22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3073 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2021

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 7 fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).

Fiche: Verordening oprichting Gemeenschappelijke Ondernemingen onder Horizon Europe (Kamerstuk 22 112, nr. 3069) Fiche: Besluit Europees Partnerschap voor Metrologie (Kamerstuk 22 112, nr. 3070)

Fiche: Herschikking Verordening Roaming (Kamerstuk 22 112, nr. 3071)

Fiche: Mededeling actieplan synergie en civiele, defensie- en ruimtevaartindustrieën (Kamerstuk 22 112, nr. 3072)

Fiche: Mededeling Evaluatie handelsbeleid – Een open, duurzaam en assertief handelsbeleid

Fiche: Mededeling EU Klimaatadaptatiestrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 3075)

Fiche: Wijziging richtlijn erkenning beroepskwalificaties binnenvaart (Kamerstuk 22 112, nr. 3076)

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Fiche: Mededeling Evaluatie handelsbeleid – Een open, duurzaam en assertief handelsbeleid

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Evaluatie van het handelsbeleid – Een open, duurzaam en assertief handelsbeleid

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    18 februari 2021

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM(2021) 66

  • d) EUR-Lex

    https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52021DC0066&qid=1614328670336

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad Buitenlandse Zaken Handel

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Buitenlandse Zaken

2. Essentie voorstel

Op 18 februari jl. presenteerde de Commissie een mededeling waarin ze haar nieuwe handelspolitieke strategie voor de komende jaren uiteenzet. Eén van de kerndoelen van deze nieuwe strategie is om herstel van de Europese economie post-COVID-19 te bevorderen en om hervormingen in lijn met de Green Deal en de Europese digitaliseringsstrategie1 te ondersteunen. Via het EU-handelsbeleid wil de Commissie ook verder inzetten op multilaterale afspraken en internationale samenwerking voor een duurzamere en eerlijkere globalisering. Tegelijkertijd wil de Commissie het vermogen van de EU vergroten om wanneer geconfronteerd met oneerlijke handelspraktijken haar belangen na te streven en rechten af te dwingen – waar nodig unilateraal via de inzet van handelsinstrumenten.

Om deze doelstellingen te behalen zal de Commissie zich de komende periode richten op zes aandachtsgebieden. Eén daarvan is modernisering van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), door onder andere in te zetten op hervorming van het WTO-beroepslichaam en met gelijkgezinde landen te werken aan een brede klimaat- en milieuagenda. Daarnaast stelt de Commissie het ondersteunen van de groene transitie en het bevorderen van duurzame waardeketens en maatschappelijk verantwoord ondernemen tot doel. Zo zal de Commissie de samenwerking met handelspartners op het gebied van biodiversiteit, duurzaam voedselbeleid, vervuiling en de circulaire economie versterken, en de strategie voor effectieve implementatie van duurzaamheidsafspraken in handelsakkoorden, vastgelegd in het 15-punten actieplan uit 20182, dit jaar vervroegd herzien. Een ander aandachtsgebied in het hernieuwde handelsbeleid is het ondersteunen van de digitale transitie en handel in (digitale) diensten. Daarbij zet de Commissie onder meer in op afronding van e-commerce onderhandelingen in WTO-verband en op het versterken van regelgevende samenwerking met gelijkgezinde handelspartners. Het versterken van de regelgevende impact van de EU is een andere prioriteit. Zo streeft de Commissie naar het versterken van regelgevingsdialogen met gelijkgezinde partners, waaronder die met de Verenigde Staten. Ook prioriteert de Commissie het versterken van partnerschappen met buurlanden, uitbreidingslanden en landen in Afrika. Tot slot legt de Commissie de nadruk op effectieve implementatie en handhaving van afspraken in handelsakkoorden en het waarborgen van een mondiaal gelijker speelveld. Hierbij verwijst de Commissie onder andere naar inzet van het handelsdefensief instrumentarium3 van de EU en wetgevende voorstellen voor nieuwe handelsinstrumenten, zoals het voorstel voor een Instrument voor Internationale Overheidsopdrachten (IPI).4

Ten aanzien van «open strategische autonomie» stelt de Commissie dat ze hiermee de nadruk legt op het vermogen van de EU om haar eigen keuzes te maken en de wereld om haar heen vorm te geven door leiderschap en betrokkenheid, waarbij haar strategische belangen en waarden tot uiting komen. Hierbij beschouwt de Commissie openheid en betrokkenheid als een strategische keuze in het belang van de Unie. Daarbij ziet de Commissie het EU-handelsbeleid als ondersteunend instrument om de weerbaarheid van de EU te vergroten, bijvoorbeeld door diversificatie van handelspartners te faciliteren. Ook zet de Commissie in op betere integratie van kwetsbare ontwikkelingslanden in de wereldeconomie, onder andere via hulp en handel. Tegelijkertijd onderstreept de Commissie de noodzaak om waar nodig daadkrachtig op te treden wanneer de EU wordt geconfronteerd met oneerlijke handelspraktijken. Tevens benadrukt de Commissie de noodzaak om kwetsbaarheden in waardeketens en strategische afhankelijkheden zorgvuldig te analyseren om deze doeltreffend aan te kunnen pakken.

Ten slotte bouwt de Commissie voort op de huidige inzet voor een transparant en inclusief handelsbeleid door haar samenwerking met het maatschappelijk middenveld en sociale partners te intensiveren en inspanningen op het gebied van analyse en dataverzameling te verdiepen.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland heeft als middelgrote economie met een open karakter belang bij een open, eerlijk en op regels gebaseerd internationaal handels- en investeringssysteem. Veel Nederlandse bedrijven zijn verweven in mondiale productieketens en voor veel producten zijn grondstoffen en halffabricaten uit derde landen nodig. Voor het kabinet is het essentieel dat via het Europees handelsbeleid de voordelen van het internationaal handelsstelsel behouden blijven en een onnodige ontvlechting van waardeketens voorkomen wordt. Europees handelsbeleid moet volgens het kabinet daarnaast bijdragen aan een mondiaal gelijker speelveld, de kansen voor het Europees bedrijfsleven vergroten, ongewenste eenzijdige afhankelijkheden tegengaan en een duurzaam socio-economisch herstel bevorderen. Het kabinet ziet daarnaast ruimte voor de EU om haar marktmacht en het handels- en investeringsbeleid effectiever in te zetten als instrumenten in het buitenlands beleid, bijvoorbeeld door in de samenwerking en onderhandelingen met derde landen over handelsakkoorden actief in te zetten om tot hogere duurzaamheidsstandaarden en een goede naleving daarvan te komen.

Op het gebied van «open strategische autonomie» ziet het kabinet strategische autonomie niet als doel op zich, maar een wijze waarop een weerbare EU vormgegeven kan worden die in staat is om haar eigen publieke belangen, inclusief de beschikbaarheid van essentiële goederen en diensten, te borgen en die met een sterke interne markt economisch concurrerend blijft binnen een goed functionerend mondiaal handelssysteem. Het kabinet blijft daarbij inzetten op een open, eerlijk en duurzaam internationaal handels- en investeringssysteem en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. De voordelen van internationale handel en investeringen, toegang tot wereldwijde waardeketens en internationale concurrentiekracht moeten behouden blijven.

Effectieve implementatie en handhaving van ambitieuze afspraken op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling in handelsakkoorden is van groot belang voor het kabinet. Het Frans-Nederlandse non-paper over handel, duurzaamheid en sociaaleconomische ontwikkeling5 vormt een belangrijk deel van de Nederlandse inzet op dit gebied. Daarnaast is het kabinet voorstander van een ambitieuze EU-inzet op het gebied van handel en gender. Het Nederlandse non-paper over handel en gender6 bevat verschillende suggesties hiertoe. Een nadere uiteenzetting van de kabinetsprioriteiten in de herziening van het EU-handelsbeleid vindt u in de brief die hierover naar uw Kamer is verzonden.7

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet is positief over de mededeling van de Commissie «Evaluatie van het handelsbeleid – Een open, duurzaam en assertief handelsbeleid». Deze mededeling verschijnt in een periode waar de EU geconfronteerd wordt met verschillende trends en uitdagingen die een herziening van het EU-handelsbeleid wenselijk maken. Zo moet de EU in lijn met de Green Deal8 een groene transitie doormaken om een antwoord te bieden op mondiale uitdagingen op het gebied van klimaatverandering en de achteruitgang van natuur en biodiversiteit. Verder heeft de COVID-19 pandemie afhankelijkheden en kwetsbaarheden in mondiale waardeketens zichtbaarder gemaakt. Handelsbeleid kan een bijdrage leveren aan het adresseren van deze uitdagingen. Ook gaan in de maatschappelijke discussie over handelsbeleid meer stemmen op om de samenhang tussen handel en duurzame ontwikkeling te versterken. Met deze mededeling zet de Commissie belangrijke stappen in deze richting en behoudt de EU het vermogen om een relevante handelsspeler te blijven.

Het kabinet steunt de integrale benadering van de nieuwe handelspolitieke strategie. Handelsbeleid is immers onderdeel van een brede en samenhangende inzet in Europa. Het is positief dat er verbanden worden gelegd met de transities in de Green Deal, de van «boer-tot-bord»-strategie9 en de Europese biodiversiteits-10 en digitaliseringsstrategie11. Ook is het goed dat de Commissie handelsbeleid, internationale partnerschappen en ontwikkelingssamenwerking – onder meer hulp en handel – in onderlinge samenhang bekijkt voor meer strategische impact.

Het is daarnaast positief dat de Commissie EU-handelsbeleid en de marktmacht van de EU beschouwt als instrumenten ter ondersteuning van de doelstellingen van de EU, waaronder op het gebied van klimaat en digitale standaarden. Ook steunt het kabinet de aandacht voor de positie van het mkb in de mededeling en het voornemen van de Commissie om haar inzet op transparantie in handelsbeleid voort te zetten. Op het gebied van handel en gender had de mededeling volgens het kabinet meer ambitie kunnen tonen. Het kabinet zal er in de opvolging van de mededeling op blijven inzetten dat gendergelijkheid en economische empowerment van vrouwen een integraal onderdeel vormen van het EU-handelsbeleid.

Hieronder volgt een appreciatie van de verschillende aandachtsgebieden en actiepunten die in de mededeling worden benoemd.

Open strategische autonomie

Het kabinet verwelkomt dat de Commissie de nieuwe handelspolitieke strategie plaatst in het kader van de doelstelling om een open strategisch autonome EU vorm te geven. Deze sluit aan op de visie van het kabinet ten aanzien van een weerbare EU die in staat is om haar publieke belangen te borgen. Het kabinet verwelkomt het feit dat de Commissie hecht aan openheid, internationale samenwerking en dialoog in de context van strategische autonomie. Dit sluit aan bij de kabinetsinzet op een open, eerlijk en duurzaam internationaal handels- en investeringssysteem. De EU heeft ook een strategisch belang bij het ondersteunen van versterkte integratie van kwetsbare ontwikkelingslanden in de wereldeconomie. Het kabinet ziet daarbij net als de Commissie de noodzaak om de gezamenlijke EU-strategie hulp voor handel juist nu volledig uit te voeren.

Het kabinet onderstreept verder het belang van een omvattende en zorgvuldige analyse van kwetsbaarheden. Het kabinet zal daarom nadere identificatie van kwetsbaarheden en ongewenste strategische afhankelijkheden door de Commissie, onder andere in het kader van de implementatie van de Europese farmaceutische strategie12 en update van de Europese industriestrategie13, nauw blijven volgen.

WTO-hervorming

Het kabinet is tevreden met de inzet van de Commissie op WTO-hervorming, zoals beschreven in de mededeling en WTO-annex. Deze komt overeen met de kabinetsprioriteiten zoals gedeeld met uw Kamer.14 Bij de opvolging van de handelsstrategie zal het kabinet er voor blijven waken dat de EU een leidende rol blijft spelen in Genève. Het kabinet steunt het nastreven van WTO-hervormingen op het gebied van duurzame ontwikkeling en concurrentieverstorende overheidssteun, herstel en hervorming van het WTO-beroepslichaam en inzet op trans-Atlantische samenwerking. Andere Nederlandse prioriteiten voor de WTO, zoals het vinden van een nieuwe balans tussen rechten en plichten van leden, nieuwe regels voor industriële subsidies en staatsgeleide bedrijven, handel en gezondheid, en e-commerce komen ook ruimschoots terug in de mededeling en bijbehorende annex. Ook steunt het kabinet de inzet op vergroening van de hulp en handel agenda en het bevorderen van discussie in WTO-verband over hoe handel kan bijdragen aan fatsoenlijk werk en sociale rechtvaardigheid.

De groene transitie ondersteunen en verantwoordelijke en duurzame waardeketens bevorderen

Het kabinet is tevreden met de versterkte EU-inzet ten behoeve van duurzame ontwikkeling en onderschrijft het streven van de Commissie om handelsbeleid in te zetten ter ondersteuning van klimaat- en biodiversiteitsbeleid, in lijn met de Europese Green Deal. Het kabinet heeft daarbij een aantal aandachtspunten.

Het kabinet kijkt uit naar het handel- en milieu initiatief dat de Commissie in WTO-verband zal presenteren, dat onder andere gericht is op het bevorderen van handel in milieugoederen en -diensten. Tevens is het kabinet positief over het streven om in WTO-verband klimaat- en duurzaamheidsoverwegingen onder de aandacht te brengen in verschillende fora, te werken aan transparantie over fossiele brandstofsubsidies met het oog op disciplinering van inefficiënte fossiele brandstofsubsidies en het afronden van de onderhandelingen over visserijsubsidies.

Het kabinet ziet kansen voor het afsluiten van EU-handelsakkoorden met ambitieuzere duurzaamheidsafspraken en hecht aan effectieve implementatie en naleving daarvan. De toezegging van de Commissie om het 15 punten actieplan vervroegd te herzien ligt in het verlengde van de voorstellen in het Frans-Nederlandse non-paper over handel, duurzaamheid en sociaaleconomische ontwikkeling. Het kabinet ziet uit naar de nadere uitwerking van dit traject en de rol die de Raad en belanghebbenden hierbij kunnen spelen. Ook de lancering van het Single Entry Point, in lijn met de kabinetsinzet op een klachtenmechanisme voor het maatschappelijk middenveld, heeft het kabinet verwelkomd. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 16 november 202015 organiseert het kabinet in samenwerking met de SER gespreksrondes met het maatschappelijk middenveld, met als doel het leveren van additionele input vanuit het maatschappelijk middenveld bij de Commissie. Het kabinet verwelkomt verder dat de Commissie prioriteit wil geven aan de doeltreffende uitvoering van het Verdrag inzake biologische diversiteit en ratificatie en implementatie van de fundamentele ILO-conventies prioritair stelt in het kader van handels- en investeringsakkoorden. In aanvulling daarop ziet het kabinet graag dat de Overeenkomst van Parijs in toekomstige handels- en investeringsakkoorden als essentieel element wordt opgenomen.

Vanuit het oogpunt van duurzame voedselsystemen verwelkomt het kabinet het plan van de Commissie om voor toekomstige handelsakkoorden afspraken te maken over duurzame voedselsystemen. Het kabinet ziet uit naar de nadere uitwerking van dit traject en de rol die de Raad en belanghebbenden hierbij kunnen spelen. Het kabinet zal blijven inzetten dat handelsakkoorden aansturen op ambitieuze afspraken op belangrijke gebieden als dierenwelzijn16, het gebruik van pesticiden en de strijd tegen antimicrobiële resistentie.

Het kabinet is, conform de motie Van der Lee17, positief over het principe van een koolstofheffing aan de grens en positief nieuwsgierig naar het Commissievoorstel, dat in juni 2021 wordt gepubliceerd. Het kabinet is van mening dat een koolstofheffing weglekeffecten, waarbij bedrijven die veel CO2 uitstoten zich buiten Europa vestigen, kan tegengaan.18

In lijn met de motie Bouali19 zal het kabinet zich in EU-verband voor effectieve maatregelen inzetten om te voorkomen dat producten die op de EU markt geplaatst worden, bijdragen aan ontbossing. Het kabinet kijkt uit naar ambitieuze voorstellen van de Commissie om ontbossing tegen te gaan en benadrukt dat toekomstige wetgevende en niet-wetgevende maatregelen effectief aan het tegengaan van ontbossing en bosdegradatie moeten bijdragen.

Nederland heeft groot belang bij het voorkomen van arbitrair gebruik van handelsmaatregelen en streeft naar het behoud van een op regels gebaseerd handelssysteem. Tegelijkertijd zou het – zoals de Commissie ook stelt in haar mededeling – in sommige gevallen gerechtvaardigd kunnen zijn om aan EU en non-EU producten productievoorwaarden te stellen ten behoeve van bescherming van het milieu als global public good of tegemoet te komen aan ethische bezwaren. Het kabinet vraagt de Commissie om te onderzoeken hoe bovengenoemde unilaterale maatregelen conform WTO-regels vormgegeven kunnen worden en dat de Commissie aangeeft waar WTO-regels knellend zouden kunnen zijn om de doelstellingen te realiseren. Het kabinet nodigt de Commissie uit om bij het in kaart brengen van verschillende unilaterale maatregelen ook te bekijken op hoeveel steun diverse milieu en arbeidsmaatregelen kunnen rekenen op mondiaal niveau, op basis waarvan gerechtvaardigde handelsmaatregelen genomen zouden kunnen worden zonder dat sprake is van discriminatie tussen landen en producten, alsmede welke bijdrage zulke maatregelen leveren aan het realiseren van doelstellingen op het gebied van milieu en arbeidsrechten. Het kabinet zal zelf ook onderzoek laten doen naar de rol van milieubescherming- en arbeidsrechten binnen de WTO.20

Het kabinet verwelkomt dat de Commissie aangeeft dat zij verantwoorde en duurzame waardeketens verder zal bevorderen middels een voorstel voor een gepaste zorgvuldigheidsverplichting voor Europese bedrijven. In lijn met de beleidsnota «Van Voorlichten tot Verplichten»21 zet het kabinet in op een doordachte mix van beleidsmaatregelen ter bevordering van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Kernelement is een brede gepaste zorgvuldigheidsverplichting, die bij voorkeur op Europees niveau wordt ingevoerd. Een Europese aanpak zorgt voor een grotere impact in de keten en borgt een gelijk speelveld voor bedrijven. Het kabinet kijkt daarom uit naar het aangekondigde voorstel voor een verplichting op Europees niveau en richt zich momenteel op de beïnvloeding hiervan, onder meer door het leveren van input op de consultatie over de routekaart van de Commissie («inception impact assessment») en op een publieke consultatie22, evenals via een non-paper23. Door bouwstenen voor due diligence wetgeving uit te werken, primair ter beïnvloeding van het Europese traject, is Nederland ook optimaal voorbereid op het invoeren van nationale dwingende maatregelen zodra blijkt dat Europa te lang op zich laat wachten. Daarnaast pleit Nederland actief voor coherent Europees beleid op het gebied van IMVO, bijvoorbeeld door middel van een Europees Actieplan inzake IMVO.

De digitale transitie en handel in diensten ondersteunen

Het is in de ogen van het kabinet positief dat de Commissie in de mededeling de digitale transitie beziet in het kader van mondiale en technologische ontwikkelingen met toenemende concurrentie, waarbij de Europese visie op digitalisering wordt uitgedaagd. De digitale agenda van de EU is terecht een van de prioriteiten in het handelsbeleid. Voor Nederland is het daarbij van belang dat de EU in lijn met de Digitale Agenda voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking24 pleit voor het borgen van consumentenrechten en de belangen van ontwikkelingslanden.

Het kabinet steunt de Commissie in haar inzet om de rol van de EU in de digitale domein te versterken. Dat geldt voor de ambitie van de Commissie om een normgevend kader te stellen voor digitale handel, met regels over de bescherming van persoonsgegevens, privacy en andere fundamentele rechten en waarden.

De Commissie wil dat de EU een centrale rol speelt in het ontwikkelen van mondiale regels over digitale handel in de WTO. Daarnaast wil de Commissie mogelijkheden voor nadere regelgevende samenwerking met handelspartners verkennen op het gebied van digitale handel. Het kabinet steunt dit. Aangezien grensoverschrijdende datastromen een cruciale rol spelen in digitale handel, steunt het kabinet de inzet van de Commissie om grensoverschrijdende datastromen te waarborgen. Uiteraard met behoud van beleidsruimte voor cruciale zaken, zoals bijvoorbeeld nationale veiligheid en voor de bescherming van persoonsgegevens en privacy. Het kabinet ziet graag dat er meer inzicht in komt in de waarde van grensoverschrijdende datastromen en staat positief tegenover het plan om een Europees analytisch kader te ontwikkelen. Het kabinet wenst wel meer verduidelijking van de Commissie over dit voorstel.

De regelgevende impact van de EU versterken

Het kabinet verwelkomt de inzet van de Commissie om de invloed van de EU via internationale samenwerking op regelgevend gebied te versterken, zowel bilateraal, waaronder via handelsakkoorden, als via een meer strategische benadering ten aanzien van de inzet in internationale normalisatieorganisaties25 zoals de Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO). Het kabinet steunt ook de intentie van de Commissie om tot een goede dialoog en sterke samenwerking met Europese normalisatie-instellingen te komen, om zo tot meer strategische prioriteiten ten aanzien van internationale normen en standaarden te komen. Mede vanwege de geleidelijke afname van de relatieve marktmacht van de EU en technologische opkomst van andere landen die hun eigen standaarden ontwikkelen steunt het kabinet een strategische benadering van internationale samenwerking op regelgevend gebied. Zo verwelkomt het kabinet de inzet van de Commissie om trans-Atlantische samenwerking met de VS op regelgevend gebied te versterken via de op te zetten Handels- en Technologieraad.26 Verder is het kabinet positief over het combineren van handelsbeleid, internationale partnerschappen en ontwikkelingssamenwerking – onder meer via hulp en handel – om de acceptatie van internationale normen in ontwikkelingslanden te ondersteunen en de naleving van nieuwe regelgevingsvereisten te vergemakkelijken.

De partnerschappen van de EU met buurlanden en uitbreidingslanden en die met Afrika versterken

Het is positief dat de Commissie inzet op het versterken en verdiepen van handelsrelaties met landen en regio’s die geografisch dicht bij de EU liggen. Zo steunt het kabinet de inzet van de Commissie om de economische integratie met de Westelijke Balkan en het Zuidelijk Nabuurschap te bevorderen.

Het kabinet onderschrijft het economisch en politieke belang dat de Commissie hecht aan intensivering van de relatie met Afrika en is van mening dat dit de duurzame handels- en investeringsrelaties tussen de beide continenten en in Afrika zelf zal versterken en verwelkomt daarom ook de inzet van de Commissie hierop, zoals de steun van de Commissie aan de totstandkoming van de Afrikaanse Continentale Vrijhandelszone (AfCFTA). Naast de versterking van de handelsrelaties, ziet het kabinet ook het belang van het versterken van de investeringsrelaties met Afrika en de bevordering van private sector investeringen, onder meer via het Europese Fonds voor Duurzame Ontwikkeling Plus (EFSD+).

De nadruk van de EU op de uitvoering en handhaving van handelsovereenkomsten versterken en een gelijk speelveld waarborgen

De Commissie stelt in haar mededeling te streven naar de consolidatie van partnerschappen met belangrijke groeiregio’s – in de regio Azië-Pacific en Latijns-Amerika – door de voorwaarden te scheppen voor het afronden van onderhandelingen en ratificatie van nog openstaande handelsakkoorden. Handelsakkoorden bieden een mogelijkheid om afspraken te maken over duurzame ontwikkeling en een platform om hierover in gesprek te gaan. Ook faciliteren ze toegang tot derde markten, nemen ze handelsbelemmeringen weg en creëren zo nieuwe kansen voor Nederlandse ondernemers. Voor duurzaam economisch herstel post-COVID-19 is dat van groot belang voor Nederland. Tegelijkertijd gaan er meer stemmen op om de samenhang tussen handel en duurzame ontwikkeling te versterken. Ook het kabinet is voorstander van een ambitieuzere inzet op dit terrein in handelsakkoorden. Dit onderwerp vergt extra aandacht in het vervolgproces van openstaande partnerschappen alvorens tot besluitvorming kan worden overgegaan. Het kabinet zal uiteindelijk per akkoord de balans opmaken van de voor- en nadelen op basis van alle noodzakelijke stukken.

Het kabinet steunt de inzet van de Commissie op effectieve implementatie en handhaving van afspraken in handelsakkoorden onder het toeziend oog van de aangestelde Chief Trade Enforcement Officer. Zo kijkt het kabinet uit naar het wetgevend voorstel ten aanzien van de handhaving van gemaakte handelsafspraken met het Verenigd Koninkrijk dat de Commissie aankondigt in de mededeling.

Ook positief is dat de Commissie blijft inzetten op het adresseren van oneerlijke handelspraktijken via handelsinstrumenten, hetgeen in lijn is met de prioriteit van het kabinet om te werken aan een mondiaal gelijker speelveld voor Europese bedrijven. Bij effectieve inzet van het handelsdefensief instrumentarium van de EU zal het kabinet blijven benadrukken dat de EU bij de vormgeving van maatregelen te allen tijde een zorgvuldige afweging maakt tussen de belangen van producenten, industriële gebruikers, importeurs en consumenten.

Vanuit het oogpunt van economische veiligheid steunt het kabinet de oproep van de Commissie aan lidstaten om een samenwerkingsmechanisme voor screening van Foreign Direct Investment (FDI) op te zetten en te implementeren. Het kabinet geeft hier al gehoor aan en heeft hiertoe ook een contactpunt ingericht. Het kabinet staat in principe open voor versterkte samenwerking onder de Europese FDI-screeningsverordening die sinds oktober 2020 in werking is, maar wil eerst de evaluatie van dit mechanisme afwachten.

Het kabinet kijkt uit naar wetgevende voorstellen voor nieuwe instrumenten waar de Commissie naar verwijst in haar mededeling, waaronder die voor een zogenoemd «anti-dwang instrument»27 en een instrument om verstorende effecten van buitenlandse subsidies op de interne markt te adresseren. Bij het laatstgenoemde instrument neemt het kabinet als uitgangspunt een gelijk speelveld voor ondernemingen die actief zijn op de interne markt, ongeacht hun herkomst, zoals aangegeven in het kabinetsvoorstel voor een level playing field instrument28 en de kabinetsappreciatie witboek buitenlandse subsidies29. Ook zet het kabinet net als de Commissie in op een zo snel mogelijke totstandkoming van een effectief IPI. Tevens hoopt het kabinet dat de goedkeuringsprocedure voor de herziene dual-use verordening spoedig kan worden afgerond en zal het werken aan effectieve implementatie van de verordening na inwerkingtreding.

Het kabinet is ten slotte voorstander van maatregelen door de EU die het gelijke speelveld op het terrein van exportkredieten kan versterken. De EU kondigt in dit verband aan mogelijkheden voor een EU-strategie voor exportkredieten te gaan verkennen, waaronder een EU-exportkredietfaciliteit. Het kabinet kijkt uit naar concrete voorstellen van de Commissie. De meerwaarde van een faciliteit op EU-niveau naast de reeds bestaande nationale exportkredietfaciliteiten zal daarin vanzelfsprekend door de EU moeten worden aangetoond.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Lidstaten leggen verschillende accenten in de herziening van het handelsbeleid, variërend van verduurzaming van het handelsbeleid en handhaving van handelsafspraken, tot de inzet van handelsinstrumenten om op te treden tegen oneerlijke handelspraktijken. Ook stellen verschillende lidstaten dat de EU ervoor moet waken dat het door de veelheid aan doelstellingen in handelsakkoorden niet het vermogen verliest om deze af te sluiten. Rondom de uitwerking van het concept «open strategische autonomie» in relatie tot het EU-handelsbeleid hebben lidstaten ook verschillende prioriteiten. Sommige lidstaten bezien het concept in het kader van meer Europese zelfvoorzienendheid en herindustrialisering; andere lidstaten zien het meer in relatie tot openheid en diversificatie van handel, en stellen dat de EU moet waken voor protectionistische tendensen.

Ook in het Europees Parlement bestaan verschillende aandachtspunten ten aanzien van het nieuwe handelsbeleid. Sommige leden vragen bijvoorbeeld aandacht voor duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen; andere leden onderstrepen het belang van de EU om assertief op te treden tegen oneerlijke handelspraktijken en Europese ondernemers meer te beschermen.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling betreft de gemeenschappelijke handelspolitiek. Op dit terrein is er sprake van een exclusieve EU-bevoegdheid (zie artikel 3, lid 1, onder e, VWEU). De Commissie is zodoende bevoegd deze mededeling uit te vaardigen.

b) Subsidiariteit

Gezien de exclusieve bevoegdheid van de EU op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek, is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.

c) Proportionaliteit

De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De voorgestelde actiepunten staan in de juiste verhouding tot de nagestreefde handelspolitieke doelen, waaronder het bevorderen van economisch herstel post-COVID-19, het ondersteunen van hervormingen in lijn met de Green Deal en de Europese digitaliseringsstrategie, en de inzet op multilaterale afspraken voor duurzamere en eerlijkere globalisering. Het kabinet is van mening dat deze acties nodig zijn om richting deze doelen te werken en daarbij niet verder dan noodzakelijk gaan.

d) Financiële gevolgen

Er worden geen financiële consequenties verwacht en er zijn geen fondsen verbonden aan dit voorstel. Mochten deze desondanks optreden, is Nederland van mening dat eventuele benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen voor Nederland worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht

Daar waar de Commissie verwijst naar nieuwe wetgevende voorstellen die in de maak zijn, is voor het kabinet een duidelijke impact assessment van de mogelijke maatregelen essentieel. Hierin moet duidelijk worden aangegeven welke maatregelen de Commissie beoogt en welke gevolgen deze hebben voor overheid, bedrijfsleven en burgers. Verder steunt het kabinet het streven van de Commissie om de regeldruk voor het bedrijfsleven – het mkb in het bijzonder – te verminderen.


X Noot
1

Zie ook Kamerstuk 35 377, nr. 1 en Kamerstuk 22 112, nr. 2859.

X Noot
3

EU-instrumenten, zoals anti-dumping, die er op gericht zijn om een gelijk speelveld op de interne markt te herstellen.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1541.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2238.

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2197.

X Noot
8

Zie Kamerstuk 35 377, nr. 1.

X Noot
9

Zie ook Kamerstuk 22 112, nr. 2891.

X Noot
10

Zie ook Kamerstuk 22 112, nr. 2897.

X Noot
11

Zie ook Kamerstuk 22 112, nr. 2859.

X Noot
12

Zie Kamerstuk 22 112, nr. 3022.

X Noot
13

Zie ook Kamerstuk 22 112, nr. 2862.

X Noot
14

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2197.

X Noot
15

Kamerstuk 35 154, nr. G.

X Noot
16

Zie ook Kamerstuk 28 286, nr. 1063.

X Noot
17

Kamerstuk 35 377, nr. 13.

X Noot
18

Zie ook BNC-fiche Europese Green Deal Kamerstuk 35 377, nr. 1.

X Noot
19

Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 28.

X Noot
20

Zie ook Kamerstuk 21 501-02, nr. 2294.

X Noot
21

Kamerstuk 26 485, nr. 337.

X Noot
22

Kamerstuk 22 112, nr. 3044.

X Noot
23

Kamerstuk 26 485, nr. 362.

X Noot
24

Kamerstuk 34 952, nr. 65.

X Noot
25

Organisaties die internationale normen of standaarden – erkende afspraken of technische specificaties voor producten, diensten of processen – vaststellen.

X Noot
28

Kamerstuk 21 501-30, nr. 470.

X Noot
29

Kamerstuk 22 112, nr. 2917.

Naar boven