Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2010
Uit de besluitenlijst van de procedurevergadering van 8 september jl. van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (VWS) blijkt dat naar aanleiding van de brief van 12 juli 2010 (Kamerstuk 24 077, nr. 253) is verzocht om nadere informatie over de coffeeshoppilots. Mede namens de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties
stuur ik u nadere informatie over deze pilots.
In september 2009 heeft het kabinet de Hoofdlijnenbrief Drugs naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstuk 24 077, nr. 239). Ter voorbereiding van de drugsnota is in de Hoofdlijnenbrief Drugsbeleid een aantal trajecten voorgesteld waaronder een
traject van pilots met coffeeshops gericht op het tegengaan van overlast door of vanwege coffeeshops. In dit kader is door
het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het ministerie voor Wonen, Wijken en Integratie (WWI),
in samenspraak met de ministeries van VWS en Justitie, aan tien gemeenten een bedrag van 3,3 miljoen beschikbaar gesteld voor
negen pilotvoorstellen. De bedragen komen beschikbaar via het gemeentefonds in de vorm van een decentralisatieuitkering. De
gemeenten steken zelf ook geld in de projecten.
Het is van belang te leren van de ervaringen die opgedaan zijn met de uitvoering van de pilotvoorstellen. Derhalve worden
alle pilots door een onafhankelijk bureau onder regie van het Ministerie van BZK begeleid en geëvalueerd. Bekeken zal worden
welke nieuwe maatregelen effectief zijn om overlast rond coffeeshops te bestrijden, zodat succesvolle maatregelen ook door
andere gemeenten ingezet kunnen worden. De pilots gaan dit jaar van start en hebben een looptijd van twee jaar. Het gaat om
de volgende pilots.
Het pilotvoorstel van de gemeente Amsterdam (à € 233 000,–) is gericht op het bewerkstelligen van kleinschalige en beheersbare
exploitatie en een meer evenwichtige spreiding van coffeeshops.
Het pilotvoorstel van de gemeente Arnhem (à € 75 000,–) betreft de vestiging van een politiehuiskamer dicht bij de concentratie
coffeeshops om zo de overlast van coffeeshops voor bewoners in een tweetal wijken te verminderen.
Het pilotvoorstel van de gemeente Eindhoven (€ 645 000,–) heeft meerdere doelstellingen waaronder het bevorderen van transparant
ondernemerschap, additionele eisen voor exploitanten voor bedrijfsvoering en schaalverkleining van coffeeshops onder meer
door invoering van het pasjessysteem.
Het pilotvoorstel van de gemeente Heerlen (€ 192 000,–) is gericht op de inzet van twee fulltime bijzondere opsporingsambtenaren
die zich richten op het toezicht en handhaving rondom verkeeraangelegenheden bij de coffeeshops.
Het pilotvoorstel van de gemeente Kerkrade (€ 163 000,–) is gericht op de aanpak van illegale verkooppunten. Verwachting is
dat schaalverkleining leidt tot meer illegale verkooppunten vanwege de hogere vraag van drugstoeristen. Voorts is de pilot
gericht op een goede begeleiding van de schaalverkleining van «legale» coffeeshops.
Het pilotvoorstel van de gemeente Leeuwarden (€ 150 000,–) betreft de inzet van buurtgastheren. Doel van deze pilot is enerzijds
om overlast door parkeer- en verkeersovertredingen te voorkomen. Anderzijds worden jongeren aangesproken die niet worden toegelaten
in coffeeshops en andere bezoekers van de coffeeshop vragen om softdrugs voor hen te halen. De gastheren zullen worden aangestuurd
door de gemeente.
Het pilotvoorstel van de gemeente Lelystad (maximaal over twee jaar € 143 000,–) betreft het monitoren van drugsgerelateerde
overlast in de gemeente Lelystad. Door middel van onderzoek kan de overlastsituatie in Lelystad voor en na het vestigen van
een coffeeshop gemeten worden.
Het pilotvoorstel van de gemeente Maastricht (maximaal € 1 088 000,– over twee jaar) betreft toepassing (en de voorbereiding)
van het ingezetenencriterium.
De pilotvoorstellen van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal (€ 616 000,–) hebben betrekking op het expliciet communiceren
met buitenlandse drugstoeristen in het Frans en Engels over de regelgeving softdrugs en het exportverbod en het in beeld brengen
van de objectieve en subjectieve resultaten van het lokaal gewijzigd cannabisbeleid.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink