Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 22112 nr. 2150 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 22112 nr. 2150 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2016
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij drie fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche 1: Mededeling Gedwongen ontheemding en ontwikkeling
(Kamerstuk 22 112, nr. 2148)
Fiche 2: Richtlijnvoorstel omzetting sociale partnersovereenkomst
implementatie ILO Verdrag nr. 188 betreffende werk in de
visserijsector (Kamerstuk 22 112, nr. 2149)
Fiche 3: Mededeling geïntegreerd EU-beleid Noordpoolgebied
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
a) Titel voorstel
Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad. Een geïntegreerd EU-beleid voor het noordpoolgebied.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
28 april 2016
c) Nr. Commissiedocument
JOIN(2016)21
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Buitenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
De gezamenlijke mededeling van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid bouwt voort op eerdere initiatieven1 en vormt een antwoord op het verzoek uit 2014 van de Raad en Europees Parlement aan de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger om een geïntegreerd Europees Arctisch beleid te ontwikkelen. De gezamenlijke mededeling integreert EU beleid op drie terreinen: klimaatverandering en bescherming van het milieu in het noordpoolgebied; duurzame ontwikkeling in en rond het noordpoolgebied; en internationale samenwerking op het gebied van Arctische aangelegenheden. Het doel van het beleid is een bijdrage te leveren aan een veilig, stabiel, duurzaam en welvarend noordpoolgebied door middel van bevordering van internationale samenwerking om de gevolgen van klimaatverandering voor het kwetsbare Arctische ecosysteem tegen te gaan en door een bijdrage te leveren aan de duurzame ontwikkeling van het gebied, in het bijzonder het Europese deel van het noordpoolgebied.2
1. Klimaatverandering en bescherming van het milieu in het noordpoolgebied
Klimaatverandering heeft een directe impact op de traditionele levenswijze van de inheemse bevolkingsgroepen en vormt een bedreiging voor de kwetsbare Arctische ecosystemen. Dit vraagt een nauwere en meer geïntegreerde samenwerking op het gebied van adaptatie en vraagt een actieve inzet op het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.
Om klimaatverandering tegen te gaan wil de EU de temperatuurstijging beperken tot onder de 2°C, overeenkomstig het verdrag van Parijs, en heeft de EU zich gecommitteerd aan het terugdringen van de EU-broeikasgasemissies met 40% tussen nu en 2030 en met 80% tegen 2050, in vergelijking met het niveau van 1990. Daarnaast wil de EU een bijdrage leveren aan de internationale inspanning om emissies van verontreinigde stoffen met een korte levensduur te beperken, en zal de EU het instellen van beschermde mariene gebieden in het Noorpoolgebied promoten.
De EU zal een belangrijke bijdrage leveren aan het onderzoek in het noordpoolgebied, gefinancierd uit Horizon 2020 en de Europese structuur- en investeringsfondsen. In het kader van het EU-PolarNet initiatief zullen 22 Europese onderzoeksinstellingen een geïntegreerd Europees poolonderzoeksprogramma ontwikkelen.
2. Duurzame ontwikkeling in en rond het noordpoolgebied
Het Europese deel van het noordpoolgebied heeft de potentie de Europese economische groei te ondersteunen, maar de duurzame economische ontwikkeling in het gebied wordt geconfronteerd met specifieke uitdagingen, zoals een gebrek aan transportverbindingen en communicatiemiddelen, een gering aantal inwoners en een kwetsbaar ecosysteem dat gespecialiseerde technologie en kennis noodzakelijk maakt.
De Europese Commissie zal het ontwikkelen van nieuwe mogelijkheden voor duurzame economische ontwikkelingen, inclusief in de «groene economie»3 en «blauwe economie»4 sectoren, en de inzet van innovatieve technologieën in het noordpoolgebied ondersteunen. Daarnaast is de Commissie voornemens een Europees forum voor belanghebbenden in het noordpoolgebied op te richten om de samenwerking en coördinatie tussen verschillende EU-programma’s te versterken.
3. Internationale samenwerking op het gebied van Arctische aangelegenheden
De problemen waarmee het noordpoolgebied geconfronteerd wordt, vereisen een gezamenlijke respons op regionaal en internationaal niveau. Het is voor de EU van groot belang dat het noordpoolgebied een regio van constructieve internationale samenwerking blijft. Door het tot stand brengen van gezamenlijk overeengekomen oplossingen, kan wetenschap hierbij een grote rol spelen. De EU moet bereid zijn meer te investeren in wereldwijde wetenschappelijke samenwerking en deze samenwerking bevorderen en faciliteren.
De EU zal haar actieve deelname aan de Arctische Raad5, het belangrijkste forum voor internationale samenwerking in de regio, voortzetten en zal een actief onderhandelingsstandpunt innemen in desbetreffende VN-fora om alle landen en regio’s aan te sporen hun verantwoordelijkheid te nemen. Daarnaast zal de EU samenwerken met alle Arctische partners, met de inheemse bevolkingsgroepen en met alle staten die een toenemende belangstelling tonen in het noordpoolgebied bij het uitvoeren van het Europese noordpoolbeleid.
Om ervoor te zorgen dat op EU-niveau de noodzakelijke coördinatiestructuren worden opgezet, geeft Commissie aan dat de Raad zou kunnen overwegen een werkgroep op te richten over Arctische aangelegenheden en zou het Europees Parlement de oprichting van een delegatie met betrekking tot Arctische aangelegenheden kunnen overwegen.
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Nederland beschouwt het noordpoolgebied, voor zover dit buiten de rechtsmacht van de Arctische staten valt, als global public good. Dit zijn gebieden met een unieke waarde voor de mensheid en het ecosysteem aarde, die daarom niet alleen een aangelegenheid zijn van de aangrenzende staten. Het Nederlands beleid ten aanzien van het noordpoolgebied, zoals opgesteld in de Nederlandse Polaire Strategie 2016–2020, stoelt op drie kernbegrippen; duurzaamheid, internationale samenwerking en wetenschappelijk onderzoek.
In het noordpoolgebied vormt het terugtrekkend ijs niet alleen een bedreiging voor de ecosystemen en biodiversiteit in het gebied, maar leidt de toenemende toegankelijkheid van het gebied ook tot nieuwe economische mogelijkheden, zoals scheepvaart, toerisme, visserij, grondstofwinning en havenontwikkeling, en tot veranderende geopolitieke verhoudingen. Dit leidt ook tot uitbreiding van militaire capaciteit door met name Rusland. Deze ontwikkeling wordt (nog) niet als verontrustend beschouwd, en Nederland en de Arctische staten blijven inzetten op het behoud van vreedzame betrekkingen in het gebied door samenwerking met alle belanghebbenden, waaronder Rusland en de Aziatische landen.
Om de kwetsbare Arctische ecosystemen te beschermen zet Nederland zich in voor een verdere bescherming en behoud van het Arctisch milieu door klimaatverandering tegen te gaan (mitigatie en adaptatie), door het vergroten van kennisdeling op het gebied van milieueffectbeoordeling van projecten en programma’s en door het instellen van beschermde zeegebieden. Internationale samenwerking in de voor het noordpoolgebied relevante gremia, zoals de Arctische Raad waar Nederland waarnemer is en actief is in drie werkgroepen, de Verenigde Naties, de Internationaal Maritieme Organisatie, OSPAR6 en intensievere bilaterale contacten met de Arctische staten, vormen voor Nederland de basis voor de inzet in het noordpoolgebied.
Met betrekking tot het ontplooien van economische activiteiten hanteert Nederland het voorzorgsprincipe en de ecosysteembenadering. Dit is het geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten, gebaseerd op kennis, dynamiek en het lange termijn draagvlak van het ecosysteem, en het aanpakken van negatieve invloeden op het ecosysteem. Nederland zet zich in om samen met de Arctische staten en waar mogelijk in breder internationaal verband te komen tot een verhoging van duurzaamheidscriteria en de totstandkoming van aanvullende, stringente en bindende internationale normen en afspraken. Het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld worden hierbij betrokken, evenals (de belangen van) de inheemse Arctische bevolkingen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Nederland beoordeelt de voorliggende mededeling als positief. Het EU Arctisch beleid, zoals opgesteld in de mededeling, is op hoofdlijnen in overeenstemming met het Nederlands Arctisch beleid. Zowel het Nederlands als het Europees Arctisch beleid richt zich op duurzame ontwikkeling, internationale samenwerking en wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast is een groot deel van het beleid dat de EU in de gezamenlijke mededeling voorstelt, een voortzetting van bestaand Europees beleid.
Nederland steunt het voornemen van de Europese Commissie om een belangrijke bijdrage te leveren aan het onderzoek in het noordpoolgebied en om doeltreffende internationale wetenschappelijke samenwerking te bevorderen en faciliteren. Wetenschappelijk onderzoek en kennis van het noordpoolgebied staan aan de basis van de bescherming van de kwetsbare ecosystemen en het duurzaam beheer en behoud ervan. Het Nederlands wetenschappelijk onderzoek is gebaat bij goede internationale samenwerking, zowel binnen als buiten Europa. Daarnaast vormen de EU wetenschapsfondsen een belangrijke aanvulling op de middelen die vanuit Nederland beschikbaar zijn gesteld voor het wetenschappelijke poolonderzoek.
Met betrekking tot duurzame ontwikkeling van het (Europese) noordpoolgebied is Nederland een voorstander van het versterken van de samenwerking en coördinatie tussen verschillende EU financieringsprogramma’s, zoals voorgesteld door de Europese Commissie. Daarnaast steunt Nederland het voornemen van de Europese Commissie om ondernemingskansen en investeringen die gunstig zijn voor burgers en bedrijven zowel boven als onder de noordpoolcirkel te bevorderen en de transportverbindingen en communicatiemogelijkheden te verbeteren. Nederland is van mening dat bij het opzetten van nieuwe activiteiten in het noordpoolgebied de duurzaamheidsgedachte leidend moet zijn. Dit is het geïntegreerde beheer van menselijke activiteiten, gebaseerd op kennis van de dynamiek van het ecosysteem, ook op lange termijn. Het doel is om een duurzaam gebruik van ecosysteemproducten en -diensten, en het behoud van de integriteit van het ecosysteem te bereiken door invloeden die kritisch zijn voor de gezondheid van het systeem te identificeren en hierop actie te ondernemen.
Als laatste vindt Nederland het wenselijk dat de Commissie zich actief in blijft zetten in internationale gremia, waarvan de Arctische Raad en het VN-fora de belangrijkste zijn, en de samenwerking opzoekt met alle belanghebbenden, onder wie de Arctische staten, niet-Arctische staten en de inheemse bevolking. Nederland blijft de inzet van de Commissie om waarnemersstatus te verkrijgen bij de Arctische Raad steunen.
Nederland is nog niet overtuigd van de noodzaak om een Raadswerkgroep over Arctische aangelegenheden op te richten. De onderwerpen die de EU mededeling adresseert worden al besproken in andere Raadswerkgroepen. Daarnaast hebben niet alle EU lidstaten een noordpoolbeleid en is voor sommige lidstaten beleid m.b.t. de noordpool binnenlands beleid.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De gezamenlijke mededeling is onderdeel van een lopend proces om een geïntegreerd Europees Arctisch beleid te ontwikkelen en is een reactie op de Raadsconclusies en Resolutie van het Europees Parlement m.b.t. het EU beleid voor het noordpoolgebied uit 2014. Verwacht wordt dat zowel binnen de Raad als binnen het Europees Parlement de ingezette beleidslijn van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger met goedkeuring wordt ontvangen. Verwacht wordt ook dat meerdere EU lidstaten de Nederlandse twijfel met betrekking tot het oprichten van een Raadswerkgroep voor Arctische aangelegenheden delen.
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheidsvraag is positief. De mededeling betreft een heel scala aan beleidsterreinen. De onderwerpen in de mededeling betreffen zowel de exclusieve bevoegdheid van de EU (biologische rijkdommen van de zee in het kader van het visserijbeleid) als gedeelde bevoegdheden van de EU en de lidstaten (cohesiebeleid, milieu, trans-Europese netwerken, energie, onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte). De EU heeft bevoegdheden op deze terreinen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteitvraag is positief. Wegens de omvang en het grensoverschrijdende karakter van de problematiek in het noordpoolgebied, is de aanpak hiervan het beste op EU niveau belegd. Daarnaast draagt de EU door de uitstoot van broeikasgassen voor een groot deel bij aan de problematiek in het noordpoolgebied, en ondervindt de EU in sterke mate de gevolgen hiervan. Veranderende weersystemen in het noordpoolgebied zijn van invloed voor het weer in Europa doordat weerspatronen in verschillende delen van de wereld elkaar beïnvloeden. Daarnaast leiden smeltende ijskappen tot zeespiegelstijging en hebben veranderingen in het Arctische ecosysteem direct invloed op de biodiversiteit in Europa. Het is daarom van belang dat het nationaal Arctisch beleid wordt aangevuld door Europees beleid.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteitvraag is positief. De complexiteit van de problematiek in het noordpoolgebied, waar veel dingen samenkomen en van invloed zijn op elkaar, zoals de bescherming van het milieu, duurzame ontwikkeling, internationale samenwerking, vraagt een geïntegreerde aanpak. Een gezamenlijke mededeling voor geïntegreerd EU-beleid noordpoolgebied is daarom proportioneel aan het doel.
Wetenschappelijk onderzoek is voor de EU het belangrijkste middel om het doel te bereiken. Wetenschappelijk onderzoek genereert kennis op basis waarvan in internationale fora maatregelen kunnen worden genomen ter bescherming van het gebied. Voor Nederland vormt wetenschappelijk onderzoek ook het belangrijkste middel om haar doelen na te streven. De middelen die Europa inzet vormen een goede aanvulling op de Nederlandse middelen en zijn proportioneel aan het te bereiken doel.
d) Financiële gevolgen
De financiering van het EU beleid voor het noordpoolgebied komt uit bestaande middelen, namelijk Horizon 2020 en de Europese structuur- en investeringsfondsen. Er zijn geen additionele financiële consequenties voor NL voorzien.
e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
Zoals hierboven al gemeld integreert de mededeling al bestaand EU beleid en middelen. Er zijn zodoende geen gevolgen voor de regeldruk en administratieve lasten voorzien.
Finland, het Koninkrijk Denemarken en Zweden bezitten grondgebied in het noordpoolgebied. Noorwegen en IJsland zijn lid van de Europese Economische Ruimte en zijn tevens geassocieerde landen bij het EU-programma «Horizon 2020».
Zoals duurzame energiesystemen uit verschillende energiebronnen, ecotoerisme en koolstofarme voedselproductie.
Zoals aquacultuur, visserij, hernieuwbare offshore-energie, maritiem toerisme en mariene biotechnologie.
De Arctische Raad bestaat uit acht lidstaten (de Verenigde Staten, Canada, Rusland, Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken en IJsland), zes permanente deelnemers (de organisaties van inheemse volken), en 32 waarnemers (twaalf landen, waaronder Nederland, negen intergouvernementele en interparlementaire organisaties en elf NGO’s).
Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. In klein deel van het Arctisch gebied valt onder dit verdrag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-2150.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.