22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 188 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2011

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Defensie, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 24 november 2011 inzake verslag Toetsingsconferentie Conventie Bepaalde Conventionele Wapens.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Verslag Vierde Toetsingsconferentie Conventie inzake Bepaalde Conventionele Wapens (CCW)

Van 14 tot en met 25 november 2011 vond te Genève de vierde Toetsingsconferentie (TC) plaats van de Conventie inzake Bepaalde Conventionele Wapens (CCW). Naast de reguliere toetsing van het Verdrag en de vijf aangehechte Protocollen was het belangrijkste onderwerp op de agenda de bespreking van een ontwerp voor een zesde Protocol over clustermunitie. Deze onderhandelingen hebben geen resultaat opgeleverd. Na vier jaar zijn de onderhandelingen gestrand en is een Protocol inzake clustermunitie onder de CCW van de baan.

Achtergrond Protocol VI

De onderhandelingen over een zesde Protocol bij de CCW zijn in 2007 van start gegaan. Algemeen werd deze Toetsingsconferentie gezien als een laatste kans om tot overeenstemming te komen over de inhoud van het Protocol. Als basis voor de onderhandelingen diende de laatste versie van het concept-Protocol dat de voorzitter van de Group of Governmental Experts (GGE) in augustus 2011 had opgesteld. Het concept-Protocol behelsde een deelverbod op clustermunitie.

In mei 2008 leidde een parallel proces van onderhandelingen van een groep gelijkgezinde landen tot de Conventie inzake Clustermunitie (CCM), die een totaalverbod op clustermunitie omvat. De grootste producenten en bezitters van clustermunitie, zoals China, India, Pakistan, Rusland, Israël en de VS, zijn geen partij bij de CCM. Dat was een belangrijke reden om door te gaan met de onderhandelingen over een CCW-protocol inzake clustermunitie.

De CCM kent momenteel 66 verdragspartijen en daarnaast nog 45 ondertekenaars. De CCW kent 113 verdragspartijen en 5 ondertekenaars. Nederland is Partij bij beide verdragen.

Tijdens de Toetsingsconferentie in november bleek overeenstemming over de tekst van Protocol VI onhaalbaar. Twee groepen landen stonden diametraal tegenover elkaar: enerzijds de producenten en gebruikers van clustermunitie, anderzijds een groep landen onder aanvoering van Noorwegen, Oostenrijk en Mexico, die van mening zijn dat de voorgestelde verboden en beperkingen een ondermijning van de Conventie Clustermunitie (CCM) zouden betekenen. Protocol VI inzake clustermunitie is hiermee van de baan.

Inzet Nederland

Nederland beschouwt clustermunitie als een wapen dat onaanvaardbaar humanitair leed veroorzaakt. Protocol VI had volgens de regering in de praktijk een positief effect kunnen hebben ter beperking van dit leed.

Zoals aangekondigd in antwoord op Kamervragen ingezonden op 3 oktober 2011 (Aanhangsel Handelingen II, 2011/12, nr. 610) streefde Nederland naar een Protocol VI met zo groot mogelijke reikwijdte, waarin een totaalverbod van clustermunitie als einddoel zou worden opgenomen. De Nederlandse delegatie heeft tevens gepleit voor verbetering van de compatibiliteit met de CCM en heeft het «interim-karakter» van het protocol benadrukt. Dat wil zeggen dat voor Nederland het Protocol duidelijk een tussenstap op weg naar een totaalverbod betrof. Nederlandse tekstvoorstellen in die richting zijn in gewijzigde vorm opgenomen in het concept-Protocol.

De Nederlandse positie werd gedeeld door onder meer Duitsland, Zwitserland, Canada, Ierland, Zweden, Portugal, Tsjechië, Australië en Argentinië. Deze landen zijn weliswaar partij bij of ondertekenaar van de CCM maar zagen – onder voorwaarden – de toegevoegde waarde in van een internationaalrechtelijke norm waar ook grote producenten van clustermunitie zich aan zouden binden. Nederland heeft in nauwe samenwerking met deze groep landen gepoogd het concept-Protocol zo ver mogelijk aan te scherpen.

Toekomst Protocol VI

Het onderwerp clustermunitie en het ontwerp Protocol VI verdwijnen na het mislukken van de onderhandelingsronde tijdens de vierde Toetsingsconferentie van de agenda van de CCW. Nederland zal overigens andere landen blijven oproepen toe te treden tot de CCM; Nederland benadrukt de wenselijkheid van universalisering van de CCM in multilaterale fora en in bilaterale contacten met staten die nog geen partij zijn.

Overige onderwerpen

De overige onderwerpen op de agenda van de vierde Toetsingsconferentie kwamen door de focus op clustermunitie enigszins in de schaduw te staan. De Toetsingsconferentie nam onder meer een «Actieplan voor Universalisering» aan.

Tevens is besloten dat in 2012 een discussie zal plaatsvinden over de toepassing van humanitair recht op MOTAPM (Mines other than anti-personnel mines; anti-voertuig mijnen).

Naar boven