24 095 Frequentiebeleid

Nr. 323 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2012

De storing in het telecomknooppunt in de Waalhaven te Rotterdam in juli 2011 toont aan dat uitval van ICT voorzieningen niet zonder gevolgen blijft voor het maatschappelijk leven. Cruciale verbindingen van de hulpdiensten vielen voor een deel uit en diverse vitale organisaties ondervonden in meer of mindere mate hinder van het incident. Het is tegen deze achtergrond dat ik de Inspectie VenJ heb verzocht een grondig onderzoek te doen naar dit incident. De Inspectie VenJ heeft het onderzoek gezamenlijk met het Agentschap Telecom uitgevoerd. Mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, bied ik u dit onderzoek van de Inspectie VenJ en Agentschap Telecom naar de KPN-storing Waalhaven Rotterdam aan samen met onze reactie hierop1. Het inspectierapport richt zich zowel op de oorzaak en aanpak van de storing als op de maatschappelijke effecten van de uitval. In het licht van recente storingen bij 112 zal de inspectie, wederom samen met het Agentschap Telecom, een quick-scan uitvoeren naar de hele 112-keten en -dienstverlening om de kwetsbaarheden bloot te leggen en aanbevelingen te doen voor verbetering. De resultaten hiervan worden in september verwacht. Ik zal dan reageren op de resultaten van dat onderzoek en op de elementen uit het huidige onderzoek die zich richten op de oorzaak en de aanpak van de storing. In deze brief ga ik slechts in op de aanbevelingen die betrekking hebben op de maatschappelijke effecten van de uitval.

Eén van de aanbevelingen uit het Inspectierapport aan de veiligheidsregio’s en andere vitale organisaties richt zich op het maken van continuïteitsplannen. Dit geldt vooral voor organisaties met een maatschappelijke taak, de vitale sectoren. Niet alleen omdat het voor het eigen werk belangrijk is dat kritieke processen altijd doorgang kunnen vinden, maar ook omdat hun werk voor het functioneren van de samenleving als geheel van cruciaal belang is. Het afgelopen jaar heb ik er dan ook op ingezet dat de sectoren Openbaar Bestuur (OB) en Openbare Orde en Veiligheid (OOV) continuïteitsplannen opstellen voor uitval van elektriciteit en ICT. Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) heeft op mijn verzoek een onderzoek uit laten voeren naar de stand van zaken met betrekking tot deze continuïteitsplannen binnen de sectoren OB en OOV2. Met deze brief geef ik u naast een korte reactie op het Inspectierapport, ook een reactie op dit WODC onderzoeksrapport Continuïteitsplannen ICT/elektriciteit.

Onderzoek Inspectie VenJ en Agentschap Telecom naar de KPN-storing Waalhaven Rotterdam

Met interesse heb ik kennis genomen van het rapport van de Inspectie VenJ en het Agentschap Telecom over de KPN-storing in Waalhaven, Rotterdam. Dit incident, waarbij in juli 2011 een storing optrad in het telecommunicatieknooppunt van KPN in de Waalhaven te Rotterdam, leidde tot uitval van cruciale verbindingen (waaronder C2000 en 112). Ook andere vitale sectoren ondervonden hinder van het incident.

Aanbevelingen ten aanzien van het opstellen van continuïteitsplannen

Uit het inspectierapport blijkt dat de storing bij KPN voor sommige veiligheidsregio’s vergaande gevolgen heeft gehad: de uitval van verbindingen via het C2000-communicatienetwerk voor de hulpdiensten, de uitval van het P2000-netwerk voor alarmering van deze diensten, het onbruikbaar worden van lijnen van brandmeldinstallaties en de uitval van (delen van) het Nationaal Noodnet. Als deze storing zich overdag had voorgedaan dan zou dat voor aanzienlijke problemen hebben gezorgd. Tekenend hiervoor is dat de regio Rotterdam-Rijnmond bij het aanbreken van de dag (om 07:00 uur) naar GRIP 4 niveau was opgeschaald. Het incident in de Waalhaven vond grotendeels ’s nachts plaats. De veiligheidsregio’s waren onthand door het wegvallen van de gebruikelijke middelen, maar waren in die nachtelijke uren redelijk in staat dit op te vangen.

Een deel van de aanbevelingen heeft betrekking op continuïteitsmanagement en is daarom specifiek gericht aan de veiligheidsregio’s. Deze aanbevelingen richten zich op bewustwording van de kwetsbare positie waar het gaat om telecommunicatievoorzieningen, op het zorgen voor een continuïteitsplan en op het beoefenen van het scenario waarbij sprake is van (gedeeltelijke) uitval van communicatievoorzieningen. Ik onderschrijf deze aanbevelingen die op het terrein van continuïteitsmanagement worden gedaan en zal deze waar nodig onder de aandacht van de veiligheidsregio’s brengen.

Uit het rapport blijkt dat de vier bij de storing betrokken veiligheidsregio’s zich bewust zijn van het belang van continuïteitsmanagement voor de veiligheid van hun verzorgingsgebied, maar dat zij zich slechts ten dele beseffen dat de uitval van communicatievoorzieningen zodanig grootschalig kan zijn, dat operationele hulpdiensten en andere vitale en/of maatschappelijke organisaties hun taken niet meer naar behoren kunnen uitvoeren. Het rapport geeft voorts aan dat drie van deze vier veiligheidsregio’s ook daadwerkelijk bezig zijn met het opstellen van een continuïteitsplan.

WODC onderzoeksrapport Continuïteitsplannen ICT/elektriciteit

Mijn ambitie om continuïteitsmanagement hoger op de agenda van de organisaties binnen de sectoren OB en OOV te plaatsen, vormde de aanleiding voor het onderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) op mijn verzoek heeft laten uitvoeren naar de stand van zaken met betrekking tot continuïteitsplannen bij uitval van ICT/elektriciteit binnen de sectoren Openbaar Bestuur (OB) en Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het rapport. De conclusies uit het onderzoek laten zien dat er nog veel werk valt te verrichten.

Het streven van het kabinet was dat 80% van de organisaties binnen de sectoren OB en OOV eind 2011 een continuïteitsplan bij uitval van ICT/elektriciteit zou hebben opgesteld. Uit het WODC onderzoek blijkt dat slechts 19% van de organisaties inmiddels in het bezit is van een plan. In het rapport is echter ook te lezen dat meer dan de helft van de organisaties van plan is om dit jaar een continuïteitsplan op te stellen. De onderzoekers zien een risico voor de haalbaarheid hiervan omdat het onderwerp geen overduidelijke prioriteit heeft bij de organisaties en de risicoperceptie laag is. Ik dring er bij de organisaties op aan dat ze er dit jaar alles aan zullen doen om de intenties tijdig waar te maken. Waar nodig zal ik daarbij ondersteuning bieden. Voor het prioriteren van het onderwerp is mogelijk ook een rol weggelegd voor de bestuurlijke koepelorganisaties zoals het Veiligheidsberaad, VNG, IPO en de Unie van Waterschappen. Ik ben hierover in gesprek met het Veiligheidsberaad, de Minister van BZK zal met de andere organisaties het gesprek hierover aangaan.

Vorig jaar is er vanuit mijn departement al veel ondernomen om de decentrale overheden te ondersteunen bij het opstellen van een continuïteitsplan. Zo is voor elk type organisatie binnen de sectoren OB en OOV een modelplan ontwikkeld en zijn er schrijfsessies georganiseerd met als doel nadere toelichting te geven op continuïteitsmanagement en het opstellen van een continuïteitsplan. Zoals ook uit het rapport blijkt, waren deze sessies goed bezocht en werd hier over het algemeen positief over geoordeeld.

In het onderzoeksrapport wordt aangegeven dat «gebrek aan tijd en capaciteit» de meest genoemde reden is waarom organisaties (nog) geen continuïteitsplan hebben. Uit het onderzoek blijkt echter ook dat er in de afgelopen periode wel vooruitgang is geboekt in de bewustwording wat betreft de inhoud van een continuïteitsplan. Ik zie dat als een belangrijke stap in de richting van het ontwikkelen van continuïteitsmanagement bij de desbetreffende organisaties. De inschatting van de kans op uitval is daarentegen zeer laag bij het merendeel van de organisaties. Ik vind dat dit risicobewustzijn omhoog moet. Ook de inschatting die door ongeveer de helft van de organisaties gemaakt wordt dat zij in geval van uitval nog steeds de primaire diensten kunnen leveren, laat zien dat er nog een beter inzicht nodig is in de gevolgen van grootschalige uitval van ICT en elektriciteit. Risicobewustzijn is een noodzakelijke basis om ervoor te zorgen dat organisaties zich (beter) gaan voorbereiden. Dit zal dan ook één van de aspecten zijn waarvoor ik nadrukkelijk aandacht zal vragen.

Uit het onderzoeksrapport blijkt dat met name de veiligheidsregio’s nog een slag moeten maken met het opstellen van continuïteitsplannen. Gezien de cruciale rol die de veiligheidsregio’s spelen bij rampenbestrijding en crisisbeheersing is het van groot belang dat de continuïteit van deze organisaties op orde is. Daarom dienen veiligheidsregio’s continuïteitsmanagement als belangrijk onderdeel van hun bedrijfsvoering te zien. Ik wil dat de veiligheidsregio’s hierin hun verantwoordelijkheid oppakken en ik wil met het Veiligheidsberaad afspraken maken over de rol die het kan vervullen om te bevorderen dat eind 2013 de 80% wel gehaald is. Verderop in deze brief ga ik hier nader op in.

Uit het rapport blijkt dat onder de politieregio’s nog weinig plannen gereed zijn, maar dat wel alle ondervraagde politieregio’s bezig zijn met het opstellen van een continuïteitsplan. Hoewel de korpsen momenteel in de ontwikkelingsfase naar een Nationale Politie zitten met daarbij de omvorming van 25 regio’s naar 11 eenheden is het goed als de ontwikkeling van de continuïteitsplannen ook in de huidige situatie wordt voortgezet zodat de overgang van continuïteitsmanagement naar de Nationale Politie soepel kan verlopen.

Het belang van gemeenten als schakel in de maatschappij is groot, zij zijn voor burgers het eerste aanspreekpunt van de overheid. Continuïteit van de primaire dienstverlening van gemeenten moet dan ook gewaarborgd zijn. Uit het rapport blijkt echter dat ook onder gemeenten nog onvoldoende continuïteitsplannen aanwezig zijn. Het onderzoeksrapport laat ook zien dat het grootste gedeelte van de provincies en waterschappen hun verantwoordelijkheid neemt en bezig is met het opstellen van een continuïteitsplan.

Vervolgstappen

Het onderzoek toont aan dat continuïteitsmanagement nog veel aandacht behoeft. Het blijft de verantwoordelijkheid van de organisaties zelf om een continuïteitsplan te ontwikkelen. Ik zal er bij de organisaties binnen de sectoren OB en OOV dan ook op aandringen deze verantwoordelijkheid op te pakken en te zorgen dat zij continuïteitsmanagement inbedden in hun organisatie. Om dit te bevorderen zal ik de organisaties binnen de sectoren OB en OOV hierbij waar mogelijk ondersteunen. Zo zal ik de specifieke modelplannen die er liggen met vertegenwoordigers van de betrokken organisaties verder uitwerken. Daarnaast bied ik aan dat de veiligheidsregio’s kunnen worden begeleid door een specialist op het gebied van continuïteitsmanagement. Ik ga met het Veiligheidsberaad in gesprek over hun mogelijkheden om het risicobewustzijn met betrekking tot uitval van ICT en elektriciteit te bevorderen. Het ligt voor de hand dat ook voor de koepelorganisaties UvW, VNG en IPO een (aanjagende) rol mogelijk is. De Minister van BZK zal met hen het overleg voeren over of en op welke wijze zij een rol kunnen spelen om continuïteitsmanagement hoger op de agenda van de betreffende organisaties te krijgen. Met deze inspanningen van alle betrokken partijen streef ik er met de minister van BZK naar om een concrete ambitie te formuleren voor alle organisaties binnen de sectoren openbaar bestuur en openbare orde en veiligheid, die voor eind 2013 gerealiseerd moet zijn.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Concreet gaat het hierbij om veiligheidsregio’s, politieregio’s (in de oude samenstelling), provincies, waterschappen en gemeenten. De Rijksoverheid is hier buiten beschouwing gelaten omdat daar een separaat beleidstraject voor is gevolgd. Dit traject is met goed resultaat afgerond. De Rijksoverheid heeft voor meer dan 80 % continuïteitsplannen gemaakt. Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven