23 645
Openbaar vervoer

nr. 165
MOTIE VAN HET LID ROEFS C.S.

Voorgesteld 5 juli 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat bij steden met zowel bus als tram en metro de afsplitsing van de bus onwenselijk is voor de reiziger;

overwegende, dat de opheffing van het mobiliteitsprobleem in de Randstad niet gebaat is bij een verdere versnippering van het aanbod;

overwegende, dat in de G4 sprake is van gecompliceerde netwerken;

overwegende, dat sociale veiligheid een integrale aanpak vergt die moeilijk aan diverse commerciële partijen valt te delegeren;

overwegende, dat openbare aanbesteding niet langer door Europese regelgeving verplicht wordt gesteld;

overwegende, dat de doelen uit de WP 2000, zijnde de toename van de klantgerichtheid, meer reizigers en toename van de kwaliteit, ook op een andere manier bereikt kunnen worden;

overwegende, dat er niet één gezamenlijke cao is voor het stad- en streekvervoer;

verzoekt de regering om indien op basis van criteria gebaseerd op de WP 2000 wordt aangetoond dat de GVB’s in de grote steden marktconform volgens Europese benchmarks werken, de openbare aanbesteding van het ov voor de G4 niet langer te verplichten en dit in de WP 2000 te wijzigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Roefs

Ouwehand

Duyvendak

Van der Ham

Naar boven