23 900 XI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 1995

nr. 52
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 27 februari 1995

In juli jl. heeft mijn voorganger zich genoodzaakt gezien een viertal corporaties een aanwijzing op grond van artikel 41 BBSH te geven, wegens het speculatief handelen in rentederivaten. Deze instellingen zijn «Onze Woning» in Nieuwegein, «Vooruit» in Enschede, «K'77» in Utrecht en «VZOS» in Den Haag. In de maanden december 1994 en januari 1995 zijn er bij deze corporaties gericht onderzoeken ingesteld door de Inspecties Volkshuisvesting om na te gaan of het speciale toezichtsregime kan worden opgeheven.

De bevindingen van de ingestelde onderzoeken zijn dat de instellingen de aanwijzingen op adequate wijze hebben opgepakt en uitgevoerd, zodat er geen aanleiding meer bestaat om hun het vertrouwen in een goed functioneren te onthouden. Met ingang van dagtekening van deze brief is het reguliere toezichtsregime weer op hun van toepassing.

Behalve deze vier corporaties zijn er thans nog twee instellingen (Eigen Haard in Enschede en Jutphaas in Nieuwegein) die onder speciaal toezicht vallen vanwege het door hun gevoerde risicovolle financiële beleid. Op korte termijn zal ook bij deze instellingen worden nagegaan of zij hun financiële beleid zodanig hebben aangepast dat dit speciale toezichtsregime kan worden opgeheven.

Ik vertrouw erop u met deze brief naar behoren te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel

Naar boven