Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 22112 nr. 1861 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 22112 nr. 1861 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2014
Zoals toegezegd tijdens het AO EU-informatievoorziening van 23 april jl., informeert het kabinet u hierbij over het verloop en de uitkomst van de meest recente bespreking in EU-verband van de uitwerking van de Hofuitspraak inzake Access Info Europe. Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken d.d. 16 mei jl., zal het kabinet in deze brief tevens kort ingaan op de brief van de Commissie Meijers van 16 april jl. naar aanleiding van de kabinetsappreciatie over dezelfde Hofuitspraak.
Verloop bespreking praktische uitwerking Access Info Europe
De Hofuitspraak Access Info Europe heeft een einde gemaakt aan de praktijk dat de namen van lidstaten uit interne Raadsdocumenten werden verwijderd, voordat deze aan een publieke partij werden vrijgegeven (zie ook Kamerstuk 22 112, nr. 1830). Naar aanleiding van deze Hofuitspraak legde het Raadssecretariaat aan lidstaten voor hoe in het vervolg zal worden omgegaan met het weergeven van de namen van delegaties in documenten, nu deze bij openbaarmaking routinematig worden vrijgegeven. De drie opties die aan lidstaten (zie document 8622/14) werden voorgelegd waren:
1. overgaan tot het vermelden van de namen van de lidstaten in alle documenten in verband met lopende wetgevingsprocedures.
2. ophouden met het vermelden van de namen van de lidstaten in alle documenten in verband met lopende wetgevingsprocedures.
3. doorgaan met het vermelden van de namen van de lidstaten in documenten in verband met lopende wetgevingsprocedures indien dit passend wordt geacht.
Nederland heeft, zoals toegezegd tijdens het AO EU-informatievoorziening van 23 april jl., in alle fasen van de besprekingen actief gepleit voor de meest transparante uitkomst. Inzet daarbij was optie 1. Om een minder transparante uitkomst te voorkomen heeft Nederland uiteindelijk met een uitgewerkte versie van optie 3 ingestemd. Deze optie is in lijn met de Hofuitspraak en maakt dat voor die gevallen waarin het opnemen van namen van lidstaten gangbaar was, dit de norm blijft.
Uit besprekingen voorafgaand aan het Coreper in de Antici groep (waarin de assistenten van de Permanent Vertegenwoordigers zitting hebben) bleek dat slechts een handjevol (voornamelijk als transparantiegezind bekendstaande) lidstaten, waaronder uiteraard Nederland, zich uitsprak voor optie 1. Het merendeel van de lidstaten kon zich vinden in optie 3, waarbij wel duidelijk werd dat de procedure over het al dan niet opnemen van individuele lidstaten nader zou moeten worden gepreciseerd.
Het Voorzitterschap was de mening toegedaan dat een verdere uitwerking van optie 3 de enige mogelijkheid zou bieden om tot een compromis te komen en zette het onderwerp op 15 mei voor besluitvorming in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) op de agenda.
Teneinde besluitvorming te bespoedigen had het Raadssecretariaat optie 3 verder uitgewerkt (document nr. 8622/1/14). De bestaande praktijk; de impact op de efficiëntie van de besluitvorming; het belang van het kunnen volgen van ontwikkelingen in de besluitvorming en de gevoeligheid van het dossier werden in deze uitgewerkte versie aangemerkt als criteria die bij de afweging rond het al dan niet opnemen van aanduidingen van lidstaten moeten worden meegenomen.
Het was duidelijk dat als de lidstaten geen consensus zouden bereiken en er geen besluit werd genomen, dit zou betekenen dat de bestaande wisselende praktijk t.a.v. het weergeven van namen, waarbij op relatief arbitraire wijze wordt besloten of namen van lidstaten wel of niet worden weergegeven, zou worden voortgezet. Aangezien er op grond van de Verdragen geen verplichting is om namen van lidstaten op te nemen, zou dit in het licht van de Hofuitspraak heel goed kunnen betekenen dat uiteindelijk steeds minder namen worden opgenomen.
Slechts enkele eerdere pleitbezorgers voor optie 1, waaronder Nederland, namen het woord en spraken zich opnieuw expliciet uit voor deze optie. Eén van hen deed, indachtig het krachtenveld, een alternatief voorstel om optie 3 uit te breiden met een evaluatiebepaling en zodanig aan te passen dat namen van delegaties zouden moeten worden genoemd, tenzij dat niet passend is. De andere transparantiegezinde lidstaten, waaronder Nederland, sloten zich hierbij aan.
Het Voorzitterschap verzocht lidstaten in te stemmen met de optie 3 als geformuleerd in het herziene document (8622/1/14), aangevuld met een evaluatiebepaling. Een laatste verzoek om aan optie 3 een extra criterium toe te voegen waarin het belang van openheid wordt benadrukt kon niet op steun rekenen. Met het oog op de nadelen van het uitblijven van een compromis hebben de oorspronkelijke voorstanders van optie 1 besloten de besluitvorming niet tegen te houden.
Brief Commissie Meijers n.a.v. kabinetsappreciatie Access Info Europe
De brief van de Commissie Meijers d.d. 16 april jl. met daarin de reactie op de kabinetsappreciatie van de Hofuitspraak Access Info Europe heeft uw Kamer kunnen betrekken tijdens het AO van 23 april jl. Op uw verzoek zal het kabinet hieronder nader ingaan op de hoofdpunten uit deze brief, voor zover nog niet tijdens het debat aan de orde gekomen.
De Commissie Meijers vraagt zich in zijn brief af of de namen van de betrokken lidstaat thans alleen bekend worden gemaakt als een individu of organisatie een expliciet verzoek om toegang tot een bepaald document met de namen van de lidstaten indient. De Commissie Meijers stelt daarbij de vraag hoe dit zich verhoudt tot de Hofuitspraak Access Info Europe.
Op basis van artikel 15 van het EU Werkingsverdrag wordt een groot deel van de Raadsdocumenten op enig moment publiek gemaakt. De documenten waarvoor dit niet automatisch, of pas in een later stadium gebeurt, kunnen worden opgevraagd. Sinds de Hofuitspraak Access Info Europe, worden bij openbaarmaking van stukken betreffende wetgevingsprocedures de namen van lidstaten, indien opgenomen, vrijgegeven. Uitzondering daarop vormen die gevallen waarin vrijgave het besluitvormingsproces ernstig zou ondermijnen, of waarin een van de andere uitzonderingsgronden van de Eurowob (EU-verordening toegang tot documenten van de Raad, Commissie en EP) van toepassing is. Deze clausule blijft met het arrest Access Info overeind. Dit maakt dat nog altijd per geval moet worden afgewogen of een document (in zijn geheel) openbaar gemaakt kan worden.
De Commissie Meijers pleit daarnaast voor aanpassing van de relevante regelgeving, waaronder (bijlage II bij) het Reglement van Orde van Raad en de richtsnoeren voor de omgang met interne Raadsdocumenten. Indien dit niet of onvoldoende zou gebeuren, suggereert de Commissie Meijers het instellen van een beroep tot nietigverklaring tegen de Raad (art. 263 VWEU) als een logische volgende stap.
Zoals eerder aangegeven geeft de Hofuitspraak Access Info Europe als zodanig geen aanleiding tot het aanpassen van de richtsnoeren voor de omgang met interne Raadsdocumenten (11336/11). Dit neemt echter niet weg dat het kabinet zich los hiervan – in lijn met eerdere toezeggingen – blijft inzetten voor de verruiming van die richtsnoeren.
Het in lijn brengen van bijlage II van het Reglement van Orde (RvO) van de Raad met de actuele jurisprudentie zou wat Nederland betreft wel op zijn plaats zijn. Nederland heeft de wenselijkheid van aanpassing onder de aandacht van het Raadssecretariaat gebracht. Indien dit niet direct leidt tot aanpassing van het RvO, zal Nederland hier in het kader van de overeengekomen evaluatie opnieuw aandacht voor vragen. Een beroep tot nietigverklaring zou in de ogen van het kabinet disproportioneel zijn. Uiteindelijk is de aanpassing van de bijlage bij het RvO vooral een formaliteit: de Hofuitspraak ligt er en in de praktijk wordt daaraan al nadrukkelijk opvolging gegeven.
Het kabinet blijft graag samen met uw Kamer uitzien naar mogelijkheden om de transparantie van de EU-besluitvormingsprocessen verder te vergroten.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-1861.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.