23 645 Openbaar vervoer

Nr. 688 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2019

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de uitgevoerde «verkenning overdracht concessieverlening Friese Waddenveren»1. Een onafhankelijk onderzoeksbureau heeft onderzoek gedaan naar de consequenties van een mogelijke overdracht van de concessieverlening van de Friese Waddenveren van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) aan de provincie Fryslân.2 Aanleiding voor dit onderzoek zijn de afspraken in het coalitieakkoord 2015–2019 van de provincie Fryslân en de motie van de leden Van Helvert en Aukje de Vries3 om te onderzoeken of en hoe de concessieverlening van de veerdiensten overgelaten kan worden aan de provincie. Met het afronden van de verkenning kan deze motie als afgedaan beschouwd worden.

Het onderzoek

De onderzoekers hebben in het rapport de voor- en nadelen van decentralisatie van de concessieverlening van de Friese Waddenveren in kaart gebracht. Het rapport bevat geen advies over wel of niet decentraliseren. Het onderzoek dient daarmee als voorbereiding op politieke besluitvorming. In het onderzoek is aan de hand van de thema’s bereikbaarheid, duurzaamheid en infrastructuur gekeken naar de consequenties van decentralisatie van de Friese Waddenveren. Op al deze thema’s ziet het onderzoeksbureau geen uitgesproken voor- en nadelen van decentralisatie voor de reiziger, decentrale overheden, consumentenorganisaties en rederijen. De onderzoekers geven aan dat de concessieverlening op de meeste punten op dit moment al goed geregeld is. Dat biedt een goede basis om aan verder te werken.

De onderzoekers stellen vast dat er bij decentralisatie een verschuiving van verantwoordelijkheden zal plaatsvinden. Aan de ene kant leidt decentralisatie ertoe dat de concessieverlening voor de veerdiensten en voor een groot deel van het aansluitende OV bij één partij, de provincie Fryslân, komen te liggen. Geïnterviewden verwachten, aldus de onderzoekers, dat afstemming na decentralisatie gemakkelijker zal verlopen vanwege de nabijheid van en bestaande reguliere overleggen met de provincie. Decentralisatie zal er aan de andere kant toe leiden dat de verantwoordelijkheid voor de concessieverlening van de Friese Waddenveren niet langer bij IenW ligt. Terwijl de beheer- en onderhoudstaken voor de vaargeulen wel bij IenW blijven. De onderzoekers signaleren dat dit bij geïnterviewden zorgen oproept. Door duidelijke afspraken te maken tussen de provincie en het ministerie over de kwaliteit en beschikbaarheid van de vaargeulen, kunnen deze zorgen verminderd worden.

Vervolgtraject

Op 11 maart jl. heb ik het onderzoeksrapport besproken met twee gedeputeerden van de provincie Fryslân. Parallel aan aanbieding aan uw Kamer wordt het rapport door hen ook aangeboden aan de provinciale staten.

Vanuit zowel de provincie als het ministerie is een positieve grondhouding uitgesproken ten aanzien van decentralisatie van de concessieverlening van de Friese Waddenveren. Voor de provincie Fryslân zijn de veerdiensten van toegevoegde waarde om de lokale en regionale verbindingen te versterken. Bovendien blijkt de provincie in de praktijk al een natuurlijk aanspreekpunt als het gaat om de prestaties van de Waddenveren. Vanwege het regionale karakter van de veerdiensten naar de Friese Waddeneilanden en het vasteland ligt het, ook vanuit het ministerie, voor de hand om de concessieverlening regionaal te beleggen.

Met de provincie Fryslân heb ik daarom afgesproken om met het nieuwe college een traject in te gaan om met elkaar te verkennen of decentralisatie realiseerbaar is. Er zal onder meer een inventarisatie worden gemaakt van de kennisvragen die er nog liggen en een tijdspad voor het proces worden opgesteld. Daarbij wordt uiteraard ook gekeken naar de juridische haalbaarheid. Over het vervolgtraject zal ik uw Kamer in een later stadium nader informeren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 27 625, nr. 454, 27 september 2018.

X Noot
3

Kamerstuk 29 684, nr. 131, 7 april 2016.

Naar boven