23 908 (R1519) Voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen

AH/ Nr. 96 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 22 februari 2011.

De wens dat één of meer van deze uitvoeringsverdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 25 maart 2011.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2011

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die Rijkswet, heb ik de eer U mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot het sluiten van de volgende uitvoeringsverdragen:

  • 1. Wijziging van een aantal reglementen behorende bij de op 20 maart 1958 te Geneve tot stand gekomen ECE-Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen (Trb. 1959, 83)1.

Wat het Koninkrijk betreft zullen deze uitvoeringsverdragen alleen voor het Europese deel van Nederland gelden.

  • 2. Wijziging van een aantal Global Technical Regulations (GTR) behorende bij de op 25 juni 1998 te Geneve tot stand gekomen ECE-Overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen (Trb. 2001, 78)1.

Wat het Koninkrijk betreft, zullen deze uitvoeringsverdragen alleen voor het Europese deel van Nederland gelden.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven