24 077 Drugbeleid

Nr. 391 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2017

In de periode 2014 tot en met 2016 is door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in het kader van het toezicht op ambulante heroïne- en methadonbehandeling onderzoek uitgevoerd naar risico’s op onverantwoorde zorg. Dit als vervolg op het onderzoek dat ik u op 22 november 2012 heb toegezonden.1

Voor de resultaten van dit «Vervolgonderzoek ambulante heroïne- en methadonbehandeling 2014–2016» verwijs ik naar de factsheet en instellingsrapportages die te vinden zijn op de website van de IGZ (www.igz.nl).

Het vervolgonderzoek bestond uit verschillende toezichtsrondes. Bovendien is in deze periode door verslavingszorginstellingen een systeem van inter-institutionele audits opgezet en zijn de te toetsen veldnormen aangepast aan geactualiseerde richtlijnen. Afhankelijk van de geconstateerde risico’s zijn door instellingen verbeteringen gerealiseerd, zodanig, dat eind 2016 de conclusie kon worden getrokken dat alle instellingen er in zijn geslaagd verantwoorde zorg te leveren.

Tijdens de inspectieronde in het eerste kwartaal van 2016 voldeden twee instellingen op één onderdeel nog niet (volledig) aan de gestelde veldnorm. In de loop van 2016 hebben deze instellingen de gevraagde verbeteringen doorgevoerd waardoor eind 2016 alle instellingen volledig voldeden aan alle normen voor verantwoorde zorg.

Ik ben content met de wijze waarop de IGZ in deze het toezicht heeft uitgeoefend en vanzelfsprekend met het resultaat van het vervolgonderzoek.

Ik vind het van belang dat de IGZ het toezicht op opiaatonderhoudsbehandeling continueert en indien nodig maatregelen treft. Gelet op de resultaten van het vervolgonderzoek wordt het toezicht op deze ambulante behandeling op basis van risicosturing ingericht.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Kamerstuk 24 077, nr. 294.

Naar boven