22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3470 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2022

In antwoord op het verzoek van 6 juli jl. om geen onomkeerbare stappen in de onderhandelingen te zetten ten aanzien van het EU-voorstel over de Verordening inzake natuurherstel (COM (2022) 304) voordat het na het zomerreces te houden commissiedebat Natuur plaats heeft gevonden, kan ik de Tweede Kamer het volgende melden.

De verwachting is dat de besprekingen over dit voorstel op zijn vroegst in september 2022 zullen beginnen. Er zal in verschillende sessies een eerste lezing worden gehouden waarin de commentaren van de lidstaten verzameld worden. Er zal dan nog niet onderhandeld worden. Veel lidstaten zullen net als Nederland tijd nodig hebben voor interne afstemming en een afgewogen standpuntbepaling. Zoals eerder toegezegd, zal de Tweede Kamer het BNC-fiche met het kabinetsstandpunt over dit voorstel begin september 2022 ontvangen.

Het Tsjechische voorzitterschap heeft een eerste uitwisseling van gezichtspunten («exchange of views») op Raadsniveau in december van dit jaar gepland. Zweden hoopt tegen het eind van zijn voorzitterschapsperiode (1e helft 2023) Raadsconclusies aan te kunnen nemen.

Vóór het op 6 oktober 2022 geplande commissiedebat natuur zullen dus mogelijk wel eerste besprekingen, maar nog geen onderhandelingen over het EU-voorstel hebben plaatsgevonden. Ik kan de Tweede Kamer dan ook toezeggen dat Nederland geen onomkeerbare stappen zal zetten vóór het genoemde debat.

Ik kan de Tweede Kamer tevens toezeggen dat ik u regelmatig op de hoogte zal houden over het verloop van de besprekingen en de onderhandelingen over het voorstel voor de EU-verordening.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

Naar boven