Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2015
Met deze brief informeer ik u over de voortgang van de uitvoering van de motie Van
Veldhoven c.s. inzake de transitie naar zero emissie busvervoer, ingediend tijdens de begrotingsbehandeling
van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Handelingen II 2014/15, nr. 18, items
4 en 8) op 30 oktober 2014 (Kamerstuk 34 000 XII, nr. 35).
In de motie wordt gevraagd in afstemming met partijen uit de keten een uitrol- en
investeringsagenda uit te werken waarin knelpunten in regelgeving onderzocht en opgelost
worden, om te komen tot een transitie naar zero emissie busvervoer.
In de brief van 1 juli 2015 (Kamerstuk 23 645, nr. 604) bent u geïnformeerd over de eerste inzichten en resultaten van de verkenning naar
de inrichting van een ketenbrede transitieaanpak als onderdeel van de uitrol- en investeringsagenda.
Uitkomsten verkenning naar transitiekosten
Ik heb een verkenning laten uitvoeren naar de kosten en kostenontwikkelingen van verschillende
zero emissie bus opties. Het gaat hierbij om batterijelektrische bussen die we in
ons land al gewend zijn zoals op Schiermonnikoog of op luchthaven Schiphol, om innovatieve
vormen als trolleybussen die een groot deel van de rit zonder bovenleiding kunnen
rijden, en om elektrische waterstofbussen waar de elektriciteit geheel aan boord van
de bus wordt opgewekt met behulp van een brandstofcel. Er is hierbij ook gekeken naar
de mogelijke investerings- en financieringskant van de uitrolagenda. Momenteel wordt
het conceptrapport met partijen besproken. Na afronding zal het rapport naar uw Kamer
worden gestuurd.
Strategie voor verdere uitrol
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt in afstemming met de decentrale
overheden, vervoerders en industrie aan een stapsgewijze implementatie van het zero
emissie materieel. In de komende periode worden er afspraken gemaakt in een bestuursakkoord
aan publieke zijde en met de marktpartijen. Vervolgens zullen afspraken gemaakt worden
over het inzetten van financiële middelen van de EU, het Rijk, de decentrale overheden
en de marktpartijen. In aanloop daarnaar worden bijeenkomsten georganiseerd met publieke
en private partijen om daarmee de ketenbrede aanpak te versterken.
Mijn streven is er op gericht het bestuursakkoord in de eerste helft van 2016 af te
sluiten. Zodra dit akkoord er is, wordt uw Kamer nader geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma