22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens

Nr. 485 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2015

In de aanbiedingsbrief bij de 37e Voortgangsrapportage HSL-Zuid (Kamerstuk 22 026, nr. 481) die ik op 1 oktober 2015 aan uw Kamer heb gestuurd, heb ik toegezegd om het rapport van feitelijke bevindingen van de ADR1 over deze Voortgangsrapportage na te zenden. Voorts bent u geïnformeerd dat u deze na het herfstreces ontvangt.

Het rapport van feitelijke bevindingen heeft betrekking op de kwaliteit en de volledigheid van de financiële en niet-financiële informatie in de voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer.

In het rapport merkt de ADR op dat voor de betonproblematiek geen financiële ruimte is gereserveerd. De reden daarvan is dat onderzoek naar de aard en omvang van de betonproblematiek van de gehele HSL-Zuid nog in voorbereiding is. Na dit grootschalige onderzoek, dat anderhalf tot twee jaar gaat duren, zal beoordeeld worden welke maatregelen genomen moeten worden. Daarbij wordt ook beoordeeld of een geslaagd beroep op specifieke garantiebepalingen mogelijk is en of eventuele kosten anderszins met juridische instrumenten verhaalbaar zijn. Ik heb uw Kamer hierover geïnformeerd in de brief over betonkwaliteit op de HSL-Zuid (Kamerstuk 22 026, nr. 483).

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven