22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 842
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vijf fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Verordening inzake oprichting Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken; (Kamerstuk 22 112, nr. 838)

2. Beschikking inzake Europees vluchtelingenfonds; (Kamerstuk 22 112, nr. 839)

3. Kaderbesluit inzake jurisdictiegeschillen in strafzaken; (Kamerstuk 22 112, nr. 840)

4. Mededeling «Aanpak van de crisis in de Europese automobielindustrie»; (Kamerstuk 22 112, nr. 841)

5. Mededeling inzake Gemeenschappelijke preventiestrategie rampen.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche: Mededeling inzake Gemeenschappelijke preventiestrategie rampen

1. Algemene gegevens

Voorstel: Voorstel voor een mededeling inzake een Gemeenschappelijke preventiestrategie gericht op natuurrampen en rampen door menselijk toedoen.

Datum Commissiedocument: 23 februari 2009

Nr. Commissiedocument: COM (2009) 82

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=en&DosId =197989

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: SEC (2009) 203, COM (2009) 82

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=SEC:2009:0202:FIN:EN:PDF

Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep PROCIV, Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (tweede helft 2009)

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

2. Essentie voorstel

In deze mededeling geeft de Commissie aan te streven naar een gemeenschappelijke aanpak voor de preventie van natuurrampen en rampen veroorzaakt door menselijk toedoen in de Europese Unie met als doel deze te vermijden of de effecten ervan te verminderen in de Europese Unie. Met deze mededeling streeft de Commissie naar een verbeterde samenwerking tussen de Europese (mede) overheden om de aanpak van grensoverschrijdende rampen te optimaliseren. Hierbij wordt in acht genomen dat activiteiten op Gemeenschapsniveau worden geacht aanvullend te zijn op nationale activiteiten. De middelen die de Commissie daarbij in wil zetten zijn onder andere kennisontwikkeling, verbinden van actoren en beleid en het optimaliseren van prestaties van bestaande instrumenten op het terrein van rampenpreventie. Hiermee richt de Commissie de focus, die tot nu toe vooral gericht is op respons, ook op de andere schakels uit de veiligheidsketen. De Commissie wil met het voorstel voor een gezamenlijke aanpak voor rampenpreventie in de EU maatregelen identificeren die opgenomen kunnen worden in een gemeenschappelijke rampenpreventiestrategie.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie gaat in de Medeling uit van bestaande wet- en regelgeving en fondsen. Wel kondigt de Commisie aan dat bij de herziening van bestaande wet- en regelgeving, zoals de Environmental Impact Assessment (EIA) en Seveso richtlijnen, preventie expliciet mee te willen nemen. De voorstellen liggen allemaal op het terrein van het uitwisselen van informatie en best practices ten aanzien van rampenpreventie en het verhogen van het bewustzijn van EU-burgers. Er zal geen dwingende wet- of regelgeving uit voortvloeien. In de voorliggende mededeling worden de volgende opties en maatregelen geschetst:

• Creëren van condities voor de ontwikkeling van een kennisintensieve aanpak;

• Inventarisatie van informatie over rampen;

• Ontwikkelen van richtlijnen voor risicokaarten;

• Ondersteunen van onderzoek naar preventie op EU niveau;

• Verbinden van lessons learned met een geïntegreerde preventie aanpak;

• Afstemmen van informatie- en monitoringsystemen.

• Bewustzijn burgers verhogen;

• EU Training Netwerk;

• Versterken van Early Warning systemen;

• Effectiever gebruik van EU fondsen en middelen;

• Verbetering van impact studies;

• Netwerk van ministeries voor de uitwisseling van informatie op het gebied van rampenbestrijding, risico analyses, ruimtelijke ordening en milieu.

Voorzover de subsidiariteit en proportionaliteit van de maatregelen beoordeeld kan worden, luidt het oordeel positief. Elke lidstaat kan getroffen worden door rampen, daarnaast kunnen rampen een grensoverschrijdend karakter hebben, waardoor aanvulling en ondersteuning van de lidstaten bij de bestrijding van rampen vanuit de EU meerwaarde heeft.

Sommige van deze maatregelen kunnen meteen ten uitvoer worden gelegd, andere vragen verdere voorbereiding. Gestart zal worden met een inventarisatie van bestaande regelgeving en bijbehorende maatregelen teneinde dubbelingen te voorkomen. Op grond van de uitkomsten zullen aanvullende maatregelen worden bezien.

Indien het voorstel budgettaire gevolgen heeft worden deze ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline. De Commissie neemt zich voor zoveel mogelijk gebruik te maken van al bestaande fondsen en financieringsmogelijkheden. Hierbij zou ook gekeken kunnen worden of een percentage van het solidariteitsfonds, dat nu gericht is op herstel, ook aangewend kan worden voor preventie. Een hogere inzet op preventie kan leiden tot minder uitgaven voor herstel, aangezien door een verbeterde preventie in lidstaten de kans op een ramp of crisis vermindert of zelfs wordt voorkomen. Het totale budget voor civiele protectie hoeft in dat geval niet verhoogd te worden.

4. Nederlandse positie over de mededeling

De mededeling van de Commissie sluit aan bij de positie van Nederland om meer aandacht aan preventie te geven naast respons en herstel indachtig het idee dat voorkomen minder kost dan genezen. Preventie is echter in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de lidstaten. Hierdoor is de ruimte van de Commissie om met eigen initiatieven te komen beperkt en richt zich op de terreinen waar samenwerking in EU-kader meerwaarde heeft zoals de uitwisseling van best practices, informatievoorziening over rampen en het opstellen van non-binding guidelines voor het in kaart brengen van risico’s. De Nederlandse inzet zal erop gericht zijn om – met inachtneming van het beginsel van subsidiariteit – de Commissie in samenwerking met de lidstaten te stimuleren een actieve houding ten aanzien van preventie te laten innemen en in hun beleid invulling te geven aan rampenpreventie en -paraatheid.

Nederland wil met de aandacht voor preventie de volgende twee zaken bereiken. Ten eerste, door het voeren van gericht preventief beleid stimuleren dat lidstaten de kans op mogelijke rampen en crises verminderen. Gehoopt wordt dat hierdoor de noodzaak van EU respons op rampen en de aanwending van EU-fondsen voor herstel na rampen, kan verminderen. Ten tweede, Nederland wil de focus van de discussie in EU-kader verbreden, zodat naast respons ook de andere schakels van de veiligheidsketen, zoals preventie in acht kunnen worden genomen.

De volgende uitgangspunten zijn voor Nederland van belang om invulling te geven aan een effectieve gemeenschappelijke rampenpreventiestrategie:

1) De lidstaten zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor risicobeheersing in het kader van rampenpreventie en rampenbestrijding. De Commissie richt zich op terreinen waar samenwerking in EU kader meerwaarde heeft zoals informatievoorziening, uitwisseling best practices en het in kaart brengen van risico’s.

2) Het in kaart brengen van de rampenrisico’s, op regionaal en Europees niveau in het bijzonder voor rampen met een grensoverschrijdend karakter qua impact of qua benodigde capaciteit. De preventieve maatregelen kunnen op deze wijze beter op deze risico’s worden aangesloten, zowel door de lidstaten als de Commissie. Het uitvoeren van een goede risicoanalyse gericht op risico’s met een grensoverschrijdend karakter, gekoppeld aan het opstellen van scenario’s op regionaal en Europees niveau, is hiervoor van belang. De methodes voor een goede risicoanalyse zijn nog volop in ontwikkeling. De Commissie kan aan deze ontwikkeling bijdragen door onderzoek op dit gebied te ondersteunen.

3) Het delen van kennis en uitwisselen van informatie en het uitwisselen van best practices. De Europese Commissie kan hierin een rol spelen door te zorgen voor meer éénvormigheid van de evaluaties van crisissituaties en het opstellen van lessons learned. Hierdoor wordt het beter mogelijk informatie over rampenrisico’s in de EU te vergelijken en uiteindelijk de rampenpreventiestrategie op Europees niveau te verbeteren. Om deze synchronisatie te verbeteren kan de Commissie bijdragen aan gemeenschappelijke overeenstemming over de definitie van risico’s en de veronderstellingen van de veiligheidsketen, namelijk preventie, preparatie, respons en herstel. Niet-bindende richtlijnen voor preventieve maatregelen, evenals risicoanalyses, kunnen eraan bijdragen een basisniveau te ontwikkelen en het uitwisselen en vergelijken van informatie te vergemakkelijken.

4) Disaster Risk Reduction (DRR) heeft een bredere reikwijdte dan crisismanagement. Het is belangrijk om, zowel op nationaal niveau als op Europees niveau, DRR te integreren in beleid op terreinen zoals planning, ruimtelijke ordening, milieu en klimaat, volkshuisvestiging en verkeer en waterstaat. Inzet van bestaande financieringsinstrumenten voor activiteiten op het gebied van DRR helpen hierbij.

5) Bij de voorgestelde maatregelen in EU kader is het van belang deze ook in internationaal verband af te stemmen, met name op de VN International Strategy for Disaster Risk Reduction (ISDR), en waar mogelijk aan te laten sluiten op internationale standaards en richtlijnen.

Bij de voorgestelde acties zal Nederland aangeven dat de Commissie waar mogelijk dient samen te werken en af te stemmen met andere internationale organisaties die actief zijn op het gebied van rampenbestrijding en -paraatheid (o.a. NAVO, OECD, OVSE, sectorgebonden organisaties) om overlap en inefficiëntie te voorkomen.

Naast de acties die zijn aangekondigd in de mededeling zal NL voorstellen om een peer review systeem op te zetten, waarbij lidstaten onderling evalueren in hoeverre de preventieve maatregelen aansluiten op de bestaande risico’s. Een dergelijke systematiek wordt momenteel gebruikt bij de Nationale Crisis Centra (NCC’s) van de lidstaten en op het gebied van terrorismebestrijding en kan als best practice aangedragen worden.

Naast de aandacht voor het verhogen van het veiligheidsbewustzijn bij burgers, is het goed hier aandacht voor zelfredzaamheid van burgers en het veiligheidsbewustzijn van het bedrijfsleven aan te koppelen.

Naar boven