24 095 Frequentiebeleid

Nr. 337 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2013

Conform artikel 3.10, derde lid, van Telecommunicatiewet dat op 15 maart 2013 in werking zal treden, stel ik u hierbij in kennis van het ontwerp van een besluit betreffende de verdeling van frequentievergunningen. Het betreffen hier vergunningen voor commerciële radio-omroep voor de kavels A7, B38 en C08. In lijn met het digitaliseringsbeleid1 zijn de kavels A7, B38 en C08 bestemd voor omroepen die een bijdrage willen leveren aan de omschakeling naar digitale radio. Het onderhavige besluit waarvan het ontwerp als bijlage bij deze brief is gevoegd, wordt voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.2 Bijgevolg kan eenieder gedurende zes weken zijn zienswijze inbrengen waarna het definitieve besluit wordt vastgesteld.

Op deze wijze wordt rekening gehouden met het feit dat binnen afzienbare tijd de Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de Nota frequentiebeleid 2005 (Stb. 2013, 48) in werking zal treden. Op grond van artikel 3.10, derde lid, van de Telecommunicatiewet (nieuw) dient een ontwerp-bekendmakingsbesluit met inbegrip van de ontwerp-vergunningen te worden voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht. Het onderhavige besluit zal in werking treden onder het nieuwe hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet.

Zoals kenbaar is gemaakt in de Staatscourant, is het ontwerp van het besluit met andere relevante stukken ter inzage gelegd bij Agentschap Telecom. Deze stukken worden tevens geplaatst op de website van Agentschap Telecom om zo potentiële aanvragers in staat te stellen zich nu reeds voor te bereiden op een aanvraag.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstukken II, 2008–2009, 24 095, nr. 241

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven