24 077 Drugbeleid

Nr. 291 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2012

Naar aanleiding van uw verzoek van 20 september jl. om een reactie op het verzoek van Lid Berndsen om een debat met betrekking tot de weerstand die er is tegen algemene invoering van de «wietpas», bericht ik u als volgt.

Per 1 mei 2012 wordt in de zuidelijke provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland het aangescherpte coffeeshopbeleid gehandhaafd. Op dit moment bezie ik de ervaringen die opgedaan zijn in deze zuidelijke provincies. Ik laat mij in dit verband continu informeren door politie, OM en gemeenten en volg de operationele handhaving nauwgezet. Daarover ben ik ook in gesprek met burgemeesters en driehoeken. Zo is mij reeds nu gebleken dat het aantal drugstoeristen in de coffeeshopgemeenten waar het aangescherpte coffeeshopbeleid wordt gehandhaafd, sterk is afgenomen. Ongewenste effecten zoals straathandel en problematiek van drugsrunners worden door de politie aangepakt.

Zoals ik bij brief van 12 juli 2012 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 24 077, nr. 289) heb toegezegd, stuur ik u in oktober 2012 een brief over de ervaringen in de coffeeshopgemeenten in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Daarbij zal ik ook ingaan op de landelijke handhaving per 1 januari 2013 van het aangescherpte coffeeshopbeleid. Mede op basis van de adviezen die ik ontvang uit de regionale driehoeken, zal ik een zorgvuldige afweging maken. Hierover zal ik u in genoemde brief informeren.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven