Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 augustus 2014
Vooruitlopend op de beantwoording van de schriftelijke vragen over Irak, die uw Kamer
morgen zal toegaan, informeer ik uw Kamer hierbij, mede namens de ministers van Buitenlandse
Zaken en van Defensie, over de Nederlandse bijdrage aan humanitair luchttransport
voor Irak.
Zoals vermeld in de beantwoording van de Kamervragen van leden van het CDA, CU en
SGP van 10 augustus jl.(Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 2725), heeft het kabinet onderzocht of Nederland een bijdrage kan leveren aan het transport
van humanitaire goederen naar de regio ten behoeve van de humanitaire noodsituatie
in Irak.
Het kabinet heeft met verschillende bondgenoten, partners in de regio en NGO’s overlegd
op welke manier een bijdrage snel en zinvol geleverd kan worden. Gebleken is dat er
behoefte is aan parachutes, voedsel, water en dekens. Daarom is besloten een bijdrage
te leveren in de vorm van transport van tientallen parachutes, water, voedsel en honderden
dekens naar de regio. Nederland werkt daarbij samen met de Australische luchtmacht,
die de parachutes zal inzetten voor droppings van de goederen boven het Sinjar gebergte
in Irak waar de nood het hoogst is. Australië voert deze droppings sinds gisteren
uit en heeft tot begin volgende week voldoende goederen voor de droppings. De Nederlandse
goederen zullen aanstaande zondag met een Nederlands militair vliegtuig (KDC-10) naar
de Verenigde Arabische Emiraten worden vervoerd om daar overgedragen te worden aan
de Australische luchtmacht.
De kosten voor deze actie zullen maximaal EUR 1 miljoen bedragen en komen ten laste
van het noodhulpfonds.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen