21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur

Nr. 157 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2011

Hierbij ontvangt u, mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de schriftelijke afhandeling van het Algemeen Overleg van 2 december 2010 over de Informele OJCS-Raad voor onderwijsministers van 6–7 december 2010 in Brugge.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Verslag informele onderwijsraad, Brugge 7 december 2010

De informele Onderwijsraad stond in het teken van de versterking van het beroepsonderwijs (Kopenhagenproces). De onderwijsministers hebben zich gebogen over:

  • de uitkomsten van de conferentie «Kwaliteitsborging van transparantie als interface tussen beroepsonderwijs en -opleiding, scholen en hoger onderwijs om mobiliteit en leven lang leren te stimuleren»;

  • het nieuwe Brugge-Communiqué inzake samenwerking beroepsonderwijs.

Conferentie Kwaliteitsborging en -transparantie

Het voorzitterschap stelde vast dat er voldoende Europese instrumenten zijn. De geïntegreerde benadering van kwaliteitszorg met de verschillende onderwijssectoren is van belang. De belangrijkste uitkomsten zijn dat:

  • leerresultaten meer gebruikt moeten worden in de kwaliteitszorgsystemen;

  • de belangen van de diverse stakeholders moeten worden meegenomen bij de vormgeving en inrichting van het onderwijs;

  • in de instellingen een kwaliteitscultuur dient te groeien om een meerderheid van de bij het leerproces betrokkenen op vrijwillige basis te kunnen laten meewerken;

  • externe kwaliteitszorg en -borging kunnen helpen nadere samenwerking tussen onderwijssectoren tot stand te brengen omdat hier de overeenkomsten tussen sectoren uit blijkt;

  • leren op de werkplek in elke onderwijssector een plaats kan krijgen en van belang is voor formeel en informeel onderwijs;

Geconcludeerd werd dat alle vormen van onderwijs en opleiding kunnen bijdragen tot een duurzame en sociale kennismaatschappij.

Kopenhagenproces – Brugge-Communiqué

Commissaris Vassiliou onderstreepte de belangrijke positieve wijzigingen in de perceptie en de rol van het beroepsonderwijs. Er is meer mobiliteit, transparantie en erkenning van kwalificaties. Tegelijkertijd blijven er uitdagingen, vooral op het terrein van de bruikbaarheid en aansluiting van vaardigheden op de arbeidsmarkt. Het Brugge-Communiqué markeert een nieuwe periode van samenwerking in het kader van de gemeenschappelijke strategie voor banen en groei (EU2020). De Commissie flagships «Youth on the Move» en «New Skills and Jobs» moeten daarbij de nodige steun bieden.

Alle sociale partners spraken nadrukkelijk hun waardering uit voor het communiqué, en gaven aan het zeer bruikbaar te vinden voor zowel de nationale als de Europese beleidspraktijk.

Van Nederlandse zijde werd onderstreept dat het Kopenhageproces een gemeenschappelijk succes is door de gezamenlijke inzet vanuit de lidstaten en het Europees Parlement, gebaseerd op het werk van de Commissie en met de onmisbare hulp van Cedefop en ETF. Het communiqué bevat de juiste prioriteiten. Verschillende daarvan zijn van groot belang voor het nationale beleid. Vooral de invoering van het European Qualifications Framwork (EQF) verdient nu de absolute voorrang, gericht op invoering per 2011.

Business Europe (werkgevers) stelde dat het communiqué aansluit bij de verwachtingen van het bedrijfsleven. De invoering van instrumenten vraagt om nauwgezetheid en geen opeenstapeling van telkens nieuwe instrumenten. Vooral de leerresultaten van het onderwijs als nieuw instrument zijn voor de werkgevers van groot belang en niet de titels of hoeveelheid lesuren.

ETUC (werknemers) meende dat de sociale dialoog die met dit communiqué wordt ingezet zal leiden tot betere toegankelijkheid van de arbeidsmarkt.

UEAPME (MKB) gaf aan dat het momentum moet worden vastgehouden; er is nog veel werk te verzetten. Ontwikkeling van kwalificatiekaders is geen doel op zich. Een nieuwe cultuur gebaseerd op leerresultaten is, ook zoals blijkt uit de crisis, cruciaal voor het bereiken van de doelen van EU2020. Grensoverschrijdende mobiliteit moet regel zijn, geen uitzondering. Dit draagt ook bij een gelijkwaardigheid van VET en HO.

CEP (werknemers in publieke sector) vond het meer dan ooit belangrijk om te investeren in vaardigheden en het verbeteren daarvan. De beroepsopleiding is daarvoor de hoeksteen. Het ogenblik is daar om de deelnemende landen, samen met stakeholders en sociale partners, te laten herbezinnen op hun leven lang leren strategieën

Het voorzitterschap stelde dat de opbrengst van de korte termijn doelstellingen wordt bezien in 2014. Het is van groot belang dat Cedefop de voortgang ook tussentijds blijft monitoren. Minstens jaarlijks is een bijeenkomst van de DG’s VET gewenst. Ook de ministers kunnen informeel over de resultaten van het proces spreken. Nauwe samenwerking tussen de lidstaten, de commissie en sociale partners is cruciaal voor het bereiken van de doelstellingen.

Het voorzitterschap stelde vast dat het Brugge-Communiqué door alle delegaties wordt gedragen en concludeerde dat het daarmee met algemene stemmen is aanvaard.

Naar boven