied te beschermen is de kans klein dat luisteraars geconfronteerd zullen worden met nieuwe ontvangstproblemen als gevolg van aanpassingen in het netwerk van een andere omroep. In de beoordeling van een zenderverplaatsings- of netverbeteringsaanvraag zal, op uitdrukkelijk verzoek van de omroepsector, ook de dekking van andere vergunninghouders in het paarse gebied beschermd worden, tenzij de betreffende vergunninghouder een aantasting van dat gebied accepteert. Naar verwachting kan de hierboven beschreven nieuwe werkwijze medio 2013 worden ingevoerd en deze zal binnen één jaar geëvalueerd worden.

De sector wenst geen onnodige juridificering van verplaatsingsverzoeken en voorstellen tot netwerkverbetering. Om die reden is met de omroepsector afgesproken dat er een informatieve voorfase komt waarin de gevolgen van eventuele wijzigingen van de vergunning op informele wijze met de sector kunnen worden besproken. Doel hiervan is om te bevorderen dat alleen voorstellen in het formele besluitvormingstraject komen die kunnen rekenen op draagvlak in de sector en die niet in strijd zijn met de wet. De verwachting bestaat dat met deze aanpak kansrijke voorstellen sneller kunnen worden afgehandeld en dat juridische procedures kunnen worden vermeden.

Als reactie op vragen ten aanzien van internationale coördinatie zijn de marktpartijen in 2011 door een vertegenwoordiger van de Internationale Telecommunicatie Unie uitgebreid ingelicht over de werking van het Verdrag van Genève met betrekking tot internationale frequentiecoördinatie. Hierbij is ook van die zijde aan de marktpartijen duidelijk gemaakt dat internationale coördinatie door het agentschap in alle gevallen nodig is.

b. Toedeling toezichtkosten aan de sector en verdeelsystematiek

In overleg met de omroepmarktpartijen is een verkenning uitgevoerd naar

high trust toezicht om te bezien of het mogelijk is op deze manier de toezichtkosten te verlagen. De conclusie is dat alleen middengolfomroepen en mogelijk de lokale omroepen hierin geïnteresseerd zijn. Met hen vindt hierover in 2013 nader overleg plaats. De overige marktpartijen zien op dit moment te weinig meerwaarde in deze wijze van toezicht houden, die ook een sectoraal convenant vergt en relatief hoge individuele transactiekosten zal hebben.

Met de omroepmarktpartijen is ook gesproken over een andere onderlinge verdeling van de toezichtkosten. De Vereniging Commerciële Radio2 heeft hierbij in goed overleg met het agentschap het voortouw genomen. Dit heeft niet geleid tot een door de hele sector gedragen voorstel voor aanpassing van de huidige verdeelsleutel. De huidige systematiek wordt, met instemming van de sector, daarom niet aangepast. Overigens hecht ik er aan te melden dat Agentschap Telecom binnen de bestaande wettelijke kaders zo min mogelijk toezichtkosten doorbelast aan de sector. Zo is al meerdere jaren er voor gekozen om de tarieven slechts beperkt te corrigeren voor inflatie en zijn de extra uitvoeringskosten die het agentschap heeft moeten maken naar aanleiding van de problemen met de zendmast in Smilde, gelet op de bijzondere omstandigheden, niet doorberekend aan de sector.

c. Aanpak etherpiraten

De marktpartijen hebben tijdens een bijeenkomst op 7 november 2012 aangegeven nog steeds aanzienlijke schade te ondervinden door etherpiraterij. De aanpak van piraterij is een complex probleem waarvoor het agentschap intensief samenwerkt met andere partijen zoals de politie. De aanpak van piraten wordt steeds strenger en effectiever. Sinds december 2011 kan het agentschap hogere boetes opleggen en vindt er gericht extra inzet plaats tijdens specifieke periodes zoals de Kerstperiode. Ook kunnen omroepmarktpartijen eenvoudiger meldingen van overlast doorgeven aan het agentschap.

