21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2015

Bijgaand zend ik U het verslag van de Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad van 18 mei 2015, met betrekking tot het beleidsterrein jeugd.

De Minister zal u separaat een verslag doen toekomen aangaande de onderwerpen die tijdens de OJCS Raad zijn behandeld op het terrein van sport.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Verslag Jeugdraad 18 mei 2015 ten behoeve van de Tweede Kamer

Informeel ontbijt met jongerenvertegenwoordigers

Het Letse voorzitterschap koppelt terug uit het informele ontbijt met Europese jongerenvertegenwoordigers en jongerenvertegenwoordigers vanuit het huidige trio Italië, Letland en Luxemburg en Nederland (als eerstvolgend voorzitter van de Europese Unie na het huidige trio). Bij deze informele dialoog waren ook vertegenwoordigers van deze vier lidstaten en vertegenwoordigers van de Commissie aanwezig. Europarlementariërs waren ook uitgenodigd maar konden niet aanwezig zijn. Deze bijeenkomst was een mooie gelegenheid om de visie van jongeren te horen op de uitdagingen waarmee zij te maken krijgen. De jongerenvertegenwoordigers benadrukten met name de waarde van de gestructureerde dialoog tussen jongeren en beleidsmakers. Dit zien zij als een belangrijk vehikel om de structurele participatie van jongeren in het Europese besluitvormingsproces vorm te geven. Zij riepen op tot een sectoroverstijgende benadering van beleid dat jongeren aangaat. Belangrijke actuele thema’s voor de jongeren zijn maatregelen om jeugdwerkeloosheid aan te pakken (waaronder de Jeugdgarantie) en de erkenning van het belang van jongerenwerk. Voorts werden als prioritaire thema’s benoemd het borgen van de toegang van jongeren tot rechten en deelname aan de maatschappij van alle jongeren, ook (groepen) jongeren met een achterstandspositie die mogelijk een risico tot radicalisering met zich meebrengt.

Raadsconclusies versterking sectoroverstijgende beleid en samenwerking gericht op sociaal-economische uitdagingen van jongeren

Het Lets voorzitterschap geeft aan dat sectoroverstijgende samenwerking één van de drie prioriteiten in het EU Werkplan voor Jeugd (2014–2015) is en ook de komende jaren een belangrijk thema zal zijn. Sectoroverstijgende samenwerking is niet alleen relevant voor de sociaal-economische positie van jongeren, maar ook voor andere beleidsterreinen, zoals onderwijs, arbeidsmarkt, sociaal beleid en gezondheidszorg. Hoewel er belangrijke stappen zijn genomen om de situatie van jongeren in Europa te verbeteren, blijven jongerenwerkeloosheidscijfers in lidstaten hoog. Dit geeft een risico tot sociale isolatie van (groepen) jongeren. De jeugdsector (jongerenwerk en informeel leren) kan kennis bieden over de aanpak van problemen die jongeren treffen en kan een groot aantal jongeren bereiken, met name diegenen die geen werk hebben en die geen onderwijs of een opleiding volgen. De Raadsconclusies op initiatief van Letland roepen op hierbij optimaal gebruik te maken van bestaande EU programma’s en maatregelen zoals Erasmus +.

De Raad heeft unaniem ingestemd met Raadsconclusies over het versterken van sectoroverstijgend beleid en samenwerking gericht op de sociaal-economische uitdagingen van jongeren.

Raadsconclusies over het versterken van Jeugdwerk om de maatschappelijke samenhang te versterken

Het Lets voorzitterschap stipt het belang van jeugdwerk voor de persoonlijke ontwikkeling, sociale inclusie, culturele diversiteit en actief burgerschap van jongeren aan. De Raadsconclusies onderstrepen dat deze waarden de kern vormen van de Europese democratie en ook buiten het formele onderwijs een belangrijke rol zouden moeten spelen. Er zijn circa 3 miljoen jongerenwerkers in de Europese Unie (zowel onbetaald als betaald). Lidstaten en de Commissie worden opgeroepen om binnen hun bevoegdheid en met inachtneming van de subsidiariteit, de waarde van jeugd- en jongerenwerk te bevestigen en zich eraan te verbinden om kwalitatieve en professionele voorzieningen voor jeugd- en jongerenwerk te ondersteunen. De Commissie is specifiek opgeroepen te overwegen een voorstel te doen voor een raadsaanbeveling over het jeugdwerk en de rol die dit vervult bij sociale integratie en sociale cohesie in de samenleving, gedaan kan worden.

In de eerdere onderhandelingen heeft Nederland zich kritisch opgesteld ten aanzien van het instrument van de raadsaanbeveling over de kwaliteit van jeugdwerk. Hoewel het wordt gepresenteerd als een soft law instrument, zijn hier veelal diverse monitor- verplichtingen en administratieve lasten mee gemoeid en het is de vraag of dat passend is voor een kleine sector als het jeugd- en jongerenwerk, ook met in achtneming van het subsidiariteitsprincipe en de nieuwe koers van de Commissie Juncker. Een raadsaanbeveling over de kwaliteit van jeugdwerk kan overigens wel een erkenning betekenen van een werkvorm die een rol zou kunnen spelen in het kader van de participatie van jongeren aan de samenleving en het tegengaan van aansluiting van jongeren bij extremistische bewegingen.

De Raad heeft unaniem ingestemd met Raadsconclusies over het versterken van Jeugdwerk om de maatschappelijke samenhang te versterken.

Enkele lidstaten (Oostenrijk, Kroatië, Luxemburg, Slovenië, Frankrijk en België) hebben Commissaris Navracsics tijdens de Raad met klem verzocht om vaart te maken met het opstellen van een voorstel voor een dergelijke Raadsaanbeveling.

Commissaris Navracsics heeft aangegeven deze oproep in overweging te nemen, echter daarbij ook in ogenschouw nemende de ambities van de Commissie Juncker op betere regelgeving en het belang van een Europese Unie die werkt op hoofdzaken.

Beleidsdebat over politieke participatie van jongeren

De Raad heeft – onder het toeziend oog van Europese burgers en jongeren via live streaming op internet – gedebatteerd over het vergroten van de politieke participatie van jongen in de verschillende lidstaten en in de Europese democratie. Dit thema is tevens het thema van de gestructureerde dialoog tussen jongeren en beleidsmakers die tijdens het Italiaans, Lets en Luxemburgs voorzitterschap (2014–2015) plaatsvindt. De deelnemers aan de Jeugdraad werden uitgenodigd om te spreken over goede voorbeelden om politieke participatie te stimuleren. Ook werd aandacht besteed aan welke specifieke acties er nodig zijn om in gesprek te komen met jongeren die zich afkeren van de huidige maatschappij en die kwetsbaar zijn voor extremisme en radicalisering.

Diverse deelnemers vanuit de lidstaten gaven aan op welke wijze zij politieke participatie van jongeren proberen te prikkelen. Velen benadrukten dat jongeren zeker niet onverschillig zijn ten aanzien van politieke aangelegenheden, maar ze op een andere manier benaderen dan andere generaties.

Aandachts- en leerpunten die door de lidstaten benoemd werden betreffen:

  • het belang van investeren in onderwijs over burgerschap en democratie;

  • het stimuleren van participatie vanuit de directe omgeving zoals het gezin en de school kan bijdragen aan het bestrijden van radicalisering van jongeren;

  • het gebruik van sociale media en andere laagdrempelige instrumenten zijn belangrijke middelen om jongeren te betrekken en uit te dagen;

  • in diverse lidstaten bestaan, veelal lokale en laagdrempelige projecten op maat die gericht zijn op de dialoog tussen en met jongeren.

Commissaris Navracsics, verantwoordelijk voor onderwijs, cultuur en sport, refereerde aan de gezamenlijke verklaring die EU-onderwijsministers op 17 maart jl. in Parijs op initiatief van Frankrijk en de Commissaris hebben ondertekend. Deze verklaring legt vast hoe er op Europees niveau ten aanzien van onderwijs zal worden samengewerkt in het tegengaan van radicalisering van jongeren en het bevorderen van burgerschap. Deze samenwerking richt zich met name op het uitwisselen van ideeën en ervaringen. Commissaris Navracsics benadrukt dat het belangrijk is om Europese waarden als democratie, verdraagzaamheid en tolerantie en vrijheid van meningsuiting een plaats te (blijven) geven in de Europese onderwijscurricula.

Naast onderwijs en sport zijn informeel leren en jeugdwerk ook belangrijke instrumenten die kunnen worden ingezet bij de preventie van marginalisering en radicalisering. De Commissaris is voornemens middelen binnen het huidige Erasmus + programma meer gericht in te zetten om uitwisseling en partnerschappen over de grenzen te steunen. De Commissaris wil zich tevens inzetten om te zorgen dat onderwijs, maar ook jeugdwerk, interculturele dialoog en sport worden betrokken bij Europees beleid op de terreinen van externe relaties en veiligheid, zoals past bij de ambities van de Commissie Juncker op meer integrale samenwerking.

Naar boven