22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2255 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2016

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Besluit deelname van de EU aan PRIMA (Kamerstuk 22 112, nr. 2254)

Fiche: Mededeling ruimtestrategie voor Europa

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Mededeling Ruimtestrategie voor Europa

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Ruimtestrategie voor Europa

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    26 oktober 2016

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM(2016) 705

  • d) EUR-Lex

    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1477821653051&uri=COM:2016:705:FIN

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad voor Concurrentievermogen, configuratie Ruimtevaart

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Economische Zaken

2. Essentie voorstel

In de strategie wordt een sterk accent gelegd op de maatschappelijke, economische en veiligheidsgerelateerde benutting van satellietdata, met name van de Europese Copernicus- en Galileosatellieten voor respectievelijk aardobservatie en navigatie. Voorbeelden hiervan zijn het monitoren van klimaatverandering en het verbeteren van grenscontroles en maritiem toezicht. Een ander speerpunt betreft het bevorderen van een innovatieve en concurrentiekrachtige Europese ruimtevaartsector. Verder gaat de strategie in op het versterken van de Europese autonome toegang tot de ruimte (via Europese draagraketten). Ook beschrijft de strategie dat er sprake is van toenemende bedreigingen in de ruimte (ruimteschroot, cyberdreigingen en ruimteweer). Als laatste is er aandacht voor de rol van Europa als onderdeel van het mondiale speelveld alsmede het bevorderen van internationale samenwerking. Ook wordt er kort ingegaan op de relaties tussen de EU/Commissie en andere partijen. Hoewel niet expliciet opgenomen in het voorstel, verliep de relatie tussen de Commissie en het Europese Ruimtevaartagentschap (ESA) de afgelopen jaren moeizaam. Dit leek vooral te maken te hebben met de veranderende (en grotere) rol van de Commissie op het gebied van ruimtevaart. Deze relatie is inmiddels sterk verbeterd.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

In november 2016 is een brief met de nota Ruimtevaartbeleid 2016 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 24 446, nr. 60). Deze brief bouwt verder op de nota Ruimtevaartbeleid 2014–2020 (Kamerstuk 24 446, nr. 55) die op 11 september 2014 naar de Tweede Kamer is verstuurd.

Samengevat zijn de doelstellingen voor het Nederlandse ruimtevaartbeleid zoals ook opgenomen in de bovengenoemde voortgangsbrief:

  • 1. Het ondersteunen van hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek op het gebied van sterrenkunde, aardgericht ruimteonderzoek en planeetonderzoek.

  • 2. Het bijdragen aan de ontwikkeling van een gezonde ruimtevaartsector, inclusief verkoopbare producten en diensten die aan ruimtevaart zijn gerelateerd.

  • 3. Het inzetten van satellietdata voor nieuwe toepassingen en diensten die nuttig zijn in onze samenleving, alsmede voor bijdragen aan ontwikkelingen elders, in het bijzonder in ontwikkelingslanden en opkomende markten.

  • 4. Het behouden en versterken van de ESA-vestiging te Noordwijk (ESTEC), alsmede het verder intensiveren van de samenwerking tussen ESTEC, de Nederlandse kennisinstellingen en het Nederlandse bedrijfsleven.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland verwelkomt de strategie en is positief over het gevolgde consultatieproces. De genoemde elementen uit het voorstel sluiten aan bij het nationale ruimtevaartbeleid en bij de inzet van Nederland in Europa. Deze inzet heeft u als bijlage van de nota Ruimtevaartbeleid 2016 ontvangen (Kamerstuk 24 446, nr. 60). De in de consultatie genoemde punten hebben een plek in de strategie.

Alle onderdelen uit de strategie acht Nederland van belang, dit geldt met name voor het beter benutten van satellietdata ten behoeve van het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en inrichten van meer efficiënte en effectieve (overheids)processen, alsmede een goede samenwerking tussen de EU en ESA. Beide punten staan expliciet genoemd in de strategie.

Tevens onderkent Nederland de behoefte aan kennisopbouw en beleidsontwikkeling inzake de defensie- veiligheidsaspecten van ruimtevaart, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar beeldopbouw (space situational awareness), de invloed van zonneactiviteit op vitale infrastructuren en de aansluiting bij het nationale cluster voor innovatieve satelliettoepassingen ter ondersteuning van de nationale veiligheid.

Een aandachtpunt betreft de urgentie van de continuering van zowel het Europese aardobservatieprogramma Copernicus, als van het satellietnavigatieprogramma Galileo. Hoewel dit onderwerp in de strategie aandacht krijgt, zou dit naar mening van Nederland nog explicieter genoemd en uitgewerkt mogen worden. Dit zowel vanwege de al gedane investeringen in deze programma’s als ten behoeve van het garanderen van een continue en betrouwbare datastroom. Dit laatste is vooral van belang in het aantrekken van bedrijven die toepassingen op basis van deze data willen ontwikkelen. Te denken valt hierbij aan de zogenaamde «value adding»- bedrijven: bedrijven die de ruwe beschikbare data verrijken, waardoor de toepassingsmogelijkheden van de data vergroot worden.

Nederland zal zich hiervoor in de Europese Unie inzetten.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Zowel vanuit de EU als de ESA-lidstaten en ESA zelf is er brede steun voor de strategie en het voorafgaande consultatietraject. Voor zover bekend is ook het Europees parlement positief over de strategie.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

Artikel 189 VWEU. Er is een gedeelde bevoegdheid van de Europese Unie en de lidstaten. De uitoefening van bevoegdheid van de Europese Unie belet de lidstaten niet om hun eigen bevoegdheid uit te oefenen.

b) Subsidiariteit

Positief. Ruimtevaart is bij uitstek een Europese aangelegenheid, zeker wanneer de concurrentie op dit gebied binnen het mondiale speelveld wordt aangegaan. Dit heeft te maken met de lange termijn visie en handelingen en de benodigde grote investeringen. Het Europese niveau is het geëigende niveau voor deze ruimtevaartstrategie.

c) Proportionaliteit

Positief. De Commissie doet op de verschillende onderdelen verschillende concrete voorstellen om de genoemde ambities te verwezenlijken. Dit zijn veelal geen wettelijke voorstellen, al worden maatregelen voor een aantal onderwerpen niet uitgesloten.

De voorstellen sluiten aan op de ambities en zijn proportioneel van aard, voor zover op dit moment kan worden voorzien. In de implementatiefase zullen deze voorstellen de gewone onderhandelingsstructuur doorlopen met daarin ruimte voor inbreng van de lidstaten.

d) Financiële gevolgen

In de mededeling wordt geen concrete informatie gegeven over de financiële gevolgen. Uitgangspunt is dat deze binnen het al gereserveerde budget voor Europees ruimtevaartbeleid in het huidige Meerjarig Financieel Kader vallen. Het gaat hierbij met name om het Copernicusprogramma (aardobservatie) en de Galileo en EGNOS programma’s (navigatie), het Space Surveillance and Tracking programma en het ruimtevaartonderdeel van Horizon 2020.

Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

Er worden geen gevolgen verwacht voor de Nederlandse begroting.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Er is geen reden om aan te nemen dat er gevolgen zullen zijn voor regeldruk en administratieve lasten.

Naar boven