Het zal niet mogelijk zijn etherpiraterij volledig te voorkomen maar Agentschap Telecom zal in 2013 de beschikbare capaciteit nog gerichter inzetten en keuzes maken in de aanpak om deze zo effectief mogelijk te laten zijn. Tevens blijft het agentschap met de sector in gesprek om de aanpak nog verder te verbeteren.

d. Gebruik van ongebruikte frequentieruimte door lokale publieke omroepen

Het agentschap en de lokale omroepen hebben gesproken over mogelijkheden om meer maatwerk te leveren inzake de voorschriften op het gebied van frequentieplanning met als doel de frequentieruimte voor de lokale omroepen zo optimaal mogelijk te gebruiken. Naar aanleiding hiervan is besloten dat de vermogensrestrictie van 100 Watt3 wordt losgelaten in gevallen waar dat mogelijk is. Afhankelijk van de specifieke lokale omstandigheden is potentieel betere verzorging in de dekking van lokale omroepen mogelijk.

De lokale omroepen geven aan dat zij een vervolg op de eerder gebruikte experimenteer-vergunningen wensen in de vorm van een tijdelijke of voorwaardelijke vergunning om (tijdelijk) onbenutte frequentieruimte te gebruiken. Dit punt vereist een nadere verkenning. Voorts vereist dit afstemming met het Ministerie van OCW. Ik ga dan ook met partijen, het agentschap en de Minister van OCW in overleg om hierover, voor de zomer van 2013, duidelijkheid te verschaffen.

e. De middengolf

Met de middengolfomroepen zijn diverse overleggen gevoerd. Belangrijk bezwaar van deze omroepen is het gegeven dat de toezichtvergoeding gerelateerd is aan het maximale vermogen waarmee deze omroepen mogen uitzenden, zoals vermeld in hun vergunning. In de praktijk zenden echter vele vergunninghouders vanwege specifieke lokale omstandigheden en zakelijke overwegingen met een lager vermogen uit. In verband met de specifieke lokale problematiek is besloten dat het agentschap desgevraagd deze vergunningen zal aanpassen door het maximum vermogen te verlagen tot een waarde die het doelmatig frequentiegebruik nog rechtvaardigt. Hierdoor dalen ook de verschuldigde vergunnings- en toezichtsvergoedingen voor deze partijen. Daarnaast komt er op de website van het agentschap informatie beschikbaar waarmee vergunninghouders zelf een betere inschatting kunnen maken van de mogelijkheden tot aanpassing van hun eigen zendvermogen en de mogelijkheden om een andere uitzendlocatie te kiezen. Dit verbetert de mogelijkheden om middengolf in Nederland te exploiteren.

f. Transparantie

Naar mijn mening heeft het agentschap in 2011 en 2012 goede stappen gezet om de dialoog, transparantie, en houding en gedrag te verbeteren. Daarnaast is de schriftelijke communicatie op het gebied van vergunningen en registraties verder verbeterd en ook zijn de marktpartijen betrokken bij een verbetering van de website van het agentschap.

Begin 2013 vindt er een periodiek klanttevredenheidsonderzoek4 plaats. De resultaten hiervan zullen op de website van het agentschap worden gepubliceerd.

Op grond van de ondernomen acties en de geboekte resultaten concludeer ik dat de relatie tussen Agentschap Telecom en de omroepmarktpartijen dusdanig verbeterd is, dat ik vertrouw op een blijvend goede samenwerking voor de toekomst.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Met de paarse gebieden worden de gebieden bedoeld met ontvangstdegradatie in stappen van -3dB ten opzichte van de zerobase norm. In de praktijk is, afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte ontvanger, ook in het paarse gebied ontvangst mogelijk. Het gebied heeft om die reden voor de vergunninghouder een economisch belang.

X Noot
2

Vertegenwoordiger van de landelijke commerciële omroepen.

X Noot
3

In het verleden is, conform de Low Power Agreement en om alle gemeenten een lokale publieke omroep toe te kunnen wijzen, gewerkt met deze vermogensrestrictie. Deze wordt nu losgelaten indien dat niet ten koste gaat van andere vergunninghouders en voor zover dit via internationale coördinatie mogelijk kan worden gemaakt. Het gevolg is dat de mogelijkheden voor andere toekomstige lokale omroepen worden beperkt. Dit laatste is in lijn met de Kamerbrief van 2001 waarin dit als gevolg van het mogelijk maken van stereo-uitzendingen voor lokale omroepen al werd aangekondigd.

X Noot
4

Het laatste onderzoek dateert uit eind 2010. Het agentschap behoorde toen tot de 20% best scorende inspecties als het gaat om de algemene tevredenheid van klanten, met een algehele score van 3,9 op een schaal van 1 tot 5.

Naar boven