Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2020
In de brief van 19 februari 2020 doet u mij het besluit toekomen van de vaste commissie
voor Europese Zaken van 13 februari inzake het geactualiseerde overzicht van de afspraken
inzake de informatievoorziening van het kabinet aan de Kamer over Europese dossiers
en onderhandelingen. Dit mede naar aanleiding van hetgeen hierover is gewisseld tijdens
het algemeen overleg EU-informatievoorziening van 15 januari 2020.
Zoals u terecht stelt, zijn de afspraken rond de EU-informatievoorziening organisch
gegroeid en vastgelegd in een groot aantal kamerbrieven, moties en toezeggingen. Het
kabinet juicht het dan ook toe dat met uw brief, en in het bijzonder de bijlage, een
totaaloverzicht van de afspraken rond de EU-informatievoorziening tot stand komt.
Ik zou willen voorstellen om dit overzicht van de afspraken jaarlijkse tijdens het
algemeen overleg EU-informatievoorziening met uw Kamer te bespreken en dit een vast
onderdeel van de agenda te maken. Op deze wijze kan met uw Kamer worden vastgesteld
of de bestaande afspraken nog volstaan of dat er op grond van ontwikkelingen in de
Europese Unie nadere afspraken moeten worden gemaakt teneinde uw Kamer in staat te
stellen zo goed mogelijk haar rol te vervullen. Voorgaande laat uiteraard onverlet
dat mochten de ontwikkelingen in de Europese Unie daarom vragen, uiteraard in de tussenliggende
periode aanvullende informatieafspraken kunnen worden gemaakt.
Ten aanzien van het overzicht van de afspraken rond de EU-informatievoorziening zou ik, als coördinerend bewindspersoon, namens het kabinet nog een aantal
opmerkingen willen maken. Deze zijn cursief opgenomen in de bijlage bij deze brief1. Ik ga ervanuit dat deze, tezamen met de afspraken uit uw brief van 19 februari,
het totaaloverzicht van de afspraken betreffende de EU-informatievoorziening vormen
en bij het volgende algemeen overleg EU-informatievoorziening zullen worden besproken.
Tot slot merk ik graag op dat de afspraken betreffende de EU-informatievoorziening met uw Kamer worden gemaakt, maar dat deze eveneens worden benut voor
de EU-informatievoorziening aan de Eerste Kamer. Om deze reden stuur ik een afschrift
van deze brief aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok