Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2010
Op 8 april jongstleden heeft u mijn voorganger per brief1 gevraagd om u het rapport toe te sturen van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa inzake de Mexicaanse griep.
U heeft daarbij ook gevraagd om een standpunt op dit rapport.
Op 24 juni 2010 jongstleden heeft de Parlementaire Assemblee op basis van het betreffende rapport een resolutie aangenomen
met daarbij een aanbeveling voor het Comité van Ministers. De definitieve teksten van rapportage2, resolutie3 en aanbeveling4 zijn op 10 september 2010 gepubliceerd. Bijgaand stuur ik u deze stukken toe5.
De bevindingen en aanbevelingen van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa richten zich onder andere op het functioneren
van de WHO, de Europese gezondheidsinstituten en de lidstaten. De resolutie roept de WHO op bestaande procedures aan te passen
en meer transparantie te betrachten bij inschakeling van experts en adviesraden, met speciale aandacht voor het voorkómen
van invloed van de farmaceutische industrie op de besluitvorming.
De resolutie vraagt de lidstaten om onder andere een eigen evaluatie te maken, procedures aan te scherpen om belangenverstrengeling
tegen te gaan en een fonds op te zetten om onafhankelijk onderzoek mogelijk te maken.
Ik heb kennis genomen van de bevindingen uit dit rapport. Mijn voorganger heeft een onafhankelijke evaluatie in gang gezet
naar de bestrijding van de Mexicaanse griep in Nederland. De resultaten van de evaluatie verwacht ik begin 2011. In de evaluatie
wordt de hele keten van signalering, advisering, beoordeling en risicomanagement onderzocht. Er wordt niet gekeken naar de
inhoudelijke adviezen van de Gezondheidsraad. Het is niet reëel om een adviesbureau de inhoudelijk medische adviezen te laten beoordelen.
Onafhankelijkheid van de Gezondheidsraad is wel essentieel. In een brief van 31-10-2008 (kamerstuk 22 894, nr. 195) aan uw Kamer heeft mijn voorganger aangegeven dat de procedures van de Gezondheidsraad voldoende garanties geven om een
onafhankelijke advisering te waarborgen. Dit werd ook ondersteund door de uitkomsten van een internationale reviewcommissie
die de Gezondheidsraad in 2008 beoordeelde. Ik zie nu geen aanleiding om daar op een andere manier tegen aan te kijken.
Voor wat betreft het functioneren van de WHO vind ik het belangrijk om de uitkomsten af te wachten van de evaluatie van de
International Health Regulations (IHR). Het functioneren van de WHO in reactie op de uitbraak van Mexicaanse griep is expliciet
onderdeel van deze evaluatie. De WHO heeft hiervoor begin april 2010 een Review Committee ingesteld. Deze zal rapporteren
aan de World Health Assembly (WHA) van mei 2011.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers