Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 september 2015
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk
22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de
drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen
naar € 2.000.000,- (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning
ter waarde van € 2.998.750,00 voor uitvoer van militair materieel naar Oman.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer
naar Oman van een trainingssysteem met toebehoren ter bediening van een communicatiesysteem.
De marine van Oman is de eindgebruiker van dit systeem. Het volledige communicatiesysteem
zal worden geïnstalleerd op in aanbouw zijnde patrouilleschepen voor de Koninklijke
marine van Oman door Singapore Technologies Marine te Singapore.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
inzake wapenexport1. Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria hieronder
wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende
argumenten:
– Mensenrechten (criterium 2)
De mensenrechtensituatie in Oman kent de nodige aandachtspunten, vooral op het gebied
van de vrijheid van vereniging en vergadering en de vrijheid van meningsuiting. De
eindgebruiker, de Koninklijke marine van Oman, is echter niet betrokken bij de geconstateerde
punten van zorg. Bovendien lenen de onderhavige goederen zich niet voor mensenrechtenschendingen
in Oman.
– Interne conflicten (criterium 3)
Er zijn geen scherpe tegenstellingen tussen de verschillende etnische en religieuze
groepen in Oman. Daarnaast was de Koninklijke marine van Oman niet betrokken bij de interne schermutselingen die plaatsvonden ten tijde van de Arabische
lente in 2011. De uitvoer van de onderhavige goederen zal niet bijdragen aan mogelijk
hernieuwde interne spanningen.
– Regionale stabiliteit (criterium 4)
In de Golf-regio voert Oman zijn eigen koers en streeft een goede verstandhouding
na met alle landen in de regio. Oman is een actief lid van de Gulf Cooperation Council
(GCC), dat zich onder meer inzet voor het versterken van de regionale stabiliteit.
Onderhavige transactie zal de regionale stabiliteit dan ook niet negatief beïnvloeden.
– Omleidingsrisico (criterium 7)
Gezien de eindgebruiker (de Koninklijke marine van Oman) bestaat geen aanleiding tot
zorg betreffende het omleidingsrisico.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.M.J. Ploumen
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders