Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2019
Tijdens de regeling van werkzaamheden op 12 maart jl. deed uw Kamer het verzoek (Handelingen
II 2018/19, nr. 61, Regeling van Werkzaamheden) om een brief over de stemming in het
Britse parlement van 12 maart (de meaningful vote), te ontvangen vóór 11:00 op 13 maart 2019. Om aan dit verzoek te voldoen, bied ik
uw Kamer, mede namens de Minister-President, deze brief aan.
Gisteravond heeft een ruime meerderheid in het Britse parlement gestemd tegen de motie
van de regering-May die goedkeuring voorstelde van het terugtrekkingsakkoord en de
politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen die in november
2018 werden overeengekomen en de aanvullende gezamenlijke documenten waarover het
Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Commissie op 11 maart 2019 overeenstemming
bereikten.
Het kabinet betreurt dat de Britse regering er ook nu niet in geslaagd is een meerderheid
in het Britse parlement te vinden. Nederland en de EU hebben er alles aan gedaan om
overeenstemming te bereiken. De afgelopen dagen en weken is er meermaals contact geweest
tussen de Minister-President en Premier May en is er tot het laatste moment intensief
onderhandeld tussen de EU en het VK. Net zoals in december en januari resulteerde
dit in een nadere juridische uitwerking en extra garanties voor het VK ten aanzien
van de afspraken over de backstop voor de Ierse grens zoals die zijn vastgelegd in het terugtrekkingsakkoord. Dit heeft
echter niet geresulteerd in de gehoopte meerderheid in het Britse parlement.
Een oplossing voor de huidige impasse zal uit Londen moeten komen. De EU blijft achter
het terugtrekkingsakkoord staan, inclusief de backstop, die een harde grens in Ierland
voorkomt en de integriteit van de interne markt waarborgt, tenzij en totdat er alternatieve
afspraken worden gemaakt. Indien het VK een onderbouwd verzoek om verlenging doet,
zal de EU27 dit bestuderen en er met eenparigheid van stemmen over beslissen. Ik informeerde
uw Kamer, onder meer in mijn brief van 28 februari 2019 (Kamerstuk 23 987, nr. 323), dat het kabinet welwillend tegenover een eventueel verzoek om verlenging staat
als er tegelijkertijd ook uitzicht is op een oplossing. Het kabinet hecht daarbij
aan het behoud van de eenheid van de EU27. Tevens dient het soepel functioneren van
de EU-instituties gewaarborgd te worden.
Het kabinet blijft zich tot het uiterste inspannen om alle voorzienbare en onvoorzienbare
gevolgen van een no deal Brexit zo goed mogelijk op te vangen, maar het is onvermijdelijk dat het ongewenste
en nu waarschijnlijkere no deal scenario gepaard zal gaan met verstoringen en problemen. Zoals eerder aangegeven,
kunnen niet alle inspanningen van de rijksoverheid komen en hebben alle belanghebbenden
een verantwoordelijkheid zich zo goed mogelijk voor te bereiden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok