22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1142 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij acht fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche 1: Actieplan Egovernment 2011–2015 (kamerstuk 22 112, nr. 1135)

  • Fiche 2: Mededeling toezicht op de activiteiten van Europol (kamerstuk 22 112, nr. 1136)

  • Fiche 3: Mededeling naar interoperabele Europese overheidsdiensten (kamerstuk 22 112, nr. 1137)

  • Fiche 4: Mededeling Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting (kamerstuk 22 112, nr. 1138)

  • Fiche 5: Verordening technische vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro (kamerstuk 22 112, nr. 1139)

  • Fiche 6: Richtlijn gevaarlijke stoffen («Seveso III») (kamerstuk 22 112, nr. 1140)

  • Fiche 7: Verordening integriteit en transparantie van de energiemarkt (kamerstuk 22 112, nr. 1141)

  • Fiche 8: Verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

Ten aanzien van fiche 4 dient nog het volgende. De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer had, vooruitlopend op het BNC-fiche, reeds enkele vragen gesteld aan de regering over de mededeling Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting. De Commissie wilde de inzet en het standpunt van de Nederlandse regering weten, de wijze waarop Nederland zal participeren, de vertaling naar nationaal beleid en het te verwachten vervolgtraject. In het betreffende BNC-fiche wordt op deze vragen ingegaan. Over de vertaling naar het nationaal beleid zult u in april nader worden geïnformeerd. De staatssecretaris van SZW heeft hiertoe tijdens het Algemeen overleg Armoede en Schuldhulpverlening van 13 januari jl. een toezegging gedaan.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: Verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Herschikking)

Datum Commissiedocument: 14 december 2010 (Nederlandse vertaling op 3 januari 2011)

Nr. Commissiedocument: COM(2010) 748

Prelex: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2010:0748:FIN:NL:PDF

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: http://ec.europa.eu/governance/impact/ia_carried_out/cia_2010_en.htm#jls

  • SEC(2010) 1 547 (Impact assessment)

  • SEC(2010) 1 548 (Samenvatting IA)

  • SEC(2010) 1 549 (Opinie IA-Board)

Stemwijze en behandelingstraject Raad: Gewone wetgevingsprocedure (gekwalificeerde besluitvorming in de Raad, medebeslissing Europees Parlement). Presentatie van het voorstel door de Commissie in de Raad op 24 en 25 februari 2011; (mogelijk) oriënterend debat in de Raad van 9 en 10 juni 2011.

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Veiligheid en Justitie

2. Essentie voorstel

Inhoud voorstel

Het voorstel betreft een wijziging (herschikking) van Verordening 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken («Brussel I»). Brussel I is het fundament van de civielrechtelijke samenwerking in de Europese Unie. De verordening wijst het voor de beslechting van een grensoverschrijdend civielrechtelijk geschil bevoegde gerecht aan en beoogt een vlotte erkenning en tenuitvoerlegging van in een andere lidstaat gegeven rechterlijke beslissingen. Hoofdregel is de bevoegdheid van de rechter van de lidstaat waar de verweerder woont. Daarnaast bevat Brussel I alternatieve bevoegdheden voor onder meer vorderingen uit overeenkomst en onrechtmatige daad en beschermende bevoegdheidsregels voor consumenten, verzekeringsnemers en werknemers.

De Europese Commissie geeft aan dat de vier voornaamste wijzigingen zien op:

  • 1. afschaffing van de verplichte procedure ter verkrijging van een verlof tot tenuitvoerlegging van een beslissing in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de beslissing gegeven is (exequatur). Daarvoor in de plaats komen drie rechtsmiddelen (twee in land van tenuitvoerlegging en een in land van herkomst). Voor beslissingen in smaadprocedures en collectieve procedures voor schadeloosstelling blijft het exequatur gehandhaafd;

  • 2. uitbreiding van de bevoegdheidsregels van de verordening tot geschillen waarbij verweerders van buiten de EU zijn betrokken. Verder worden twee aanvullende fora gecreëerd voor geschillen waarbij verweerders van buiten de EU zijn betrokken waaronder een forum voor het geval buiten de EU geen beslissing kan worden verkregen (forum necessitatis). Daarnaast wordt een bepaling opgenomen dat de rechter een zaak onder voorwaarden aanhouden als in een niet-EU-land een vordering over hetzelfde onderwerp aanhangig is (litispendentieregel);

  • 3. het doeltreffender maken van forumkeuzebedingen. Er worden bepalingen geïntroduceerd voor het geval twee procedures over eenzelfde vordering in verschillende lidstaten aanhangig zijn, waarbij aan een door partijen aangewezen rechter voorrang wordt verleend om te beslissen over zijn bevoegdheid;

  • 4. handhaving van de uitsluiting van arbitrage van het toepassingsgebied van de verordening en introductie van regels inzake de verhouding tussen arbitrage en een gerechtelijke procedure. Het aangezochte gerecht houdt een zaak aan wanneer zijn bevoegdheid wordt betwist op grond van het bestaan van een overeenkomst strekkende tot arbitrage, zodra de rechter van de lidstaat van de plaats van arbitrage of het arbitragetribunaal is gevraagd te beslissen over het arbitraal beding.

Impact assessment Commissie

Doel van de afschaffing van het exequatur is om een vrij verkeer van rechterlijke beslissingen tot stand brengen. Door afschaffing van het exequatur zouden ondernemingen en burgers de kosten en vertraging die aan de huidige procedure verbonden zijn, kunnen besparen. In de impact assessment wordt het totaal aantal exequaturverzoeken in de EU op grofweg 10 000 per jaar geschat en wordt ervan uitgegaan dat een procedure gemiddeld € 2 200 kost. Bij complexe zaken of indien een rechtsmiddel wordt ingesteld kan dit oplopen tot gemiddeld € 12 700. In meer dan 90% van de gevallen is de exequaturprocedure slechts een formaliteit, omdat er geen inhoudelijke gronden zijn om de erkenning en tenuitvoerlegging te weigeren. Tegen de verlening van een exequatur wordt bovendien niet vaak (1 tot 5%) een rechtsmiddel ingesteld en verder is een dergelijk rechtsmiddel zelden succesvol. De afschaffing van het exequatur zou gepaard moeten gaan met voldoende waarborgen voor de verweerder. Gronden die volgens de voorgestelde wijziging ingeroepen kunnen worden tegen de tenuitvoerlegging stemmen grotendeels overeen met gronden die volgens huidige verordening tegen exequaturverlening kunnen worden aangevoerd.

Doel van de uitbreiding van de bevoegdheidsregels tot geschillen met verweerders buiten de EU-lidstaten is het verbeteren van de toegang tot de EU-rechter, de rechtszekerheid en de bescherming van EU-burgers en ondernemingen in geschillen met verweerders uit derde landen. Over het algemeen is een procedure in de EU goedkoper en eenvoudiger en de nieuwe regeling vergroot de mogelijkheden voor een EU-onderneming om een procedure in de EU in te leiden. Harmonisatie van de bevoegdheidsregels zal de rechtszekerheid en voorspelbaarheid vergroten wat waarschijnlijk zal leiden tot kostenbesparingen.

Doel van het voorstel om het door partijen gekozen gerecht in geval van aanhangigheid van meer procedures over hetzelfde onderwerp in verschillende lidstaten (litispendentie) bij voorrang te laten beslissen over de bevoegdheid, is het verbeteren van de doeltreffendheid van forumkeuzeovereenkomsten. Doelstelling van de nieuwe bepalingen omtrent arbitrage is te zorgen voor een transparante en voorspelbare coördinatie van gerechtelijke procedures en arbitrageprocedures, waardoor de aantrekkelijkheid van de EU als arbitrageplaats wordt behouden of verbeterd. Deze regels werken het risico op parallelle gerechtelijke en arbitrageprocedures weg en vergroten zo de aantrekkelijkheid van arbitrage in de EU.

3. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Bevoegdheid

Rechtsgrondslag is artikel 67 lid 4 en artikel 81, lid 2 onder a, c en e VWEU.

Functionele toets

Nederland kan zich in grote lijnen vinden in het positieve oordeel van de Commissie inzake de subsidiariteit en proportionaliteit van de voorgestelde maatregelen. Afschaffing van het exequatur, het verbeteren van de doeltreffendheid van forumkeuze- en arbitrageovereenkomsten kunnen het beste door herschikking van de onderhavige verordening worden bereikt. Ten aanzien van de uitbreiding van de bevoegdheidsregels naar verweerders in derde landen is nog niet voldoende onderbouwd waarom het doel beter kan worden bereikt door herschikking van de onderhavige verordening dan door onderhandelingen in het kader van de Haagse conferentie. Daarbij dient aandacht geschonken te worden aan de initiatieven van de Commissie met betrekking tot de bescherming van EU investeerders in derde landen (zie Mededeling inzake algemeen Europees internationaal investeringsbeleid, COM(2010)343).

Naar het voorlopig oordeel kan met name door de afschaffing van het exequatur de voorstel-Verordening kostenbesparingen opleveren voor burgers en bedrijfsleven. Dat neemt echter niet weg dat bij de afschaffing ervan wel in het oog moet worden gehouden dat er voldoende waarborgen blijven bestaan voor degene tegen wie tenuitvoerlegging wordt gevraagd en tegelijkertijd de tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen daadwerkelijk wordt vereenvoudigd. Voor de overheid wordt ervan uitgegaan dat het voorstel geen grote financiële gevolgen hoeft te hebben. Eventuele nationale financiële gevolgen dienen te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline.

Nederlands oordeel

Nederland kan zich vinden in de rechtsgrondslag voor de bevoegdheid. Ten aanzien van de functionele toets kan Nederland zich vinden in de beoogde doelen van het voorstel.

4. Nederlandse positie

Bij de voorbereiding van de herziening is door de Commissie in april 2009 een Groenboek aangenomen. In de openbare raadpleging die naar aanleiding van dat Groenboek heeft plaatsgevonden heeft Nederland in de voorlopige kabinetsreactie een positieve grondhouding aangenomen ten opzichte van de afschaffing van het exequatur mits daar de nodige waarborgen tegenover staan in het land van herkomt van de rechterlijke beslissing en het land waar die beslissing moet worden erkend en ten uitvoer gelegd.

Bij het onderwerp inzake verweerders uit derde landen heeft Nederland aangegeven de voorkeur te geven aan een behandeling in het kader van de Haagse Conferentie gelet op de benodigde reciprociteit. Ook ziet Nederland met belangstelling de initiatieven van de Europese Commissie tegemoet om met derde landen een voldoende niveau van investeringsbescherming met bijbehorende rechtsbescherming te realiseren in het kader van haar handelspolitieke bevoegdheden.

Nederland dringt aan op een spoedige ratificatie van het Haags Forumkeuzeverdrag en is in beginsel positief over het geven van prioriteit aan de forumkeuzerechter.

Nederland heeft ook een positieve grondhouding ten aanzien van een heldere afbakening tussen de arbitrageprocedure en de ingevolge Brussel I gewoonlijke bevoegde rechter.

Naar aanleiding van de openbare raadpleging is door het ministerie van Veiligheid en Justitie een aantal expertmeetings georganiseerd over onder andere de afschaffing van het exequatur. De Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht en de Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht zijn door de minister van Veiligheid en Justitie om advies over het voorstel gevraagd. Voorts wordt nog bezien hoe we de andere stakeholders bij het dossier kunnen betrekken.

Naar boven