nr. 219
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2005
In de Volkskrant van 1 april 2005 is het artikel «Geluidsscherm
HSL gevaarlijk» gepubliceerd en in de Cobouw van dezelfde datum het
artikel «Ook nieuwe ankers HSL-schermen te zwak». Naar aanleiding
daarvan geef ik u hierbij mijn reactie.
De geluidsschermen van de HSL-Zuid worden met behulp van cement gebonden
lijmankers aan de onderbouwconstructie vastgemaakt. De dynamische effecten
op de geluidsschermen zijn zodanig, dat het ontwerp van de ankerbevestiging
de dynamische belasting moet kunnen «opnemen», zonder dat daardoor
de funderingsconstructie, de zogenaamde randbalken, te veel vervormen.
Er zijn verschillende ankersystemen bezien. Bij de keuze tussen verschillende
ankersystemen is een beoordeling gemaakt op basis van sterkte, duurzaamheid
en onderhoudsgevoeligheid door vervormingen. Rekening gehouden moet worden
met enerzijds het uitrekken van ankers in de tijd bij langdurige wisselbelastingen
(het risico daarvan is dat dit vraagt om het regelmatig aandraaien van bouten
om de sterkte van de verankering te borgen) en anderzijds het onvoldoende
hechten van ankers in het beton bij wisselende belastingen (het risico is
dat de hechting hersteld moet worden om losraken te voorkomen).
Bij de beoordeling van de verankering zijn ook voorstellen van het in
het artikel genoemde ingenieursbureau PTC (van de heer Van den Boogaart) bekeken.
Gebleken is dat de voorgestelde bevestiging van PTC meer vervormen dan «cement
gebonden lijmankers». Het door de HSL-Zuid gekozen systeem van «cementgebonden
lijmankers» is een bewezen wijze van verankering. Het gedrag ten aanzien
van vervormingen is door praktijkervaring bekend, voor zowel het uitrekken
in de tijd als de hechting van de ankers. Hierdoor is minder onderhoud benodigd
aan de verankering, dan bij andere ankersystemen.
De richtlijn CROW-publicatie GCW 2001 voor geluidsschermen langs autosnelwegen,
zoals genoemd in het artikel van Cobouw, is als één van de richtlijnen
opgenomen in de contracten van het HSL-Zuid project; de HSL-Zuid verricht
namelijk eveneens werkzaamheden aan de autosnelwegen A4 en A16. Daaronder
valt ook het plaatsen van geluidsschermen langs autosnelwegen waarop deze
CROW richtlijn van toepassing is.
Voor het plaatsen van de geluidsschermen langs de hogesnelheidslijn zijn
vanwege de dynamische belastingen echter andere eisen opgenomen in de contracten.
De berekeningen inzake de dynamische belastingen van deze geluidsschermen
langs de HSL zijn inmiddels door zowel de Staat, aannemer, Infraspeed, TNO
en verschillende andere deskundige, onafhankelijke partijen uitgevoerd. De
keuze op welke wijze de verankering van de schermen wordt uitgevoerd (i.c.
de cement gebonden lijmankers) is in het kader van het D&C contract aangedragen
door de opdrachtnemers in overleg met de Staat en de ingeschakelde deskundige
partijen waaronder TNO.
Om te beoordelen of aan de uitvoering van de door de opdrachtnemer gekozen
oplossing nog extra eisen moeten worden gesteld om er zeker van te zijn dat
de verankering op een goede wijze gebeurt, heb ik TNO gevraagd daarnaar nader
onderzoek uit te voeren.
Tot slot nog de door de heer van den Boogaart genoemde snelheidsbeperking
van 200 kilometer uur op het traject Mainz–Frankfurt. Deze is gebaseerd
op de ontwerp snelheid van het betrokken traject. En aangezien het traject
Mainz–Frankfurt geen hogesnelheidstraject is, is hier de snelheid maximaal
200 km per uur.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs