23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 326 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2011

Hierbij bied ik u de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 30 september 2011 inzake het Israëlisch bouwbesluit in Oost-Jeruzalem.

Het Israëlische ministerie van Binnenlandse Zaken heeft op 27 september 2011 zijn goedkeuring gegeven aan een besluit van de District Planning Committee van de gemeente Jeruzalem om 1100 nieuwe wooneenheden te bouwen in Gilo, een nederzetting liggend tussen Bethlehem en Jeruzalem op de Westelijke Jordaanoever. Het besluit staat nu open voor bezwaarprocedures bij de gemeente Jeruzalem gedurende een periode van 60 dagen. Definitieve besluitvorming vindt na afloop van die termijn plaats.

Ik heb in een verklaring op 27 september meteen de Nederlandse reactie bekend gemaakt. Voortgezette uitbreiding van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem is contraproductief voor het vredesproces. Ik heb de Israëlische regering opgeroepen dit besluit terug te draaien. Mijn oproep is van eenzelfde inhoud als de verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie, van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken en van Robert Serry, Speciaal gezant voor het Midden-Oosten van de VN.

Nederland is er voorstander van dat de EU met andere partners van het Kwartet de Israëlische regering blijft aansporen geen besluiten te nemen die leiden tot de uitbreiding van nederzettingen en die hervatting en succesvolle afronding van rechtstreekse onderhandelingen bemoeilijken.

Kwartetdiplomatie is de aangewezen weg om de partijen – Israël zowel als de Palestijnse Autoriteit-te stimuleren zich te onthouden van alle unilaterale stappen die de onderhandelingen in de weg zitten, in hun eigen belang en in het belang van het vredesproces.

Wat de nederzettingen betreft is de Nederlandse regering van oordeel dat die op basis van het internationaal recht illegaal zijn.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal