22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1110 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2010

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche 1: Richtlijn radioactief afval en ontmanteling (kamerstuk 22 112, nr. 1108);

  • Fiche 2: Verordening gebruik van fosfaten in wasmiddelen;

  • Fiche 3: Verordening metaalschroot (kamerstuk 22 112, nr. 1111).

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: verordening gebruik van fosfaten in wasmiddelen

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de raad tot wijziging van Verordening (EG) 648/2004 wat het gebruik van fosfaten en andere fosforverbindingen in huishoudelijke wasmiddelen betreft.

Datum Commissiedocument: 4 november 2010

Nr. Commissiedocument: COM(2010) 597 definitief

Prelex: 2010/0298 (COD)

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:52010SC1277:EN:NOT

Behandelingstraject Raad: Het voorstel zal in de Milieuraad worden behandeld.

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en comitologie:

  • a) Rechtsbasis: artikel 114 VWEU (interne markt)

  • b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement: gewone wetgevingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid Raad en medebeslissing Europees Parlement)

  • c) Comitologie en/of delegatie: artikel 12 van de (moeder)verordening kent een Comité. In het voorstel krijgt de Commissie de bevoegdheid om de bijlagen via gedelegeerde handelingen te wijzigen.

2. Samenvatting BNC-fiche

Korte inhoud voorstel

Het voorstel betreft:

  • 1. de introductie van een limiet voor het totale gehalte aan fosfor in huishoudelijke wasmiddelen. Fosfaten en fosfonaten zijn voorbeelden van fosforverbindingen Er bestaat thans nog geen grenswaarde in Vo 648/2004 (detergentenverordening) voor het gehalte aan fosfor in huishoudelijke wasmiddelen. De voorgestelde limietwaarde betekent in de praktijk dat er geen fosfaat (P2O5) kan worden toegevoegd aan textielwasmiddelen voor huishoudelijk gebruik, maar dat wel een zeker gehalte van fosfor (P) gebonden in de vorm van fosfonaten voor kan komen, waardoor de effectiviteit van het product nog steeds gewaarborgd is.

  • 2. een evaluatie (uiterlijk eind 2014) van het eutrofiëringsrisico door vaatwasmiddelen. Indien nodig komt de Commissie naar aanleiding van deze evaluatie met een wetgevingsvoorstel met het oog op de geleidelijke eliminatie of de beperking van specifieke toepassingen.

De lidstaten krijgen de verplichting om de bepaling als genoemd onder 1. te handhaven. Zij houden de mogelijkheid om voor andere detergentia dan huishoudelijke eisen te stellen aan het gehalte aan fosfaat en andere fosforverbindingen. Een vermindering van het gehalte aan fosforverbindingen in huishoudelijke wasmiddelen draagt bij aan de vermindering van de eutrofiëring van oppervlaktewateren. Het zal naar verwachting geen verandering betekenen voor de praktijk in Nederland, waar de zeepindustrie op vrijwillige basis fosfaatvrije wasmiddelen levert.

De voorgestelde aanpassing van de detergentenverordening is in lijn met de doelen inzake goede chemische en ecologische toestand van oppervlaktewateren (vastgesteld in het kader van de Kaderrichtlijn Water) en vormt een aanvulling op bestaande EU-regelgeving (waaronder RL 91/271 voor de behandeling van stedelijk afvalwater). Ze draagt vooral bij aan een level playing field.

Daarnaast regelt het voorstel dat de detergentenverordening wordt aangepast aan het VWEU waar het gaat om het stellen van niet-wetgevingshandelingen (art. 290 VWEU); de bijlagen kunnen via gedelegeerde handelingen worden gewijzigd (conform art. 290 VWEU).

Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

Het voorstel volgt op de bepaling in de detergentenverordening dat de Commissie, na een evaluatie, met voorstellen komt om nadere regels te stellen aan het gebruik van fosforverbindingen in specifieke toepassingen. Het voorstel is in lijn met de bevoegdheden van de EU op het gebied van milieu en interne markt.

Risico’s/implicaties/kansen

Vooralsnog lijken de volgende punten van belang:

  • Naar verwachting voldoen huishoudelijke wasmiddelen op de Nederlandse markt nu al aan de drempelwaarde van 0,5 gewichtsprocent voor huishoudelijke wasmiddelen, door vrijwillige afspraken die met de Nederlandse marktpartijen zijn gemaakt en door eigen initiatief van de marktpartijen (het convenant terzake had een looptijd van 1989 tot 1990). In Nederland worden fosfaatvrije wasmiddelen op de markt gebracht, die wel andere fosforverbindingen bevatten. Met het bedrijfsleven wordt binnenkort nagegaan of dit voorstel effect zal hebben op de productie van wasmiddelen in Nederland. Het resultaat van deze inventarisatie zal bijdragen aan de definitieve standpuntbepaling.

  • De Engelse versie spreekt over fosfor, terwijl de Nederlandse tekst over fosfaat spreekt. In het licht van de beperkende grenswaarde moet de juiste omschrijving worden toegepast.

    De reikwijdte van het voorstel lijkt zich te beperken tot wasmiddelen voor huishoudelijk gebruik, maar door onduidelijk taalgebruik is niet helemaal duidelijk of vaatwasmiddelen hier buiten vallen. Nederland heeft zich in het kader van het Uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterver-ontreiniging voorgenomen onderzoek naar de uitfasering van fosfaathoudende vaatwasmiddelen voor huishoudelijk gebruik op EU-niveau te realiseren. Het is daarom belangrijk uitsluitsel te hebben over de reikwijdte van het voorstel (waarbij Nederland de voorkeur geeft aan een reikwijdte die zich beperkt tot wasmiddelen voor huishoudelijk gebruik). Een onmiddellijk verbod van of een beperking van het fosfaatgehalte in vaatwasmiddelen gaat nu vanwege technische en vooral wasresultaten voor Nederland te ver, maar Nederland ziet wel graag op termijn een evaluatie van de mogelijkheden.

Nederlandse positie en eventuele acties

Nederland staat positief tegenover het voorstel dat de werking van de interne markt verbetert. Het internationale wasmiddelenbedrijfsleven heeft zelf in het verleden een vergelijkbaar voorstel gedaan. Daarnaast leidt dit beleid in andere landen tot een verbetering van de milieukwaliteit.

3. Samenvatting voorstel

Inhoud voorstel

  • Het voorstel introduceert een limiet van 0,5 gewichtsprocent voor het totale gehalte aan fosfor in huishoudelijke wasmiddelen, alle fosfaten en fosforverbindingen inbegrepen. Er bestaat thans in de detergentenverordening nog geen drempelwaarde voor het gehalte aan fosfor in deze middelen. Een vermindering van het gehalte aan fosforverbindingen in huishoudelijke wasmiddelen draagt bij aan de vermindering van de eutrofiëring van oppervlaktewateren. De aanpassing is in lijn met de in de Kaderrichtlijn water geformuleerde doelen inzake de goede chemische en ecologische toestand van oppervlaktewateren en vormt een aanvulling op bestaande EU-regelgeving (de Richtlijn voor de behandeling van stedelijk afvalwater). Tegelijk is een evaluatiebepaling opgenomen voor het gebruik van fosfor in vaatwasmiddelen.

  • Daarnaast regelt het voorstel om de detergentenverordening aan te passen aan het VWEU waar het gaat om het stellen van niet-wetgevingshandelingen (art. 290 VWEU).

Impact assessment Commissie

De Commissie is van oordeel, blijkens de uitgevoerde evaluatie en de effectbeoordeling, dat het voorstel bij zal dragen tot een vermindering van het risico op eutrofiëring van oppervlaktewateren en dat de kosten voor de fosforverwijdering in waterzuiveringsinstallaties zal dalen. Deze besparingen wegen ruimschoots op tegen de extra kosten die gemaakt moeten worden voor de productie van detergentia waarbij alternatieven voor fosfaten worden toegepast.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  • a) Bevoegdheid:

    Het voorstel is in lijn met de bevoegdheden van de EU op het gebied van de interne markt. Er is sprake van een gedeelde bevoegdheid.

  • b) Functionele toets:

    • Subsidiariteit: Positief

    • Proportionaliteit: Positief

    • Onderbouwing: Het subsidiariteitsprincipe lijkt correct te zijn toegepast, omdat voor een betere werking van de interne markt een harmonisatie op het voorgestelde onderwerp noodzakelijk lijkt, terwijl aan de lidstaten de mogelijkheid wordt geboden om verder te gaan dan voorgeschreven. In principe is het gekozen middel (een verordening met een bindende drempelwaarde met de mogelijkheid om daarvan af te wijken indien er een noodzaak bestaat tot striktere maatregelen) het correcte middel om het doel te bereiken. De verordening draagt ertoe bij dat het milieu wordt beschermd, terwijl tegelijkertijd een goed functionerende interne markt voor huishoudelijke wasmiddelen wordt gewaarborgd.

  • c) Nederlands oordeel: Nederland is positief over de subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel.

5. Implicaties financieel

  • a) Consequenties EU-begroting: Geen consequenties.

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden: Geen consequenties, omdat er voor Nederland geen aanpassingen in de bestaande praktijk noodzakelijk zijn.

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger: Geen consequenties, omdat er voor Nederland geen aanpassingen in de bestaande praktijk noodzakelijk zijn.

  • d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden: Geen consequenties, omdat er voor Nederland geen aanpassingen in de bestaande praktijk noodzakelijk zijn.

  • e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger: Geen consequenties, omdat er voor Nederland geen aanpassingen in de bestaande praktijk noodzakelijk zijn.

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid: Het voorstel heeft geen consequenties voor de Nederlandse wet- en regelgeving, omdat er voor Nederland geen aanpassingen in de bestaande praktijk noodzakelijk zijn. Het voorstel betreft een verordening, waar geen transpositienoodzaak uit voortvloeit. Wij kennen in Nederland thans geen regelgeving op dit punt. Eerdere regelgeving op nationaal niveau (in het kader van de Wet milieugevaarlijke stoffen) is reeds ingetrokken.

  • b) Voorgestelde datum inwerkingtreding: De verordening treedt in werking twintig dagen na publicatie, waarbij bepaalde onderdelen met ingang van 1 januari 2013 van toepassing zijn. Er vloeien verder geen transpositieverplichtingen uit voort.

  • c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: Het voorstel bevat geen evaluatiebepaling voor het bepalen van de effecten van de introductie van een grenswaarde voor fosfaat. Het is wenselijk om hiervoor aandacht te vragen.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

  • a) Uitvoerbaarheid: Gelet op het feit dat in Nederland geen fosfaten worden toegepast in wasmiddelen, zijn er geen consequenties te verwachten voor de uitvoeringspraktijk.

  • b) Handhaafbaarheid: Gelet op het feit dat er vooralsnog geen aanleiding is te veronderstellen dat de in Nederland gehanteerde «nul-lijn» voor fosfaten in wasmiddelen niet wordt nageleefd, is het niet aannemelijk dat er consequenties zijn te verwachten wat betreft de handhaafbaarheid.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Niet van toepassing.

9. Nederlandse positie (belangen en eerste algemene standpunt)

Nederland kan in beginsel positief staan tegenover het voorstel. Uitgangspunt is dat de Nederlandse taalversie wordt aangehouden, waardoor het voorstel gaat om fosfaat. Het gaat om textielwasmiddelen met fosfaat en andere fosforverbindingen. Verder gaat Nederland ervan uit dat de reikwijdte zich beperkt tot wasmiddelen voor huishoudelijke gebruik.

Naar boven