22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1159 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche: Mededeling energie efficiëntieplan 2011 (kamerstuk 22 112, nr. 1158)

  • Fiche: Zevende kaderprogramma Euratom over de jaren 2012 en 2013 (zie bijgaand)

  • Fiche: Maatregelen op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek (kamerstuk 22 112, nr. 1160)

  • Fiche: Richtlijn gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) (kamerstuk 32 728/ 22 112, nr. 2)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Zevende kaderprogramma Euratom over de jaren 2012 en 2013

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

  • Voorstel voor een Verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012–2013)

  • Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012–2013)

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door middel van acties onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012–2013)

  • Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012 tot en met 2013)

Datum Commissiedocument

7 maart 2011

Nr. Commissiedocumenten

Verordening van de Raad:COM(2011) 71,

Besluiten van de Raad: COM(2011) 72, COM(2011) 73, COM(2011) 74

Prelex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=200211

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=200215

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=200213

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=200214

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

Beoogd wordt om tijdens de Concurrentiekrachtraad van 31 mei 2011 een politiek akkoord te bereiken over het pakket. De financiering van de voorstellen zal via het Begrotingscomité aan de orde komen in het kader van de onderhandelingen over de begroting van 2012.

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie in nauwe samenwerking met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en comitologie

a) Rechtsbasis

Verordening van de Raad: artikel 7 en 10 Euratomverdrag

Besluiten van de Raad: artikel 7 Euratomverdrag

b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement

De Raad besluit met eenparigheid van stemmen. Het Europees Parlement heeft geen formele rol.

c) Delegatie en/of comitologie

N.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche

Het voorliggende pakket van vier voorstellen beoogt de verlenging met twee jaar van het Zevende Kaderprogramma voor onderzoek van Euratom. Dit voorstel moet de juridische basis geven voor het Euratomprogramma in de komende twee jaar. Deze verlenging is noodzakelijk omdat het Euratomkader juridisch is begrensd op maximaal vijf jaar en dus niet bij aanvang van de financiële perspectieven in 2007 voor zeven jaar kon worden vastgesteld zoals de rest van de begroting. Het beoogde programma voor de komende twee jaar (2012 en 2013) is een voortzetting van het bestaande programma en omvat zowel kernsplijting- en stralingbeschermingsonderzoek als kernfusieonderzoek. De totale kosten voor het programma bedragen € 2,5 miljard, waarvan € 2,2 miljard voor het kernfusieonderzoek. In dit kostenplaatje is ook de kostenoverschrijding van € 1,3 miljard voor de Europese bijdrage aan het internationale kernfusie-experiment ITER meegenomen. In de EU-begroting voor 2007–2013 was al rekening gehouden met geld voor het programma, op de overschrijding van ITER na: hierover zal nog onderhandeld moeten worden.

Nederland beoordeelt de subsidiariteit en proportionaliteit van de voorstellen als positief. Nederland is voorstander van het programma en van de ontwikkeling en bouw van ITER. Nederland stelt duidelijke voorwaarden aan de wijze waarop moet worden omgegaan met de kostenoverschrijdingen van ITER. Nederland hecht eraan dat de oplossing van de budgettaire problematiek primair wordt gevonden binnen categorie 1a van de Europese begroting en dat in ieder geval het totaalplafond van de Financiële Perspectieven niet wordt overschreden. De financiering van de kostenoverschrijdingen bij ITER zal bovendien ingepast moeten worden in een zeer gematigde ontwikkeling van de totale Europese begroting in 2012 en 2013.

Het belang van kennisontwikkeling rond stralingsbescherming en nucleaire reactorveiligheid is weer aangetoond door de actuele gebeurtenissen bij de kerncentrale in het Japanse Fukushima. Het nucleaire onderzoek levert daarnaast een bijdrage aan de kennis over toekomstige energieopties.

Ten slotte hecht Nederland aan het belang van het programma voor Nederlandse bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen die op vele manieren deelnemen aan door Euratom gefinancierd onderzoek.

3. Samenvatting voorstel

De vier voorstellen beogen in wezen de verlenging met twee jaar (2012 en 2013) van het Zevende Kaderprogramma van Euratom (2007 t/m 2011). Dit dient te gebeuren omdat in het Euratomverdrag is bepaald dat de maximale looptijd van een kaderprogramma vijf jaar is. De verlenging betreft zowel de «directe» eigen acties van de Commissie die uitgevoerd worden door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) en waarvoor apart budget is, als de indirecte acties, die onder contract worden uitgevoerd door onderzoeksinstellingen en bedrijven in de lidstaten. Het betreft zowel de activiteiten op het gebied van de kernfusieonderzoek als op het gebied van het kernsplijting- en stralingbeschermingsonderzoek.

De doelstellingen van het voorgestelde programma betreffen onder meer:

  • bouw van ITER, inclusief ondersteunend en langetermijnonderzoek op gebied van kernfusie, naast de voorbereiding van DEMO (Demonstration Powerplant, opvolger van ITER en prototype van een energieleverende kernfusiereactor);

  • onderzoek op de gebieden van de reactorveiligheid, stralingsbescherming en geologische eindberging van radioactieve materialen;

  • ondersteuning van en het verschaffen van toegang tot onderzoekinfrastructuur;

  • gemeenschappelijke kennis op gebied van nucleaire veiligheid, veiligheidscontrole en beveiliging;

  • gemeenschappelijk kennis op gebied van beheer van nucleaire afvalstoffen, milieu-impact.

De verlenging van het programma met twee jaar kost € 2,5 miljard, waarvan het grootste deel (86%) moet worden besteed aan kernfusieonderzoek (€ 2,2 miljard). Dit bevat onder andere de kostenoverschrijding van ITER in 2012–2013 van € 1,3 miljard. Hiervoor is nog een akkoord nodig tussen de Raad en het Europees Parlement om te zorgen dat deze kosten in de EU-begroting gedekt worden. Een bedrag van € 118 miljoen zal binnen het programma in de komende twee jaar worden besteed aan nucleair en stralingbeschermingsonderzoek.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

a) Bevoegdheid

De Raad is op grond van het Euratomverdrag, artikel 7, bevoegd om op voorstel van de Commissie onderzoek- en onderwijsprogramma’s van Euratom vast te stellen. Nederland acht dit de juiste rechtsbasis.

b) Subsidiariteit en Proportionaliteit

De subsidiariteit en proportionaliteit van het aangekondigde programma worden door Nederland positief beoordeeld. De voorstellen betreffen namelijk een verlenging om procedurele redenen van en zijn in lijn met het lopende Euratomprogramma. De betrokkenheid van Euratom bij het nucleaire onderzoek hangt vooral samen met het grensoverschrijdende karakter van de toepassing van kernsplijtingsenergie en de synergie- en schaalvoordelen die behaald kunnen worden door onderzoek naar bijvoorbeeld stralingveiligheid gezamenlijk te doen. Daarnaast is er vanwege de noodzakelijke grootschaligheid van experimentele apparatuur om nucleair onderzoek te doen, in het bijzonder voor het kernfusieproject ITER, een duidelijke EU-meerwaarde om dit gezamenlijk te doen.

c) Nederlandse positie en eventuele acties

Nederland ondersteunt het voorstel van de Commissie. Nederland vindt het nucleaire onderzoek dat in Euratomverband gedaan wordt belangrijk, in verband met de noodzaak van het verder onderzoeken van mogelijkheden voor energieopwekking en is voorstander van de bouw van ITER. Nederland stelt duidelijke voorwaarden aan de wijze waarop moet worden omgegaan met de kostenoverschrijdingen van ITER.

5. Implicaties financieel

a) Consequenties EU-begroting

De Commissie voorziet voor de komende twee jaar een budget van € 2,56 miljard voor de activiteiten binnen Euratom. Van dit bedrag is ruim € 2,2 miljard bedoeld voor kernfusieonderzoek en ITER. De onderzoeksprojecten voor kernsplijting, inclusief onderzoek naar veiligheid van straling, bedragen € 118 miljoen. Het nucleaire onderzoek en reactorveiligheidsonderzoek van de Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) bedraagt € 233 miljoen. Het budget van € 2,56 miljard betreft een extra bedrag van € 1,3 miljard bovenop de reeds in de Europese meerjarenbegroting gereserveerde bedragen. Voor de financiering hiervan verwijst de Commissie naar haar eerdere voorstel van juli vorig jaar om € 460 miljoen aan ombuigingen het Zevende Kaderprogramma te realiseren en overige kosten te dekken uit onbestede middelen in andere begrotingscategorieën. Over dit financieringsvoorstel bestond eind 2010 geen overeenstemming tussen de Raad en het Europees Parlement. Het is daarbij zeer de vraag of het voorstel van destijds nog juridisch houdbaar is, aangezien in het voorstel gebruik wordt gemaakt van onbestede middelen uit 2010. Met het sluiten van het boekjaar 2010 zijn deze middelen komen te vervallen.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

De financiële gevolgen voor de nationale begroting zijn afhankelijk van de wijze waarop binnen de EU-begrotingen voor 2012 en 2013 rekening wordt gehouden met de kostenoverschrijding voor ITER.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

N.v.t.

d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden

N.v.t.

e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger

N.v.t.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid

Er zijn geen consequenties voor de nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering van het nationale beleid.

b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

De verordening zal van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2012. Gelet op de in acht te nemen termijnen, is de beoogde datum haalbaar. Daarbij is dat ook noodzakelijk om de voortgang van Euratom te kunnen waarborgen.

c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

De desbetreffende onderdelen van het Zevende Kaderprogramma Euratom worden periodiek door de Commissie geëvalueerd.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

a) Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid is positief, omdat het vooral een continuering van een bestaand programma betreft.

b) Handhaafbaarheid

De handhaafbaarheid is positief, omdat het vooral een continuering van een bestaand programma betreft.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

N.v.t.

9. Nederlandse positie (belangen en eerste algemene standpunt)

Nederland ondersteunt het voorstel van de Commissie. Nederland vindt het nucleaire onderzoek dat in Euratomverband gedaan wordt belangrijk, in verband met de noodzaak van het verder onderzoeken van mogelijkheden voor energieopwekking. Bovendien is het reactorveiligheidsonderzoek van groot belang om lessen te kunnen trekken uit de gebeurtenissen in Fukushima (Japan). Diverse Nederlandse instellingen, zoals toeleverende industrie, universiteiten en onderzoeksinstituten, participeren in het door Euratom gefinancierde onderzoek en zijn voor een deel van hun inkomsten daarop aangewezen. Een aantal van deze instellingen is ook betrokken bij de ontwikkeling en aanstaande bouw van het internationale kernfusie-experiment ITER. Nederland staat positief ten aanzien van de voorgestelde maatregelen om participatie van bedrijven en instellingen te vergemakkelijken. Dat geldt eveneens voor het voostel van de Commissie om het onderzoekprogramma beter de doen aansluiten op de ontwikkelingen die in het kader van het Strategic Energy Technology Plan op dit gebied plaatsvinden. Nederland participeert als volwaardig lid in deze onderzoekinfrastructuur.

Nederland is voorstander van de bouw van ITER en vindt dat er een oplossing gevonden moet worden voor de kostenoverschrijdingen. In de discussies over de financiering van de kostenoverschrijdingen die plaatsvonden rond de besprekingen van de begroting voor 2011 heeft Nederland altijd het volgende standpunt gehandhaafd:

  • Voor financiering van dit voorstel acht Nederland het van belang dat de oplossing voor deze problematiek primair wordt gevonden binnen categorie 1a en dat het deel dat uit die uitgavencategorie gehaald wordt op een evenredige wijze gevonden moet worden.

  • Nederland wenst dat bij financiering van kostenoverschrijding van ITER de plafonds van de overeengekomen Financiële Perspectieven (FP’s) zoveel mogelijk worden gerespecteerd en hecht sterk aan het financieel disciplinerende karakter van de FP’s.

  • Nederland sluit het gebruik van het compensatiemechanisme tot het plafond van de Financiële Perspectieven echter niet uit.

  • Additioneel zou de Commissie eens goed moeten kijken naar de programma’s binnen 1a waarvan ze verwacht dat hier onderbestedingen zullen plaatsvinden (zij deed dat destijds, eind 2007, met succes voor een gedeelte van de extra financiering van Galileo).

Dit standpunt blijft van kracht bij de hernieuwde onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement. Daarnaast is het voor Nederland van belang dat een oplossing voor de kostenoverschrijdingen van ITER moet passen binnen een gematigde groei van de totale Europese begroting in 2012 en 2013.

Naar boven