22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1402 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 april 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 10 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling hernieuwd partnerschap EU en Stille Oceaangebied

Fiche 2: Verordening scheepsrecycling (Kamerstuk 22 112, nr. 1403)

Fiche 3: Besluit toetreden of ratificeren Verdrag van Hong Kong (scheepsrecycling) (Kamerstuk 22 112, nr. 1404)

Fiche 4: Verordening reciprociteit bij overheidsopdrachten (Kamerstuk 22 112, nr. 1405)

Fiche 5: Mededeling betreffende de strategie van de Europese Unie voor het Oostzeegebied (Kamerstuk 22 112, nr. 1406)

Fiche 6: Wijziging richtlijn Havenstaatcontrole (Kamerstuk 22 112, nr. 1407)

Fiche 7: Richtlijn verantwoordelijkheden vlaggenstaat bij handhaving richtlijn maritieme arbeid (Kamerstuk 22 112, nr. 1408)

Fiche 8: Herziening van de batterijenrichtlijn (Kamerstuk 22 112, nr. 1409)

Fiche 9: Wijziging richtlijn verpakkingen en verpakkingsafval (Kamerstuk 22 112, nr. 1410)

Fiche 10: Richtlijn radioactieve stoffen in drinkwater (Kamerstuk 22 112, nr. 1411)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling hernieuwd partnerschap EU en Stille Oceaangebied

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. Naar een hernieuwd partnerschap voor ontwikkeling tussen de EU en het Stille Oceaangebied.

Datum Commissiedocument

21 maart 2012

Nr. Commissiedocument

JOIN (2012) 6

Pre-lex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201449

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld.

Behandelingstraject Raad

Behandeling in de Raad Buitenlandse Zaken (Ontwikkelingssamenwerking configuratie).

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Buitenlandse Zaken.

2. Essentie voorstel

De Commissie en Europese Dienst voor het Extern Optreden (EDEO) stellen voor om de relatie van de EU met het Stille Oceaangebied te herzien en te versterken omdat het geopolitiek belang van het Stille Oceaangebied toeneemt, klimaatverandering grote gevolgen heeft voor der natuur en bevolking in het gebied en de meeste EU lidstaten het bevorderen en behartigen van hun belangen in de regio over laten aan de EU. Het vernieuwd partnerschap dat de Commissie en EDEO voor ogen hebben, moet vijf doelen nastreven.

  • a) Meer coherentie van het EU beleid specifiek met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking, klimaatbeleid en andere beleidsgebieden zoals, handel, milieu en visserij.

  • b) Het creëren van een grotere toegevoegde waarde, betere resultaten en een grotere impact en effectiviteit van EU ontwikkelingssamenwerking en klimaatmaatbeleid.

  • c) Versterkte integratie van de Landen en Gebieden Overzee in de Stille Oceaan regio met het oog op inclusieve en duurzame groei.

  • d) Het versterken van de samenwerking tussen de Stille Oceaangebied en de EU in VN-kader en in andere internationale fora.

  • e) Het bevorderen van mensenrechten en democratie in de regio. De mededeling verwijst veelal naar staand beleid of beleid in ontwikkeling zoals het toekomstige Europese ontwikkelingsbeleid dat is omschreven in de mededelingen «An agenda for change» (COM (2011) 637) en «The future approach on budget support» (COM (2011) 638).

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Bevoegdheidsvaststelling:

De Commissie doet geen voorstellen voor concrete wet- en regelgeving. De Commissie/EDEO doet wel aanbevelingen om de politieke dialoog te versterken, kondigt aan voorstellen te ontwikkelen op het gebied van Europese ontwikkelingssamenwerking en klimaatfinanciering en zal de eigen organisatie aanpassen. De Unie heeft op deze terreinen een gedeelde bevoegdheid (art. 4 lid 2 en lid 4 VWEU).

Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel:

Nederland heeft een positieve grondhouding t.a.v. subsidiariteit van de mededeling omdat het een beleidsterrein betreft waarbij handelen door de EU als geheel effectiever en efficiënter is dan handelen door de lidstaten afzonderlijk.

De aanbevelingen die de Commissie doet laten voldoende ruimte voor nationale besluiten en staan inhoudelijk in verhouding tot de geformuleerde doelstellingen. De proportionaliteitstoets is positief.

Financiële gevolgen

Nederland is van mening dat de financiële middelen ter ondersteuning van dit beleid gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting. Over de hoogte van toekomstige EU steun aan de regio wordt besloten in het kader van onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader en het Europees Ontwikkelingsfonds voor 2014–2020.

De financiële aspecten van het partnerschap tussen EU en Cariben maken integraal onderdeel uit van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020. Nederland hecht eraan dat besprekingen over het voorstel van het partnerschap niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland bij de vormgeving van het programma zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen, te weten een substantiële vermindering van de Nederlandse afdrachten aan de EU en een hervormde begroting die is toegespitst op de prioriteiten van dit decennium. Binnen dit kader blijft vanzelfsprekend de ruimte bestaan om op de inhoud actief in te spelen op het verloop van de onderhandelingen.

Regeldruk en administratieve lasten

Voorstellen zullen geen gevolgen hebben op het gebied van regeldruk en administratieve lasten.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederlandse belangen in het Stille Oceaangebied worden grotendeels bevorderd en behartigd door de EU. Het kabinet ondersteunt de doelen en maatregelen voor een hernieuwd partnerschap met het Stille Oceaangebied evenals de timing van de mededeling. In juni 2012 vindt op Vanuatu de jaarlijkse gezamenlijke ministeriele bijeenkomst plaats tussen de EU en de 78 landen uit Sub-Sahara Afrika, Cariben en Stille Oceaan. Laatstgenoemden zullen waarschijnlijk op hoog niveau deelnemen. Dit is dus een goed moment om een voorstel te doen om de relaties te versterken.

De Nederlandse inzet ten aanzien van de «Agenda for Change» en de «Future approach on budget support» geldt ook ten aanzien van dit nieuwe partnerschap met het Stille Oceaangebied. De potentiele impact van begrotingssteun wordt erkend maar de EU moet alleen gebruik maken van dit instrument indien aan de politieke randvoorwaarden (goed bestuur, mensenrechten, corruptie) is voldaan.

Het kabinet heeft zijn positie ten aanzien van Europese Ontwikkelingssamenwerking en begrotingssteun meerdere malen aan de Kamer uiteengezet 1. Het kabinet ondersteunt het doel van de Commissie om beleidscoherentie te versterken inzake handel, visserij en onderzoek.


X Noot
1

referte de geannoteerde agenda, verslag van een schriftelijk overleg, en het verslag van de Informele OS-Raad van 14 en 15 juli 2011 (respectievelijk kamerstuk 21 501-04 nr. 133, 21 501-04 nr. 134, 21 501-04 nr. 135) en de geannoteerde agenda van de OS-Raad van 14 november, 2011 (kamerstuk 21501–04 nr 137 ).

Naar boven