22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 219 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2013

Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181) doen wij uw Kamer onderstaande informatie toekomen over een door Nederland afgegeven vergunning ter waarde van € 4.000.000,– voor uitvoer van militair materieel naar Oman.

Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer van een trainingssysteem en toebehoren daarvoor ter bediening van een C2-systeem (command and control) naar Oman. Eindgebruik van dit systeem komt ten behoeve van de marine van Oman.

De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport1. Deze toetsing, waarvan hier de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:

  • Criterium 2 (mensenrechten): De mensenrechtensituatie in Oman kent aandachtspunten, met name op het gebied van de vrijheid van vereniging en vergadering en de vrijheid van meningsuiting. Kritiek op de sultan wordt bijvoorbeeld niet geaccepteerd en kan leiden tot arrestaties. Gelet op de aard van de goederen (trainingssysteem) en de eindgebruiker (de marine van Oman) is niet te verwachten dat deze zullen bijdragen aan schendingen van mensenrechten of zullen worden ingezet tegen de burgerbevolking.

  • Criterium 3 (interne conflicten): In 2011 kwam het enkele malen tot onlusten en botsingen tussen ordetroepen en demonstranten. Hierbij vielen in totaal twee dodelijke slachtoffers. Aan de eisen van de demonstranten, gericht op sociaaleconomische en politieke hervormingen, is meteen na de demonstraties deels tegemoet gekomen. Sindsdien zijn demonstraties vreedzaam verlopen en stellen de ordetroepen zich terughoudend op.

    Gezien de terughoudende opstelling van de ordetroepen is het niet waarschijnlijk dat een gewelddadige escalatie plaatsvindt. Bovendien zal de uitvoer van het trainingssysteem gezien de eindgebruiker en de aard van de goederen niet bijdragen aan mogelijk hernieuwde interne spanningen.

  • Criterium 4 (regionale stabiliteit): Op het gebied van veiligheid en economie onderhoudt Oman nauwe betrekkingen met de Verenigde Staten en de landen van de Europese Unie. Daarnaast speelt Oman een actieve rol in de bestrijding van piraterij in de wateren bij Somalië. De versterking van de marine van Oman draagt hieraan bij.

  • Criterium 7 (omleidingsrisico): Gezien de aard van de goederen en het feit dat ze geleverd worden aan de marine van Oman is het omleidingsrisico erg klein.

De minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

GS 2008/944 van 8 december 2008

Naar boven