23 645
Openbaar vervoer

nr. 331
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2009

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat en ik overleggen regelmatig over diverse aspecten van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer, onder andere over de aanwezigheid van toiletten. In het AO Toegankelijkheid OV van 4 september 2008 (Kamerstuk 25 847/31 200 XII, nr. 63) uitte de commissie zorgen over het feit dat NS nieuwe Sprinters in gebruik zou nemen zonder toilet. Ik heb toen toegelicht dat NS de beslissing om die treinen aan te schaffen al in 2004 heeft genomen, dat het technisch zeer ingrijpend en financieel heel kostbaar zou zijn om in de nieuwe treinen alsnog toiletten te realiseren en dat noch wet- en regelgeving, noch de vervoerconcessie mij de mogelijkheid bieden om NS te verplichten om elke trein te voorzien van een toilet.

Ik heb in het AO de suggestie gedaan om met NS en ProRail te onderzoeken hoe de toiletvoorzieningen over de hele keten (treinen en stations) geoptimaliseerd kunnen worden. NS, ProRail en VenW hebben uiteindelijk besloten om gedrieën een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de oordelen van de reizigers over diverse opties en naar de kosten van die opties. Het onderzoek is uitgevoerd door Steer Davies Gleave, een gerenommeerd gespecialiseerd bureau uit Engeland.

Het onderzoek is nagenoeg afgerond. Ik stuur vandaag het voorlopige rapport naar de decentrale overheden die concessies voor treinvervoer verlenen, naar de vervoerders die personenvervoer per trein verrichten en naar consumentenorganisaties, met het verzoek om mij hun zienswijze op het rapport te geven. Daarna zal ik u de beleidsconclusies voorleggen die ik trek op basis van het rapport en de zienswijzen van de betrokken partijen. Uiteraard zal ik dan het definitieve rapport bijvoegen.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Naar boven