Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2023
Naar aanleiding van de tijdens het debat over de voorjaarsnota 2023 aangekondigde
motie van de leden Slootweg en Kuiken1, geef ik uw Kamer graag mijn reactie op deze motie.
De motie verzoekt de regering in afstemming met provincies, gemeenten en vervoersdiensten
te werken aan concrete maatregelen voor 2024 en 2025 om de bereikbaarheid van de regio
te behouden en te verbeteren en alles op alles te zetten om het huidige OV-niveau
niet verder te laten verschralen. En hierbij voor plannen met een financieel beslag
opties voor dekking te onderzoeken.
Ik herken de aanleiding voor de motie. Na de pandemie heeft de OV-sector, net als
andere sectoren, te maken met uitdagingen door de inflatie en de stijgende energie-,
materiaal en personeelskosten. Daarbij heeft de sector ook te maken met lange naweeën
van de pandemie, waardoor de reizigersinkomsten zich slechts geleidelijk herstellen.
Vanwege deze ontwikkelingen maken de verantwoordelijke decentrale overheden momenteel
keuzes ten aanzien van het regionale OV-aanbod. Het kabinet hecht aan voldoende bereikbaarheid
voor alle mensen in heel het land, ook in dunner bevolkte gebieden. De motie van de
leden Slootweg en Kuiken sluit daarop aan en sluit aan bij mijn toezegging zoals gedaan
tijdens het Commissiedebat Spoor van 8 juni jl. Bij de invulling van de toezegging
is het van belang uit te blijven gaan van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen
de decentrale overheden en het Rijk, de effectiviteit van maatregelen en het financiële
kader zorgvuldig mee te wegen. Zoals ik in de brief op van 17 maart jl. 2 en 21 april jl. 3 heb gecommuniceerd, ontbreken op dit moment voldoende middelen bij de rijksoverheid.
Ik zal uw Kamer naar aanleiding van de bestuurlijke overleggen Leefomgeving / MIRT
volgende week per brief nader informeren en daarbij ook ingaan op het financiële kader.
Het is mijn streven om, met inachtneming van bovenstaande opmerkingen en kanttekeningen,
de Kamer nog voor de begrotingsbehandelingen van de Ontwerpbegroting 2024 per brief
te informeren over de eventuele mogelijkheden. Daarmee is mijn appreciatie ten aanzien
van deze motie oordeel Kamer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen